Bijlage 3 van Symposium Contingent handelen van docenten in het primair, voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs In het middelbaar beroepsonderwijs wordt van docenten verwacht dat zij hun handelen continu afstemmen op de beroepskennis van studenten. Dit houdt in dat docenten de beroepskennis van studenten diagnosticeren en hier hun interventies zowel inhoudelijk als qua taalgebruik op aanpassen. In een casestudie is onderzocht hoe docenten van de opleiding Sport en Bewegen diagnosticeren en interveniëren. Er is een instrument ontwikkeld om contingent handelen van mbo-docenten in kaart te brengen. Voorlopige resultaten laten zien dat docenten beroepskennis van studenten nauwelijks expliciet diagnosticeren. Docenten geven aan dat dit te maken heeft met tijdsdruk en dat diagnosticeren vaak impliciet gebeurt.
DOCUMENT
Studenten in het beroepsonderwijs hebben vaak problemen met recontextualiseren. Door recontextualisatie verbinden studenten verschillende type kennis tot beroepskennis. Beroepskennis wordt opgevat als verborgen, situationele, episodische maar ook expliciete en gecodificeerde kennis. Dit artikel gaat in op de vraag hoe recontextualiseren door studenten in het beroepsonderwijs gestimuleerd kan worden. Twee gevalsstudies in het voorbereidend- en het middelbaar beroepsonderwijs zijn uitgevoerd, waar de eerste gevalsstudie ontwerptekeningen en de tweede gevalsstudie beroepsdilemma’s gebruikt om recontextualisatie van studenten te stimuleren. De eerste gevalsstudie laat zien dat ontwerptekeningen het recontextualiseren van studenten in het technische voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs kan ondersteunen. De ontwerptekeningen zetten studenten aan tot het verbinden van verschillende type kennis, waarbij docenten actief hun eigen beroepskennis expliciteerden. De resultaten van de tweede gevalsstudie laten zien dat het bespreken van beroepsdilemma’s studenten in het middelbaar beroepsonderwijs aanzet tot reflectie. Er werden geen verschillen gevonden in interacties tussen studenten en docenten en tussen studenten onderling. Wel werden er verschillen gevonden voor het beroep (ICT en Pedagogisch Werk). De twee gevalsstudies laten zien dat begeleiding van de docent ertoe doet bij het recontextualiseren van beroepskennis
DOCUMENT
The focus of the thesis is an exploration into students’ vocational knowledge in the context of Dutch vocational education and training (VET). The reason students’ vocational knowledge requires exploration is because there is no consensus among scholars in the field of VET about how to theorise the nature of students’ vocational knowledge; most (not all) scholars rely on dichotomous conceptualisations, such as theory versus practice, general versus specific or explicit versus implicit. However, such commonly used dichotomies are not very helpful to understand the complex nature of vocational knowledge. Vocational knowledge is more than putting bits of theoretical and practical knowledge together, it is characterised by sometimes-intimate relationships between knowledge and actions. As a result of the above-mentioned gap in the VET literature, there is little empirical research on how VET students develop vocational knowledge and the extent to which this is occupation-specific knowledge. To understand students’ vocational knowledge, four different aims are formulated and carried out in four studies. The aim of the first study is to identify powerful vocational learning environments to enable the selection of a case that represents high quality vocational learning and teaching. With an eye on analysing students’ vocational knowledge, the second study aims to conceptualise the nature of vocational knowledge that avoids dichotomies. Therefore, two conceptual frameworks are integrated; the idea of contextualising is introduced which is based on cultural-historical theory to highlight the crucial role activity plays in knowledge development and to understand the relationships between the mind (i.e., what people think (and feel)), and action (i.e., what people do). Secondly, the theory is supplemented with ideas from inferentialism, a philosophical semantic theory of meaning to provide a useful way to focus on students’ processes of knowing and to reveal students’ vocational knowledge in terms of ongoing reasoning processes. The third study uses the conceptualisation of vocational knowledge to explore how students develop vocational knowledge in occupational practice, and to illustrate the process of contextualising. The forth study aims to describe what characterises students’ vocational knowledge using an analytic framework that distinguishes between occupation-specific knowledge components and qualities. This thesis contributes to research scholarship in the field of VET and an understanding of students’ vocational knowledge in practice. The theoretical framework of contextualising supplemented with inferentialism provides an alternative way to focus on students’ processes of knowing and helps to reveal students’ vocational knowledge in terms of reasoning processes. The empirical explorations and illustrations of students’ vocational knowledge contribute to the scholarly literature and practice on understanding the nature of vocational knowledge, how students develop vocational knowledge and what characterises their vocational knowledge. The intention to introduce the idea of contextualising is not about reinventing the wheel but rather an attempt to understand how it turns and how it functions. The intention of this thesis is to encourage dialogue and move the debate about the nature of vocational knowledge further, and hence, to provide some “food for thought”.
