In dit boek wordt aan de hand van een theoretisch kader over boundary crossing en vele praktijkvoorbeelden beschreven hoe het leerpotentieel op de grens tussen opleiding en de beroepspraktijk, of tussen professionaliseringstrajecten en leren op het werk, kan worden aangeboord.
DOCUMENT
Deze vier artikelen uit verschillende hoeken van de HU illustreren uiteenlopende ervaringen met de koppeling tussen onderwijs, onderzoek en beroepspraktijk. Uit hun verhalen blijkt dat deze verbindingen steeds meer vorm krijgen en dat de ervaringen met de HU als kennisinstelling vooral positief zin. Uitgegeven op het HU onderwijscongres 2008 als Passie & Precisie deel 02.
DOCUMENT
Symposium voor Divisie Beroepsonderwijs, Bedrijfsopleidingen, Vakmanschap van de Onderwijs Research Dagen 2016 (ORD2016)
DOCUMENT
In dit essay wordt de invloed van het proces van Europese integratie op de beroepspraktijk belicht: welke opleidingen worden geraakt door de beleidsontwikkelingen in Brussel, en welke beroepen en vakken worden er in de praktijk door beinvloed? Tevens wordt stilgestaan bij mogelijke ontwikkelingen in de toekomst ten aanzien van deze onderwerpen
DOCUMENT
Onderwijs en Gezondheidszorg 41(7) p.p. 26-29
DOCUMENT
Beroepsopleidingen geven een belangrijke plaats aan het leren van studenten in de beroepspraktijk. Terecht, want werkelijk leren handelen als beroepsbeoefenaar kun je alleen in de praktijk, ofwel: het verwerven van beroepscompetenties vereist het beoefenen ervan in de praktijk. Het is echter niet eenvoudig om leren in de werkomgeving doelgericht te organiseren en te begeleiden. Niet alleen de condities maar ook de leerprocessen tijdens stages zijn van een andere aard dan leerprocessen binnen school. Studenten gaan deel uitmaken van de beroepspraktijk en leren door als aanstaande beroepsbeoefenaar te participeren in die praktijk. Hoe verloopt werkend leren en wat is nodig om dat leren zo optimaal mogelijk te laten verlopen? [Inleidend artikel van themanummer: competentiegerichte didactiek in het gezondheidszorgonderwijs].
DOCUMENT
De doelstelling van dit rapport is te inventariseren hoe voor het project Veiligheid op de werkvloer de samenwerking en kennisuitwisseling met de beroepspraktijk het beste kan worden vormgegeven. Op basis van interviews, kennismakingsgesprekken en (bedrijfs)bezoeken is inzichtelijk geworden dat bedrijven, werkzaam in de technologische industrie in Twente, behoefte hebben aan samenwerking. Daarbij gaat het vooral om samenwerking op het gebied van de ‘veiligheid op de werkvloer, met behulp van de inzet van slimme technologie (ambient intelligence)’ via het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie en, onder meer, het lectoraat Ambient Intelligence. Gesteld kan worden dat bijna iedere respondent hier erg positief tegenover stond. Met als kanttekening dat men niet altijd direct een (optimaal) beeld heeft van wat die inzet van slimme technologie concreet kan betekenen voor de veiligheid op de werkvloer . Dit nemen we mee in fase 2 van het project. Via op te zetten studentenonderzoeksprojecten kunnen we de vervolgstap tot samenwerking verder vormgeven. Zo stellen de respondenten al een aantal gerichte vragen, die de bedrijven binnen de eigen organisatie willen onderzoeken, samen met het Kenniscentrum Design en Technologie en zijn lectoraten. Hoe kunnen we slimme technologie ter bewustwording van en het bewust blijven van onveilige situaties ontwikkelen en/of inzetten voor het op de locatie werkende personeel en andere aanwezigen of bezoekers? Zijn er slimme technologische oplossingen denkbaar voor de veiligheid rond oude, gemodificeerde, machinelijnen met open, voor iedereen bereikbare/toegankelijke, draaiende delen? Kan men op een andere manier dan tot op heden gebeurt een tool ontwikkelen om risico’s, die nu niet inzichtelijk zijn, in kaart te brengen? Door het beantwoorden van deze vragen levert het onderzoek blijvende effecten voor de technologische industrieën en de daaraan verbonden bedrijven. In deze economische zorgelijke tijden zijn deze effecten bevorderlijk voor het (verder) profileren van Twente als een aantrekkelijke werkomgeving voor technologische kenniswerkers. Daarmee kunnen we de braindrain uit het oosten van Nederland verminderen. Aanbevelingen ter invulling van het bedrijfsimplementatieplan voor fase 2 van het project zijn: Het opzetten en verder vormgeven van testsettings in laboratoria, onder meer in het kader van de verankering van de labomgeving van het Kenniscentrum Design en Technologie in de regio. Het maken van concrete afspraken met de geïnterviewde bedrijven om te komen tot onderzoek naar een intelligente kleurensensor, preventieve middelen gericht op het voorkomen van uitglijden, vallen en struikelen, gasdetectiesystemen, waarschuwingssystemen, etc. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten, zowel bij Saxion als op bedrijfslocaties. De inzet van stagiairs en afstudeerders. Op deze manier realiseren we een zo optimaal mogelijke aansluiting tussen de beroepspraktijk en het onderwijs en hbo-onderzoek. De aanpak van veiligheid op de werkvloer en de inzet van slimme technologieën daarbij is een dynamisch ketenoverstijgend integraal proces. Het bedrijfsleven erkent het belang hiervan. Het is daarom aanbevelenswaardig om bovengenoemde aanbevelingen te implementeren in vervolgfase 2 van het RAAK PRO-2-013 project Veiligheid op de werkvloer.
