Melkveehouders, zuivelverwerkers en natuurbeheerders zien kruidenrijk grasland als een belangrijk onderdeel van een meer natuurinclusieve landbouw. Het draagt immers bij aan het verbeteren van de biodiversiteit én levert een positieve bijdrage aan de agrarische bedrijfsvoering. Maar het ene kruidenrijke grasland is het andere niet. In de praktijk zijn er verschillende doelen en vormen van kruidenrijk grasland. Boeren en natuurbeheerders hebben veel vragen over de toepassing van kruiden in grasland, waaronder de realisatie, het beheer en de voordelen voor bedrijf en biodiversiteit.
MULTIFILE
Kruidenrijk grasland staat volop in de belangstelling. Melkveehouders ontdekken steeds meer de positieve kanten van grasland met een grotere diversiteit aan kruiden, vlinderbloemigen en grassen. In deze factsheet wordt uitgelegd wat de meerwaarde van biodivers kruidenrijk grasland is voor biodiversiteit en bedrijf en wat de beste manier is om er mee aan de slag te gaan.
MULTIFILE
Kruidenrijk grasland staat volop in de belangstelling. Melkveehouders ontdekken steeds meer de positieve kanten van grasland met een grotere diversiteit aan kruiden, vlinderbloemigen en grassen. Dit is in de afgelopen jaren versterkt doordat de zuivelketen in samenwerking met de supermarktketens en ngo’s programma’s hebben ontwikkeld voor duurzame zuivel, waarbij meer biodiversiteit in het grasland een belangrijk thema is. Met toenemende belangstelling in de praktijk komen ook de vragen: hoe krijg je dan meer kruiden in het grasland, hoe hou je ze erin, hoe win je daar het beste ruwvoer van en hoe gebruik je dat in het rantsoen. Kortom, hoe maak je het een duurzaam onderdeel van je bedrijf. Om die redenen is in Friesland in 2017 het project Koeien en Kruiden gestart. Samen met de agrarische collectieven in Friesland, het Louis Bolk Instituut, Dairy Campus, de Vlinderstichting en Hogeschool Van Hall Larenstein is onderzoek gedaan naar biodiversiteit in kruidenrijk grasland, het beheer daarvan en de inpassing in het bedrijf. Het project bestond uit drie onderdelen: - In kaart brengen van de best practices van kruidenrijk grasland op 5 praktijkbedrijven - Demo’s op 6 bedrijven met het inzaaien en doorzaaien van kruidenrijke mengsels - Experiment Mengsels en Management op Dairy Campus Goed zicht op de voordelen en meer toepasbare vakkennis over aanleg en beheer van kruidenrijk grasland verlaagt de drempel om er in de praktijk mee aan de slag te gaan.
MULTIFILE
Onze huidige voedselvoorziening wordt gekenmerkt door overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen zoals antibiotica, genetische manipulatie, overdadig veel transport, water en andere grondstoffen worden gebruikt en productieprocessen gebaseerd op fossiele brandstoffen. Ook wordt veel landbouwgrond dusdanig uitgeput dat de kwaliteit van de grond en de diversiteit sterk achteruit gaan. Gezonde en duurzaam geproduceerde voeding zou voor iedereen bereikbaar moeten zijn. Bovendien is er veel leegstand in verschillende regio’s, deze leegstand kan door middel van aquacultuur systemen zeer waardevol worden benut. Dit is de aanleiding geweest om te zoeken naar alternatieve mogelijkheden voor duurzame productie van voedsel binnen de agrifoodsector. Geïntegreerde aquacultuur systemen worden verwacht goed toepasbaar te zijn voor duurzame voedingsproductie. Deze systemen verminderen de afhankelijkheid van de huidige voedselvoorziening van chemie, olie en gas. Bovendien stimuleert het de lokale en regionale economie en schept het duurzame werkgelegenheid. De doelstelling is het sluiten van de materiaalstroomketen, het voorkomen van afvalstoffen en het stimuleren van grondstof besparing. De aanpak van dit project is daarom gericht op de transitie naar circulaire materiaalstromen waarbij hoogwaardig hergebruik van de materialen mogelijk is op een manier waarbij waarde wordt toegevoegd. Hierbij worden mogelijkheden verkent in het kader van de biobased economy en nieuwe business- en verdienmodellen van dergelijke geïntegreerde aquaculturen. De onderzoeksvraag voor A2FISH is welke circulaire business- en verdienmodellen er realiseerbaar zijn voor kansrijke geïntegreerde aquacultuursystemen binnen de agrifoodsector. Om die onderzoeksvraag uiteindelijk te kunnen beantwoorden, zijn een aantal deelvragen geformuleerd: • Welke aquacultuursystemen zijn kansrijk toepasbaar binnen de agrifoodsector? • Aan welke technische en economische aspecten moet een aquacultuursysteem voldoen om te komen tot kansrijke business- en verdienmodellen? • Welke soorten planten kunnen worden met waardevolle inhoudsstoffen kunnen worden gekweekt met de aquacultuursystemen? • Welke soorten gangbaar industrieel visvoer kan worden gefabriceerd uit reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie en welke invloed heeft dit voer als bemesting op de waterkwaliteit? • Hoe ziet een vervolgtraject voor een geïntegreerd circulair aquacultuursysteem eruit en in hoeverre is dit anders dan voor gangbare alternatieven?
In het project ‘AgroCycle’ wordt onderzocht of een coöperatie van boerderijen zelfvoorzienend kunnen worden in energie en bemesting door het gebruiken van mest in organische afvalstromen voor de productie van energie, groene brandstof en groene meststoffen door middel anaerobe vergisting. In het project beogen de projectpartners de nutriëntenkringloop (van mest tot digestaat tot groene meststof) te koppelen aan een zelfvoorzienend energiesysteem (biomassa tot biogas tot groene brandstof voor de bewerking van het land) door de gecombineerde productie van biogas en groene meststoffen. De financiële haalbaarheid van een biovergister is sterk afhankelijk van het gebruik en de economische waarde van het digestaat. Met deze gecombineerde aanpak wordt zowel de haalbaarheid als de duurzaamheid (milieueffecten en CO2 - emissies) vergroot. Om de haalbaarheid van dit concept te onderzoeken wordt gebruik gemaakt van het bestaande model ‘BioGas simulator’ dat door de Hanzehogeschool Groningen ontwikkeld is om het technische proces van decentrale productie van biogas te kunnen simuleren.
Meststoffen zijn cruciaal voor de groei en bloei van planten, echter komen tijdens het groeiseizoen niet alle meststoffen op het juiste moment beschikbaar voor een plant. Thomas Vos van Regra, Aeres Hogeschool Dronten en NHL Stenden Hogeschool zijn vanaf 2018 bezig met de ontwikkeling van een mestpolymeer. Voor dit project willen Aeres Hogeschool en NHL Stenden Hogeschool onderzoeken welke invloeden de afbraak van dit organische mestpolymeer heeft op de groei en bloei van tuinplanten. Aan de hand van de onderzoeksresultaten gaat Thomas Vos met zijn bedrijf Regra dit mestpolymeer lanceren als plantbemesting voor de consumentenmarkt.