Eindrapport van de expertgroep Protocol, ingesteld door de Vereniging Hogescholen De expert groep heeft van de Vereniging Hogescholen de opdracht gekregen om de wenselijkheid en mogelijkheid te verkennen van een gezamenlijk, bottom-up opgesteld protocol of protocollen voor het beoordelen van (kern)werkstukken en te adviseren over de wijze waarop deze tot stand dienen te komen en aan welke kwaliteitseisen deze dienen te voldoen. De expertgroep is zich bij haar werk voortdurend bewust geweest van het dilemma dat in het idee van gezamenlijke protocollen zit verscholen. Enerzijds is het verantwoord beoordelen van (kern) werkstukken van studenten zo belangrijk voor de kwaliteit en geloofwaardigheid van het onderwijs dat er sterke waarborgen moeten zijn dat dit proces goed verloopt en transparant is. Dit maakt de vraag naar standaardisering en protocollering reëel. Anderzijds is het vaak onmogelijk en ook onwenselijk het beoordelen van prestaties terug te brengen tot een soort algoritme. Beoordelen is mensenwerk. Het streven naar volledige standaardisatie en objectiviteit leidt vrij gemakkelijk tot beoordeling van observeerbare maar oppervlakkige aspecten van het presteren, die geen recht doen aan de werkelijke kwaliteit van het te beoordelen product of gedrag. Beoordelen is in de eerste plaats het werk van vakbekwame professionals. Dat werk moet worden ondersteund met het aanreiken van criteria en werkwijzen zodat het zoveel mogelijk geldigheid heeft. Maar de docent mag daarbij niet het gevoel krijgen dat het zijn of haar beoordeling niet meer is. De expertgroep heeft haar opdracht uitgevoerd in het licht van dit dilemma tussen dichttimmeren en het timmermansoog. Ze heeft daarbij gewerkt vanuit het principe: gezamenlijk wat kan, lokaal wat moet.
Minder uithuisplaatsingen, dat was één van de doelen van de transitie van de jeugdhulp naar gemeenten. Vijf jaar na de transitie blijkt dat nog niet gelukt. Radioprogramma Argos wijdt een uitzending aan dit thema. Aan het woord komt een moeder, waarvan de kinderen een jaar geleden uithuisgeplaatst zijn.
MULTIFILE
Steeds meer gemeenten hanteren in hun beleidsplannen als doelstelling van schulddienstverlening 'iedereen het maximaal haalbare' in plaats van 'iedereen schuldenvrij'. Dit vraagt dat het 'maximaal haalbare' tijdens de intake wordt vastgesteld. Gedrag, motivatie en vaardigheden zijn daarbij cruciaal. Daarom is inzicht in die aspecten noodzakelijk. Om dat inzicht op een gestructureerde manier tot stand te brengen is het methodisch screeningsinstrument schulddienstverlening (Mesis©) geconstrueerd. In dit artikel worden in kort bestek inhoud, functie, doel en werkwijze van Mesis© uiteengezet
Ongeveer 90% van de mensen met reumatoïde artritis (RA) krijgt te maken met voetproblemen als gevolg van ontstekingen in voetgewrichten en omringend weefsel. Als deze ontstekingsactiviteit niet tijdig wordt behandeld kan dit gewrichtsschade en afwijkingen in de stand- en functie van de voeten tot gevolg hebben. Voetproblemen bij RA leiden tot pijn maar ook tot beperkingen in fysiek functioneren en een verminderde kwaliteit van leven. In de diagnostiek en behandeling van RA-gerelateerde voetproblemen kunnen verschillende disciplines, waaronder de podotherapeut, een belangrijke rol spelen. De primaire behandeling bestaat uit medicamenteuze behandeling van ontstekingsactiviteit. Daarnaast kunnen verschillende conservatieve behandelingen worden toegepast, zoals op maat gemaakte zolen of schoenen. Het methodisch podotherapeutisch handelen bij RA-gerelateerde voetklachten is onlangs uitgewerkt in een klinisch protocol. In dit protocol wordt het belang van tijdige en goede podotherapeutische diagnostiek benadrukt. Door het tijdig detecteren van voetproblemen, en met name ontstekingsactiviteit, kan een gerichte behandelstrategie worden toegepast waardoor meer ernstige en blijvende voetproblemen voorkomen kunnen worden. Podotherapeuten in Nederland passen de diagnostiek volgens het klinisch protocol in beperkte mate toe omdat het in de huidige vorm niet goed toepasbaar blijkt in de praktijk. Daarnaast ervaren zij problemen bij het detecteren van ontstekingsactiviteit in de voeten van mensen met RA. Deze knelpunten in de podotherapeutische diagnostiek kunnen leiden tot ondergebruik van noodzakelijke voetzorg door mensen met RA. Binnen dit KIEM-project gaan wij een praktisch toepasbare support-tool ontwikkelen ter ondersteuning van de podotherapeutische diagnostiek van RA-gerelateerde voetklachten. Deze tool biedt sturing aan de diagnostiek en wordt geïntegreerd in elektronische patiënten dossiers waardoor het laagdrempelig en praktisch toepasbaar is in de podotherapiepraktijk. Hierdoor leveren we een bijdrage aan het tijdig detecteren van specifieke voetproblemen waarna een gerichte behandeling kan worden gestart ter preventie van ernstige en blijvende voetproblemen.