MULTIFILE
De doelstelling van dit rapport is te inventariseren hoe voor het project Veiligheid op de werkvloer de samenwerking en kennisuitwisseling met de beroepspraktijk het beste kan worden vormgegeven. Op basis van interviews, kennismakingsgesprekken en (bedrijfs)bezoeken is inzichtelijk geworden dat bedrijven, werkzaam in de technologische industrie in Twente, behoefte hebben aan samenwerking. Daarbij gaat het vooral om samenwerking op het gebied van de ‘veiligheid op de werkvloer, met behulp van de inzet van slimme technologie (ambient intelligence)’ via het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie en, onder meer, het lectoraat Ambient Intelligence. Gesteld kan worden dat bijna iedere respondent hier erg positief tegenover stond. Met als kanttekening dat men niet altijd direct een (optimaal) beeld heeft van wat die inzet van slimme technologie concreet kan betekenen voor de veiligheid op de werkvloer . Dit nemen we mee in fase 2 van het project. Via op te zetten studentenonderzoeksprojecten kunnen we de vervolgstap tot samenwerking verder vormgeven. Zo stellen de respondenten al een aantal gerichte vragen, die de bedrijven binnen de eigen organisatie willen onderzoeken, samen met het Kenniscentrum Design en Technologie en zijn lectoraten. Hoe kunnen we slimme technologie ter bewustwording van en het bewust blijven van onveilige situaties ontwikkelen en/of inzetten voor het op de locatie werkende personeel en andere aanwezigen of bezoekers? Zijn er slimme technologische oplossingen denkbaar voor de veiligheid rond oude, gemodificeerde, machinelijnen met open, voor iedereen bereikbare/toegankelijke, draaiende delen? Kan men op een andere manier dan tot op heden gebeurt een tool ontwikkelen om risico’s, die nu niet inzichtelijk zijn, in kaart te brengen? Door het beantwoorden van deze vragen levert het onderzoek blijvende effecten voor de technologische industrieën en de daaraan verbonden bedrijven. In deze economische zorgelijke tijden zijn deze effecten bevorderlijk voor het (verder) profileren van Twente als een aantrekkelijke werkomgeving voor technologische kenniswerkers. Daarmee kunnen we de braindrain uit het oosten van Nederland verminderen. Aanbevelingen ter invulling van het bedrijfsimplementatieplan voor fase 2 van het project zijn: Het opzetten en verder vormgeven van testsettings in laboratoria, onder meer in het kader van de verankering van de labomgeving van het Kenniscentrum Design en Technologie in de regio. Het maken van concrete afspraken met de geïnterviewde bedrijven om te komen tot onderzoek naar een intelligente kleurensensor, preventieve middelen gericht op het voorkomen van uitglijden, vallen en struikelen, gasdetectiesystemen, waarschuwingssystemen, etc. Het organiseren van netwerkbijeenkomsten, zowel bij Saxion als op bedrijfslocaties. De inzet van stagiairs en afstudeerders. Op deze manier realiseren we een zo optimaal mogelijke aansluiting tussen de beroepspraktijk en het onderwijs en hbo-onderzoek. De aanpak van veiligheid op de werkvloer en de inzet van slimme technologieën daarbij is een dynamisch ketenoverstijgend integraal proces. Het bedrijfsleven erkent het belang hiervan. Het is daarom aanbevelenswaardig om bovengenoemde aanbevelingen te implementeren in vervolgfase 2 van het RAAK PRO-2-013 project Veiligheid op de werkvloer.
MULTIFILE
Het woord complexiteit heeft een Latijnse oorsprong en betekent letterlijk samengevlochten. Deze bundel bekijkt welke rol complexiteit speelt in de beroepspraktijk en in de praktijk van de onderzoekers, de docenten, onderwijsontwerpers en organisatoren aan de HU. Elke bijdrage benadrukt verschillende aspecten van complexiteit en een ieder heeft zijn of haar eigen visie op dit begrip. Complexiteit is zelf een complex begrip waarvan geen eenduidige, sluitende definitie te geven is die recht doet aan de pluraliteit ervan. Om verwarring te voorkomen, zal ik in dit hoofdstuk een theoretisch kader schetsen waarbij ik een aantal terugkerende kenmerken van complexiteit uitlicht om zo de vlecht van de complexiteit wat te ontwarren.
DOCUMENT
In deze call voor een reeks rondom praktijkgericht onderzoek willen we onderzoekers uitnodigen om over hun praktijkgericht onderzoek te publiceren. Dit zijn studies waarvan de vraagstelling is ingegeven door de beroepspraktijk en waarvan de in het onderzoek opgedane kennis primair en rechtstreeks bijdraagt aan een vergroting van kennis en handelingsvermogen in die beroepspraktijk.
LINK