PowerPointpresentatie gebruikt op de eindbijeenkomst van DISAC / Grass4Farming in Zwolle op 20 februari 2019.
DOCUMENT
Overzicht van de resultaten van het Agrobiokon-EDR project. Deze resultaten zijn ten aanzien van stikstof en kalium bemesting, rooibeschadiging zetmeelaardappelen, bewaartechniek, quarantaine ziekten (nematoden en wratziekte) en het OPTIRas beslissingsondersteunend systeem. Nieuwe vormen van kennisoverdracht worden beschreven met leerlingen van het MBO en Berufsbildende Schulen.
DOCUMENT
Machteld Huber (1951) haalde in 1983 haar huisartsendiploma aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Op haar 35ste werd ze onderzoeker naar voeding en gezondheid bij het Louis Bolk Instituut in Driebergen en ontwikkelde ze een nieuw concept voor gezondheid. In 2015 richtte ze het Institute for Positive Health op (www.positievegezondheid.nl). In 2012 ontving zij de ZonMw-parel voor haar werk. Op 18 mei 2017 sprak Machteld Huber de vijfde Life Lezing uit bij Aeres Hogeschool Dronten. Zij verbindt in deze lezing haar eigen vakgebied ‘positieve gezondheid’ met het domein van de hogeschool, namelijk ‘voedselproductie’. Aan het einde van haar lezing geeft zij de hogeschool een belangrijke onderzoeksvraag mee: welk effect heeft bemesting op gezondheid en veerkracht van het gewas en daarmee op die van het voedsel? Het onderzoeken van dergelijke relaties is uitdagend werk!
DOCUMENT
LINK
Het tweede jaar van waarnemingen en experimenteren met het toepassen van plaats- en tijdspecifieke bemesting van grasland op basis van gewas en bodeminformatie zit erop. Bij maatschap Koers in Katlijk en op Dairy Campus hebben deze metingen plaats gevonden. Er is veel informatie verzameld en deze data wordt nu nog geanalyseerd. Op basis hiervan kan er gekeken worden of er daadwerkelijk een stap in precisiebemesting gemaakt kan worden. Een impressie van de eerste resultaten. Het project Connectivity maakt deel uit van het Publiek-Private Samenwerkingsproject (PPS) ‘Data Intensive Smart Agrifood Chains’ (DISAC).
LINK
Op 31 mei 2021 zijn de resultaten van vier jaar onderzoek naar kruidenrijk grasland gepresenteerd. Ruim 100 mensen waren online aanwezig bij de eindpresentatie van het project ‘Koeien en Kruiden’. Tijdens de bijeenkomst vertelde Anne Jansma (Hogeschool Van Hall Larenstein) over het effect van kruidenrijk grasland op de biodiversiteit. Vervolgens presenteerde Nyncke Hoekstra (Louis Bolk Instituut) de resultaten van de proef op Dairy Campus. Hier is het effect van verschillende mengsels en beheervormen onderzocht. Anthonie Stip (Vlinderstichting) prikkelde de deelnemers om eens na te denken over een andere manier van grasland maaien, namelijk het sinusbeheer (maaien met een paar biertjes op). Anne Jansma (HVHL) vertelde daarna meer over de aanleg en het beheer van kruidenrijk grasland.Kruidenrijk grasland staat volop in de belangstelling. Melkveehouders ontdekken steeds meer de positieve kanten van grasland met een grote diversiteit aan kruiden, vlinderbloemigen en grassen. In het project ’Koeien en Kruiden’ hebben HVHL, het Louis Bolk Instituut en de Vlinderstichting de afgelopen vier jaar onderzoek gedaan naar de meerwaarde van extensief beheerd kruidenrijk grasland op melkveehouderij bedrijven. Tijdens het onderzoek is veel aan voorlichting gedaan om betrokken partijen van kennis te voorzien. Dit is gedaan d.m.v. veldbijeenkomsten, studiegroepen, nieuwsbrieven en demonstraties.Uit het onderzoek wat gedaan is in het kader van het project ‘Koeien en Kruiden’ blijkt dat op kruidenrijk grasland meer grote insecten en een hogere diversiteit van bijvoorbeeld loopkevers voorkomen. Daarnaast heeft juist op intensieve bedrijven kruidenrijk gras een meerwaarde in het rantsoen. Met goed afgestemd beheer is het voor een grote groep, zowel extensieve als intensieve, melkveehouders in Nederland goed inpasbaar. Het kruidenrijke beheergras is, mits onder de juiste omstandigheden gewonnen, een goede en smakelijke structuurbron voor het vee. Zo profiteren insecten, weidevogels en koeien van kruidenrijk grasland.
