In this project we take a look at the laws and regulations surrounding data collection using sensors in assistive technology and the literature on concerns of people about this technology. We also look into the Smart Teddy device and how it operates. An analysis required by the General Data Protection Regulation (GDPR) [5] will reveal the risks in terms of privacy and security in this project and how to mitigate them. https://nl.linkedin.com/in/haniers
MULTIFILE
Met de uitvoering van het onderzoek ‘Het stedenbouwkundig bureau van de toekomst’ (zie eerste rapportage van het RAAK-project) aan de Hogeschool van Amsterdam is een kennisplatform tot stand gekomen over de inhoud en onderlinge positionering van stedelijke theorieën, methoden en casussen. Het platform stelt de stedelijk professional (al werkend en lerend) in staat, in samenspraak met collega’s, de beschikbare interdisciplinaire kennis over ruimtelijke analyses in stedelijke gebieden te ontsluiten, te delen en te vergroten.
Inzicht in de bedrijfsafvalstromen in steden, op basis van gecombineerde data en expertsessies met meerdere partijen in de bedrijfsafvalbranche en bij gemeentes. Er is in steden nauwelijks zicht op wat er aan bedrijfsafval vrijkomt, en hoe dit wordt ingezameld. De gegevens ontbreken, of zijn in handen van verschillende private partijen en worden onderling niet gedeeld. Hierdoor staan bereikbaarheid en ruimtegebruik onder druk en is er geen zicht op de potentie van circulaire modellen. Het doel van dit project is om inzicht te krijgen in bedrijfsafvalstromen in steden door data van meerdere bedrijfsafvalinzamelaars en gemeentes te combineren. Zowel inzamelaars (vanuit hun uitvoerende taak) als overheid (vanuit haar regulerende taak) hebben hier belang bij. De verkregen inzichten vormen de basis voor een dialoog over innovaties op het gebied van circulaire reststroom modellen. Met dit inzicht kunnen wiskundige modellen voor efficiëntere inzameling en benutting van reststromen in de circulaire stad worden ontwikkeld. Daarbij kan door monitoring van reststromen de druk van bedrijfsafvalinzameling op de leefomgeving worden verminderd met data gedreven logistieke modellen (zoals betere voertuigmodaliteit, afvalscheiding, routes). De kennis wordt samengebracht door- en gedeeld met deelnemende consortiumpartners, die tezamen het grootste deel van het bedrijfsafval inzamelen.
Bevoorrading en retourstromen in stedelijke gebieden zijn kostbaar en gebonden aan veel regelgeving. Er is verkeersdruk en parkeren (op laad- en losplekken) is vaak slecht mogelijk. Dit project bekijkt een nieuwe techniek om verkeersstromen in Amsterdamse straten te observeren en de relatie te leggen met de bevoorrading van winkels, van de markt en van andere bedrijven en partijen in een straat. Met dit inzicht kan er in samenwerking met vervoerders, leveranciers, ondernemers en bewoners bekeken worden welke oplossingen er zijn om de verkeersdruk te verminderen. Het slimmer en schoner regelen van de bevoorrading en inzameling van afval betekent een beter leefklimaat, een betere bereikbaarheid en niet in de laatste plaats een bruisende wijk waar het prettig vertoeven is. Het samenbrengen van de benodigde data is arbeidsintensief en zal in verband met concurrentie posities en privacy niet altijd mogelijk zijn. Schattingsmodellen en metingen worden daarom ingezet. Een andere techniek is om daadwerkelijk in een winkelstraat te gaan observeren. Fysiek is dat zeer arbeidsintensief en camerabeelden mogen meestal niet worden gebruikt in verband met privacy. Met artificiële intelligentie kunnen objecten (en personen) uit beeldmateriaal worden herkend. Daarover zijn succesverhalen in een social media context gepresenteerd, en recent ook in verkeersomgevingen (vaak snelwegen). In dit project willen we gedetailleerd beeldmateriaal (foto’s) verzamelen, om te zien welke informatie kan worden geleerd met beeldherkennings-algoritmes. Het betreft een verkennend bruikbaarheidsonderzoek met een aantal praktijkpartners.
In Nederland is er de laatste jaren steeds meer vraag naar duurzame mobiliteitsoplossingen, zoals deelvervoer. Dit kan helpen om de bereikbaarheid te verbeteren en de afhankelijkheid van privéauto's te verminderen, vooral in kleinere en landelijke gemeenten. Echter, veel van deze gemeenten hebben niet genoeg capaciteit om deelvervoer te implementeren en ervaren vaak weerstand van bewoners. Soms worden er proefprojecten opgezet, maar deze sluiten vaak niet goed aan bij de behoeften van de inwoners, wat leidt tot een laag gebruik en het stopzetten van deze initiatieven. Het doel van dit projectvoorstel is om een proces, tool of methode te ontwikkelen die gemeenten ondersteunt bij het aanbieden van deelvervoer. Dit gebeurt door de wensen van bewoners in kaart te brengen via enquêtes, interviews en workshops. Door bewoners bewust te maken van de voordelen van deelvervoer, zoals lagere kosten en meer vrijheid, kan het gebruik worden gestimuleerd. In landelijke gebieden is de afhankelijkheid van de auto groot, vooral omdat openbaar vervoer vaak beperkt is. Deelvervoer kan hier een oplossing bieden. De gemeente Ridderkerk is een voorbeeld waar deelauto's zijn verwijderd vanwege te weinig gebruik, maar er is nog steeds interesse in het aanbieden ervan. Het project richt zich op het verbeteren van de communicatie over de voordelen van deelvervoer, zowel voor de gemeenschap als voor individuele bewoners, en het ondersteunen van gemeenten in het implementeren ervan. Het consortium bestaat uit de TU Delft en drie MKB-bedrijven: VCCR Advies, PANEL en Ideate. Met deze unieke mix van ervaring en expertise rondom mobiliteit, vervoersadvies, gedragsverandering en bewonersparticipatie bieden wij een bewonersgerichte en geïntegreerde aanpak. De Gemeente Ridderkerk is betrokken als praktijkcase. Het project richt zich op het verbeteren van deelvervoer door bewonersparticipatie en onderzoek naar behoeften. Resultaten worden gedeeld via platforms en publicaties voor andere gemeenten.