Boekbespeking van Sherrie Turkle, 2011, Alone Together: Why We Expect More from Technology and Less from Each Other. New York: Basic Books. Mails, sms’jes, instant messages, tweets, Skype, voicemails, Facebookberichten – via smartphones en andere apparaten zijn we vrijwel non-stop in contact met vrienden en anderen. Via chatboxen en games ontmoeten we nieuwe vrienden en voor wie graag nog meer contact wil zijn er de elektronische apparaten die graag met ons willen praten. In Amerikaanse verzorgingshuizen kletsen sociable robots lekker aan tegen demente bejaarden. Het Japanse hotel Ohnoya biedt tweepersoonskamers aan voor alleenstaande mannen en hun digitale vriendin, inclusief dubbel gedekte dinertafels. In Nederland (en elders) speelden kinderen reeds eind jaren negentig met robothuisdieren als Furby en Tamagotchi, en laat de nieuwste iPhone-knuffel Talking Carl na een aai over zijn buikje graag merken hoezeer hij is gesteld op zijn relatie met jou.
DOCUMENT
Hans Achterhuis hield een pleidooi voor selectieve vertraging. Is dat pleidooi ook relevant voor de sector van zorg en welzijn, moeten we daar altijd vertragen?
DOCUMENT
Waarom houden vrezers van 'fiat' geld wel van bitcoin?
LINK
Background: Anemia is a serious and highly prevalent co-morbidity in chronic heart failure (HF) patients. Its influence on health-related quality of life (HR-QoL) has rarely been studied, and no data is available regarding the role it plays in hospitalized HF patients. Methods: Baseline data from the COACH study (Coordinating study evaluating Outcomes of Advising and Counselling in Heart Failure) were used. HR-QoL was assessed by means of generic and disease-specific questionnaires. Analyses were performed using ANOVA and ANCOVA, with covariates of age, gender, eGFR, diabetes, and NYHA class. Results: In total, 1013 hospitalized patients with a mean age of 71 (SD 11) years were included; 70% of these patients had no anemia (n = 712), 14% had mild anemia (n = 141), and 16% had moderate-to-severe anemia (n = 160). Independent associations were found between anemia and physical functioning (p = 0.019), anemia and role limitations due to physical functioning (p = 0.002), anemia and general health (p = 0.024), and anemia and global well-being (p = 0.003). Conclusion: In addition to the burden of HF itself, anemia is an important factor which influences HR-QoL in hospitalized HF patients, and one that is most pronounced in the domain related to physical functioning and general health. © 2012 Elsevier Ireland Ltd.
DOCUMENT
Full text via link. Met de participatiesamenleving laat Rutte zien toch een ideologie te hebben. En wat voor een. De keuzes die het kabinet maakt zijn niet gering: autonomie gaat ten koste van zorg, en informele hulp komt in plaats van steun. En: mannen werken en vrouwen gaan weer zorgen. De kabinetskeuzes zijn ethisch discutabel
LINK
Het krijgen van een baan is voor jongeren afkomstig uit het Praktijkonderwijs geen vanzelfsprekendheid. Stages zijn heel belangrijk voor deze jongeren en wij denken dat stagedocenten daarbij een belangrijke rol vervullen. In een vijftal scholen voor Praktijkonderwijs is een praktijkgericht onderzoek gestart naar de aanpak van stagedocenten. Tijdens dit schooljaar willen wij u als lezer in drie bijdragen meenemen in het werk van de stagedocenten. Deze tweede keer gaat het over de activiteiten die stagedocenten zoal ondernemen en geven we een beeld van een paar jongeren: hoe het hen vergaat; gezien door de ogen van de stagedocent.Het derde deel gaat over de onderzoeksresultaten. Dan worden er uitspraken gedaan over het effect van de stagebegeleiding en essentiële randvoorwaarden.
DOCUMENT
Nederland staat voor een grote woningbouwopgave. Volgens cijfers van het CBS moeten er tot 2030 een miljoen woningen gebouwd worden in Nederland. De vraag naar nieuwe woningen concentreert zich met name in de stedelijke gebieden. Den Haag wil binnenstedelijk het aantal woningen verdubbelen in het zogenaamde Central Innovation District. Volgens de huidige plannen komen in het CID de komende jaren 20.500 woningen bij voor 40.000 nieuwe inwoners. Ten aanzien van stedenbouw kiest de gemeente Den Haag ervoor om het CID te ontwikkelen tot een centrummilieu: een gebied met een hoge concentratie van wonen, werken en andere voorzieningen. De functiemenging wordt onder andere ingevuld door middel van hoge bouw en hoogbouw waarbij de plint een belangrijke rol vervult. Maar hoe kan de buitenruimte van het CID zo worden ingericht dat het bijdraagt aan de kwaliteit van leven van de bewoners? In antwoord op deze vraag zijn in het afgelopen jaar een drietal expertmeeting georganiseerd vanuit De Haagse Hogeschool in samenwerking met de gemeente Den Haag. Deze expertmeetings vonden plaats in november 2020, januari 2021 en maart 2021. Hierbij wordt gefocust op drie thema’s, namelijk sociale eenzaamheid & architectuur, gezondheid & de openbare ruimte en stedelijke vernieuwing en ongelijkheid. De expertmeetings vonden alle drie online plaats.
