An important goal of educational designers is to achieve long-term transfer of learning that is the learner's application of newly acquired competencies. Extensive research during more than a century shows that especially in formal educational settings this fundamental aspect of education often occurs poorly or not at all, leading to what is called a Transfer Problem. To address this transfer problem, the present study examines intentions to transfer learning to multiple contexts; this focus on multiple transfer contexts extends previous research focusing on a single transfer context, typically the workplace. The present study aimed to estimate the influence of five organizational variables (peer support, supervisor support, opportunity to use, openness to change, and feedback) on pre-training intention to transfer prospective learning in two different transfer contexts: study and work. Participants were 303 students at an open university starting a digital course in information literacy. The model was tested using structural equation modelling. The results indicated that before starting the course supervisor support and feedback were considered the strongest predictors of intention to transfer new learning in both the study and the work contexts. This research is amongst the first in the training literature to address multicontextuality and examines intentions to transfer generic competences to the two transfer contexts study and work within one single study.
MULTIFILE
Rond 1980 werd personeelsontwikkeling in Nederland vooral geadopteerddoor een andere discipline, onderwijskunde, waardoor veel nadruk werd gelegd op bedrijfsopleidingen. Die werden gezien als ‘beroepsonderwijs in pocketformaat’: nascholing in cursusverband kreeg mede daardoor een dominante plaats binnen het geheel van HRD-praktijken(Thijssen, 2003). Sindsdien is er veel veranderd. De pas later ook in Nederland doorgebroken term Human Resource Development is daar een exponent van. De veelvormigheid van HRD-activiteiten is toegenomen net als het besef dat investeren in HRD noodzakelijk is. De meest ingrijpende contextuele verandering voor HRD-praktijken betreft de arbeidsmarktturbulentie die met name is ontstaan door de behoefte van organisaties aan personele flexibiliteit, waardoor lifetime employment een marginaal fenomeen is geworden. In verband daarmee is een omslag waar te nemen van een traditioneel naar een modern psychologisch contract, hetgeen met name inhoudt dat het initiatief en de verantwoordelijkheid voor ontwikkelingsinvesteringen niet meer zo zeer bij de arbeidsorganisatie ligt, maar primair bij het individu. Tegen deze achtergrond zal in het navolgende gedeelte worden ingegaan op drie HRD-deeldomeinen: loopbaanmanagement, talent management en management development. Daarbij wordt naast de betekenis van deze deeldomeinen aandacht besteed aan diverse ontwikkelingen in het recente verleden en aan enkele belangrijke agendapunten als verbinding naar de toekomst
In de sierteelt kweekt men planten in oliehoudende, plastic potten, welke verdwijnen via allerlei distributiekanalen over heel Europa zonder enig zicht op een correcte recycling. Een duurzamer alternatief is nodig om betere kringstofsluiting te kunnen garanderen. De introductie van een grondstofkringloop (circulair model) en biobased alternatieven in de tuinbouw verminderen afvalstromen bij de distributie. Mogelijk kan de kweker de oliehoudende plastics distribueren en recyclen tot nieuwe potten of bij aflevering van de planten vervangen voor potten gebaseerd op biobased verpakkingsmaterialen zoals aardappelzetmeel, bermgrasvezels, algen, et cetera. Voor de implementatie van een dergelijk circulair model, dient er meer kennisontwikkeling plaats te vinden. Dit project heeft daarom als doel om de haalbaarheid van een grondstofkringloop te onderzoeken voor het potgebruik binnen de kwekerijsector. Het onderzoek binnen het project bestaat uit twee onderdelen: ontwikkeling van biobased plantenpotten en circulair model voor de hortensiakwekerijen én introductie van de plantenpotten in de praktijk. Het onderzoek vindt jaarrond plaats tussen januari 2016 en februari 2017 in samenwerking met vijf partijen. Kwekerij Gebroeders Jonkers Elshout BV leveren een proeflocatie voor het praktijkonderzoek en geven kennis bij alles gerelateerd aan de sierteelt. Living Loop BV adviseert en ondersteunt bij het onderzoek over biobased verpakkingsmaterialen en bij de uitwerking van de proefopstelling. De HAS Hogeschool en HAS Kennistransfer en Bedrijfsopleidingen gaan over het uitvoeren en begeleiden van het onderzoek gedurende de projectperiode. Dit vooronderzoek dient als springplank naar de introductie van een duurzamere omgang met de materiaalstromen binnen de sierteelt.