MULTIFILE
Het project van Aeres Hogeschool Dronten heeft als doel om via het delen en analyseren van telersdata binnen een groep van dertien telers te komen tot nieuwe inzichten, betere bedrijfsvoering en efficiëntere ketens, gericht op economische en ecologische duurzaamheid. Hiervoor wordt een data-infrastructuur gerealiseerd waarmee telers gefaciliteerd worden in het verzamelen, delen en analyseren van data en toegang krijgen tot complexere analyse technieken. Het project beoogt een groep telers op te leiden om de infrastructuur en tools te gebruiken en gezamenlijk data te delen en te analyseren om de teelt te verbeteren. Aan het einde van het project worden concrete verbeteringen verwacht op het gebied van input en opbrengst in de aardappelteelt.Het project richtte zich op het onderzoeken van hoe data van agrarische ondernemers in Flevoland gebruikt en gedeeld kan worden om economische en ecologische verbeteringen te bereiken. De landbouwsector verzamelt steeds meer gegevens over variabelen die de groei en bewaring van gewassen beïnvloeden, waarmee de benadering van landbouw verduurzaamd kan worden. Echter, het gebruik van data staat nog in de kinderschoenen en beslissingen worden vaak genomen op basis van advisering van externe commerciële partijen. Het delen van data is ook nog gevoelige materie. Het project wil deze drempels verlagen door telers meer data onderling te laten uitwisselen en met partners in de keten.De data-infrastructuur wordt gerealiseerd voor een groep van 15-20 telers die bereid zijn teelt- en/of bewaarsturing te doen op basis van beschikbare object-specifieke en actuele data. De data kunnen met elkaar gedeeld worden en zo kunnen de bedrijven verbeterd worden. De telers krijgen via de infrastructuur toegang tot complexere analyse technieken. Het project is opgedeeld in drie groepen op basis van locatie in de provincie: een groep telers rond een pilot bedrijf in Dronten, een groep rond een pilot bedrijf in Swifterbant en een groep in de NOP.De drie pilot bedrijven hebben aan het begin van het project een inventarisatie gedaan op basis van een door Aeres opgestelde vragenlijst om inzicht te krijgen in de minimale beschikbare data voor deelname aan het project. De meeste gevraagde data zijn reeds beschikbaar, behalve bij het pilot bedrijf in de NOP. De ontbrekende data kunnen worden opgevraagd bij lokale weerstations of in het project door projectpartners worden gerealiseerd.In de agrarische sector komt het vaak voor dat er ontbrekende data zijn over de factoren die bijdragen aan mislukkingen in de precisielandbouw. Dit komt doordat er vaak wordt gedacht in termen van wat wel werkt, in plaats van wat niet werkt. Een manier om dit tegen te gaan is door bewust te zijn van de ontbrekende data en deze proactief op te zoeken. Dit kan bijvoorbeeld door onderzoek te doen naar de milieu-impact van landbouw.Door dit project is beter inzicht verkregen in de effectiviteit van inputs alsmede met betrekking tot de impact op de omgeving. De volgende verbeteringen zijn gerealiseerd:• Beter inzicht in timing van teelthandelingen waardoor de bodem wordt ontzien.• Beter inzicht in effecten van teeltrotaties waardoor gekozen kan worden voor rotaties met minder impact en toch goede financiële resultaten behaald worden.• Door vergelijking kan er effectiever omgegaan worden met inputs zoals mest en gewasbeschermingsmiddelen waardoor naast minder gebruik ook minder af- en uitspoeling zal plaatsvinden.• Door effectiever gebruik van inputs zal per kg geproduceerde aardappelen minder oppervlakte, energie en chemie nodig zijn.Trefwoorden: digitalisering boerenbedrijf, data, pop3, databoeren, precisielandbouw RVO zaaknummer: 17717000042
DOCUMENT
Het belang van een goed functionerend bodemleven wordt steeds meer erkend. Wormen zijn hierbij een belangrijke indicator van de bodemkwaliteit en daarnaast een belangrijke voedselbron voor weidevogels. In het project ‘Optimalisatie Kruidenrijk Grasland’ is door Hogeschool Van Hall Larenstein en het Louis Bolk Instituut onderzoek gedaan naar regenwormen in extensief beheerd kruidenrijk grasland en regulier grasland op kleigrond in Friesland.
DOCUMENT
Kruidenrijk grasland staat volop in de belangstelling. Melkveehouders ontdekken steeds meer de positieve kanten van grasland met een grotere diversiteit aan kruiden, vlinderbloemigen en grassen. In deze factsheet wordt uitgelegd wat de meerwaarde van biodivers kruidenrijk grasland is voor biodiversiteit en bedrijf en wat de beste manier is om er mee aan de slag te gaan.
DOCUMENT