DOCUMENT
Er is een nieuw hoera-begrip in beleidsland, te weten actief burgerschap. Het begrip is bezig een steile klim aan populariteit te maken en duikt na jarenlange afwezigheid terug in steeds meer beleidsstukken, nieuwsmedia en onderzoeksrapporten op. Het is het nieuwste medicijn om maatschappelijke uitdagingen te lijf te gaan. In internationale context gaat het dan om citizenship , in Nederlandstalig gebied om burgerschap, eigen verantwoordelijkheid of normen en waarden. Actief burgerschap is evenwel geen nieuwe uitvinding, maar duikt met enige regelmaat op in het denken over publieke dienstverlening. Bovendien leidt het frequente gebruik van de term niet automatisch tot duidelijkheid over wat er precies mee bedoeld wordt, noch tot een consensus over de wenselijkheid er een aangrijpingspunt voor beleid in te vinden. Er is sprake is sterke taalvervuiling en enige milieuzorg is dringend nodig. Nu de bandbreedte van lokaal beleid sterk toeneemt, is een consensus over inhoud en relevantie van burgerschap wenselijk. Deze publicatie vouwt het begrip actief burgerschap open en belicht de verschillende dimensies en aanknopingspunten voor beleid, met name het grotestedenbeleid in Eindhoven.
DOCUMENT
Deze bijdrage brengt op basis van de cijfers van 2002 en eerdere gegevens uit Eindhoven een aantal aspecten van de omvang en aard van eenzaamheid in de stad in beeld. De oorzaken en gevolgen van eenzaamheid en de rol die sociale netwerken daarbij spelen worden in beeld gebracht.
DOCUMENT
Op dit moment is 13% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder en is 3% 85 jaar of ouder. De gemiddelde levensverwachting voor mannen ligt op 77 jaar en voor vrouwen op 81 jaar. Voorspeld wordt dat de zogeheten vergrijzing rond 2040 zijn hoogtepunt bereikt. In dat jaar hoop ik mijn vijfenzeventigste verjaardag te vieren en zullen velen van u misschien wel tot de 85-plussers behoren. In dat jaar zal naar verwachting 23,5% van de bevolking 65-plus zijn. Daarvan zal het percentage 85-plussers een groter aandeel uitmaken dan nu. Al vanaf de oudheid bestaat er een tweeslachtige houding ten opzichte van ouderen: De ogen van de geest zien pas scherp als de ogen van het lichaam hun scherpte verliezen, schreef Cicero in de vierde eeuw voor Christus. Wanneer de rozen zijn afgevallen, veracht men de doornen, schreef Ovidius rond het begin van de christelijke jaartelling. Is de ouderdom nu een periode van achteruitgang, aftakeling, ziekte en verval? Of is het toch een periode van plezier, inzicht, macht en wijsheid? Hoe in een bepaalde periode naar ouderen wordt gekeken, is ook bepalend voor het Nederlandse overheidsbeleid. Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit beleid gericht op bescherming. Ouderen waren bejaarden voor wie gezorgd moest worden. Met het oog op meer samenhang in het zorgstelsel en op kostenbeheersing verschoof de aandacht vervolgens naar preventie en stimulering van zorg in eigen kring. Sinds de jaren negentig staat het beleid in het teken van het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van ouderen. Het beeld van ouderen is nu dat van een kritische consument die zelf keuzes en kostenafwegingen kan maken (Huijsman & De Klerk, 1997). De vraag is of dat ook aansluit bij de realiteit van mensen met een chronische ziekte. Binnen het Lectoraat Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met een chronische aandoening richten we ons op oudere chronisch zieken. Niet alleen omdat deze groep, zoals we u zullen laten zien, in kwantitatieve zin het grootste is maar ook omdat de zorg voor deze groep in kwalitatieve zin vaak ernstige hiaten vertoont. In deze openbare les willen wij pleiten voor een herbezinning op de professionele zorg voor chronisch zieke ouderen.
DOCUMENT