DOCUMENT
Eén van de taken van verpleegkundigen is om de kwaliteit van hun werk te monitoren via richtlijnen en protocollen. Maar in mensgerichte beroepen doen zich voortdurend omstandigheden voor waarin regels geen antwoord geven op individuele situaties en behoeften van zorgvragers. Daar waar regelgeving en protocollen haperen als instrument voor het professionele handelen, zal de professional een beroep doen op andere bronnen van inspiratie. Die bronnen zijn, naast cognitieve kaders, de normen en waarden die gevormd worden in de opvoeding, de cultuur en religie, de opleiding en de sociale context van het beroep. De diverse bronnen worden, meestal in overleg met anderen, gewogen om tot wijze besluitvorming te komen. Het verwerven en gebruiken van bronnen voor wijze besluitvorming wordt in de literatuur aangeduid als een stap in de ontwikkeling tot ‘expert’ professional. Deze ontwikkeling zou vooral ná de opleiding plaatsvinden door het opdoen van ervaringen in de beroepspraktijk. De laatste jaren is in de literatuur hernieuwde belangstelling voor deze ‘vaardigheid van wijze besluitvorming’ van professionals. Deze belangstelling lijkt een reactie op de protocollair aangestuurde beroepspraktijk en de onmogelijkheid om alle professionele handelen daarin te vatten. Data uit onderwijskundige bronnen tonen aan dat studenten al in de opleiding starten met het ontwikkelen van deze vaardigheid. Doel van het onderzoek is om meer kennis te verzamelen over deze vaardigheid van wijze besluitvorming van de hbo-verpleegkundige en hoe zij bronnen van inspiratie inzetten in hun professionele handelen. Het onderzoek beoogt 1) literatuurstudie naar het ontwikkelen van de vaardigheid van wijze besluitvorming en de rol daarin van bronnen van inspiratie, 2) kwalitatief onderzoek onder laatstejaars studenten en novice hbo-verpleegkundigen naar welke bronnen zij ontwikkelen en inzetten in de vaardigheid van wijze besluitvorming, en 3) actieonderzoek naar het gebruik van de bronnen in het handelen in de verpleegkundige praktijk en het handelingsrepertoire uit te breiden.
Voor de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs is het belangrijk dat docenten zich continu blijven ontwikkelen. Welke activiteiten ondernemen mbo-docenten om zich te professionaliseren en wat is de doorwerking daarvan op hun denken en/of doen? In dit promotieonderzoek verzamelen we inzichten hierover.
Voor de kwaliteit van het middelbaar beroepsonderwijs is het belangrijk dat docenten zich continu blijven ontwikkelen. Welke activiteiten ondernemen mbo-docenten om zich te professionaliseren en wat is de doorwerking daarvan op hun denken en/of doen? In dit promotieonderzoek verzamelen we inzichten hierover.Doel We willen inzicht krijgen in de professionele ontwikkeling van ervaren mbo-docenten, de activiteiten die zij ondernemen om te professionaliseren en de samenhang tussen deze activiteiten en hun professionele ontwikkeling. Onder professionele ontwikkeling verstaan we het proces van activiteiten dat leidt tot verandering in denken en/of doen. We richten ons op: Formele en informele professionaliseringsactiviteiten en hun kenmerken; De doorwerking van deze professionaliseringsactiviteiten op denken en/of doen; Inzicht in beroepskennis van mbo-docenten en de ontwikkeling daarvan; Onderzoek naar de samenhang tussen professionele ontwikkeling en professionaliseringsactiviteiten. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. De verwachte opbrengsten resulteren in: Wetenschappelijke opbrengsten: vier artikelen, presentaties op conferenties en proefschrift. Praktijkgerichte opbrengsten: publicaties, workshops, en presentaties voor betrokkenen uit het mbo-onderwijs. Behaalde resultaten Onderzoeksplan 'Professionele ontwikkeling van ervaren mbo-docenten', 2017. Presentatie ‘Professionele ontwikkeling van ervaren mbo-docenten: Tijdens koffiepraat of een formele cursus?’ tijdens de mbo-onderzoeksdag in Rotterdam, november 2017 Posterpresentatie ‘Professionele ontwikkeling van ervaren mbo-docenten: Tijdens koffiepraat of een formele cursus?’ tijdens de Onderwijs Research Dagen in Nijmegen, juni 2018. Presentatie ‘Onderzoek naar kennisontwikkeling m.b.v. Concept maps’ tijdens de mbo-onderzoeksdag in Hengelo, november 2019. Discussietafel ‘Longitudinaal onderzoek naar professionalisering van mbo-docenten; ontwikkelen van de analyse-aanpak van data uit verschillende bronnen. Tijdens de Onderwijs Research Dagen in Hasselt, Belgie, juni 2022. Posterpresentatie ‘VET teachers’ professional development; a study on the impact of formal and informal activities' tijdens de EarliSIG11 conferentie in Oldenburg, Duitsland, juni 2022. Verwachte resultaten kunnen helpen bij het ontwerpen en uitvoeren van professionaliseringsbeleid en -activiteiten in het mbo. Looptijd 01 september 2017 - 01 september 2024 Aanpak Dit promotieonderzoek betreft een samenwerking tussen de OU en het lectoraat Beroepsonderwijs. De promotor vanuit de OU is prof. dr. Elly de Bruijn (ook lector Beroepsonderwijs), en de co-promotor vanuit het lectoraat Beroepsonderwijs is dr. Maaike Koopman. Om zicht te krijgen op formele- en informele professionaliserings-activiteiten en professionele ontwikkeling van mbo-docenten, voeren we een longitudinaal onderzoek (2,5 jaar) uit, waarbij docenten aan de hand van Learner Reports en interviews bevraagd worden over hun ondernomen professionaliseringsactiviteiten en de doorwerking daarvan op hun denken en/of doen. Om de ontwikkeling van beroepskennis van docenten in kaart te brengen analyseren we de door hen gemaakte concept maps en interviewen we hen hierover. Om zicht te krijgen op de samenhang tussen professionele ontwikkeling en professionaliseringsactiviteiten wordt een case studie uitgevoerd.