Dit onderzoeksrapport richt zich op de bevordering van economische zelfstandigheid bij vrouwen in Amsterdam Nieuw-West, met specifieke aandacht voor de rol van het ontwikkelingscentrum Vrouw en Vaart. Het rapport onderzoekt de factoren die bijdragen aan of belemmeren de arbeidsmarktpositie van vrouwen, met een focus op vrouwen met een migratieachtergrond. Door middel van storytelling-workshops werden ervaringen van 19 (voormalige) deelnemers verzameld. De resultaten benadrukken dat Vrouw en Vaart niet alleen praktische vaardigheden en educatieve programma's biedt, zoals taallessen en beroepsopleidingen, maar ook een veilige sociale gemeenschap creëert die zelfvertrouwen en persoonlijke ontwikkeling bevordert. Het rapport identificeert belemmeringen zoals taalproblemen, sociale isolatie en traditionele rolpatronen, en belicht helpende factoren, waaronder sociale steun, toegang tot kinderopvang en empowerment.De studie concludeert dat Vrouw en Vaart een significante bijdrage levert aan de persoonlijke en economische ontwikkeling van vrouwen, en biedt aanbevelingen voor het versterken van de impact, zoals verdere investering in taalprogramma's, flexibele activiteitenschema's en samenwerking met lokale werkgevers. Verdere studies zijn nodig om de langetermijnimpact op de arbeidsmarktpositie te evalueren. Dit onderzoek onderstreept het belang van sociale maatschappelijke organisaties bij het bevorderen van gelijkheid en economische inclusie.
LINK
In deze deelrapportage worden resultaten weergegeven die afkomstig zijn uit interviews die met 28 buurtsportcoaches zijn gehouden die zich richten op kwetsbare burgers. Dit zijn burgers met een laag inkomen, lage SES, mensen met een migratieachtergrond en/of met een afstand tot de arbeidsmarkt. Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag (zoals benoemd in de inleiding, hoofdstuk 1) zijn vragen gesteld over de organisatie van het werk, de aanpak die buurtsportcoaches voor deze doelgroep hanteren, de activiteiten die zij aanbieden en de resultaten daarvan, en de samenwerking die ze aangaan. Daarnaast wordt ingegaan op belemmerende en bevorderende factoren in de werkzaamheden, de resultaten van de inzet en de manier van monitoren en evalueren. Resultaten: Nagenoeg alle buurtsportcoaches die zich richten op kwetsbare burgers werken in een team. Het overgrote deel ervaart veel vrijheid in de werkzaamheden en weet wat hij/zij voor taken heeft. Veel doelen zijn geformuleerd op effectniveau waarbij sport als middel wordt ingezet. Deze buurtsportcoaches gaan actief op zoek naar de doelgroep. Hun aanpak baseren ze veelal op eigen ervaring en kennis van anderen. Deze buurtsportcoach werkt veel samen met andere organisaties. De waardering die de buurtsportcoach krijgt, alsook steun en draagvlak voor de functie, vrijheid in werkzaamheden en zichtbaarheid in de wijk zijn factoren die bevorderend werken op de werkzaamheden van de buurtsportcoaches. Belemmerende factoren zijn met name gelegen in cultuurverschillen en in traagheid van processen. De buurtsportcoach zelf dient over een heel scala aan kennis, vaardigheden en kwaliteiten te bezitten. De buurtsportcoaches geven zowel resultaten weer op prestatie- als op effectniveau, zoals het verbeteren van de leefstijl, vergroten van zelfredzaamheid of beter welbevinden van de deelnemers. Daarnaast hebben zij expliciet oog voor individuele successen die worden geboekt. Maatwerk is essentieel voor deze doelgroep. Een groot deel van de mensen die worden bereikt behoort tot de inactieven. De manier van registratie en monitoring varieert enorm, sommigen registreren wekelijks, anderen doen dit veel minder frequent. Aangegeven wordt dat tijd en middelen om te monitoren soms ontbreken of dat de proceskant moeilijk te meten is. Conclusie en aanbevelingen: Verreweg de meeste doelen zijn geformuleerd op effectniveau of op prestatieniveau. Uit de interviews blijkt dat deze effecten vaak een individueel traject betreffen, waarbij sport als middel wordt ingezet. Het proces daartoe lijkt echter wel sterk resultaatgericht, namelijk het bereiken van juist die burgers die de inzet het hardst nodig hebben. Kwaliteit gaat hierbij boven kwantiteit. Werkzame principes voor de aanpak van de buurtsportcoach die zich richt op kwetsbare burgers lijken: actief op zoek gaan naar de kwetsbare burgers, maatwerk leveren en vraaggericht werken, een vertrouwensband opbouwen, inzet van rolmodellen en tot slot laagdrempelige activiteiten. Dat de kwetsbare burgers soms lastig vindbaar zijn en cultuurverschillen die worden ervaren belemmeren soms de werkzaamheden. Voor dit type buurtsportcoach wordt specifiek aanbevolen om ondersteuning te bieden bij monitoring en evaluatie, scholing te verzorgen in complexiteit van de doelgroep en scholing te verzorgen in verschillende typen organisaties waarmee de buurtsportcoaches samenwerken.
MULTIFILE
People with psychiatric disabilities frequently experience difficulties in pursuing higher education. For instance, the nature of their disability and its treatment, stigmatization and discrimination can be overwhelming obstacles. These difficulties can eventually lead to early school leaving and consequently to un- or underemployment. Unfortunately, support services for (future) students with psychiatric disabilities are often not available at colleges and universities or at mental health organizations.For the social inclusion and (future) labor opportunities of people with psychiatric disabilities it is of the utmost importance that they have better access to higher education, and are able to complete such study successfully. Supported Education is a means to reach these goals. Supported Education is defined as the provision of individualized, practical support and instruction to assist people with psychiatric disabilities to achieve their educational goals (Anthony, Cohen, Farkas, & Gagne, 2002).The main aim of the ImpulSE project (see Appendix 1 for information about the project's organization) was the development of a toolkit for Supported Education services for (future) students with psychiatric disabilities. The toolkit is based upon needs and resources assessments from the four participating countries, as well as good practices from these.Secondly, a European network of Supported Education (ENSEd) is initiated, starting with a first International Conference on Supported Education. The aim of ENSEd is to raise awareness in the EU about the educational needs of (future) students with psychiatric disabilities and for services that help to remove the barriers for this target group.The toolkit is aimed at students’ counselors, trainers, teachers and tutors, mental health managers and workers, and local authority officials involved in policymaking concerning people with psychiatric disabilities. It enables field workers to improve guidance and counseling to (future) students with psychiatric disabilities, supporting them in their educational careers.In the Netherlands alone, it is estimated that six per cent of the total student population suffers from a psychiatric disability—that is, a total of 40,000 students. On a European scale, the number of students with a psychiatric disability is therefore considerably high. We hope that through the project these students will be better empowered to be successful in their educational careers and that their chances in the labor market and their participation in society at large will be improved.
MULTIFILE