In Europe, green hydrogen and biogas/green gas are considered important renewable energy carriers, besides renewable electricity and heat. Still, incentives proceed slowly, and the feasibility of local green gas is questioned. A supply chain of decentralised green hydrogen production from locally generated electricity (PV or wind) and decentralised green gas production from locally collected biomass and biological power-to-methane technology was analysed and compared to a green hydrogen scenario. We developed a novel method for assessing local options. Meeting the heating demand of households was constrained by the current EU law (RED II) to reduce greenhouse gas (GHG) emissions by 80% relative to fossil (natural) gas. Levelised cost of energy (LCOE) analyses at 80% GHG emission savings indicate that locally produced green gas (LCOE = 24.0 €ct kWh−1) is more attractive for individual citizens than locally produced green hydrogen (LCOE = 43.5 €ct kWh−1). In case higher GHG emission savings are desired, both LCOEs go up. Data indicate an apparent mismatch between heat demand in winter and PV electricity generation in summer. Besides, at the current state of technology, local onshore wind turbines have less GHG emissions than PV panels. Wind turbines may therefore have advantages over PV fields despite the various concerns in society. Our study confirms that biomass availability in a dedicated region is a challenge.
DOCUMENT
Rede, op samenvattende wijze gepresenteerd 21 maart 2023 door Mr Dr. Daisy G. Tempelman ter gelegenheid van haar installatie als Lector Juridische Vraagstukken binnen de energietransitie bij het Instituut voor Rechtenstudies en het Centre of Expertise – Energy aan de Hanzehogeschool Groningen. Lectoraat Juridische en economische vraagstukken binnen de energietransitie.
DOCUMENT
Het doel van dit onderzoek is het in kaart brengen van maatregelen waarmee de energieprestaties en binnenmilieu van onderwijsinstellingen verbeterd kunnen worden. Maatschappelijk vastgoed is een breed begrip, dit onderzoek zal zich daarom richten op onderwijsinstellingen. De FAME groep richt zich specifiek op het segment onderwijsinstellingen, vandaar dat het onderzoek gefocust wordt op dit segment. In de oriëntatie worden de werkzaamheden en de belangen van de FAME groep nader toegelicht. De probleemstelling in dit onderzoek zal zijn: Welke maatregelen kan de gemeente Zwolle treffen om haar primair, speciaal en voortgezet onderwijsinstellingen te verduurzamen.Studentenonderzoek in het kader van het thema Duurzaam bouwen.
DOCUMENT
Deze gids is een handig hulpmiddel voor het spel VisieVerkenners. In de gids staan uitleg over verschillende bedrijfsvisies, succesfactoren en maatregelen. Ook wordt uitgelegd hoe de punten worden toegekend aan maatregelen en bedrijfsvisies. Je kunt deze gids gebruiken als je meer wilt weten over bepaalde maatregelen en waarom een maatregel een bepaalde score zou kunnen krijgen. Ook helpt de gids je om maatregelen te vinden die goed passen bij jouw bedrijfsvisie. Kortom, deze gids geeft extra uitleg en verdieping tijdens en na het spel.
DOCUMENT
Deze gids is een handig hulpmiddel voor het spel VisieVerkenners. In de gids staan uitleg over verschillende bedrijfsvisies, succesfactoren en maatregelen. Ook wordt uitgelegd hoe de punten worden toegekend aan maatregelen en bedrijfsvisies. Je kunt deze gids gebruiken als je meer wilt weten over bepaalde maatregelen en waarom een maatregel een bepaalde score zou kunnen krijgen. Ook helpt de gids je om maatregelen te vinden die goed passen bij jouw bedrijfsvisie. Kortom, deze gids geeft extra uitleg en verdieping tijdens en na het spel.
DOCUMENT
Deze QuickScan biedt een aanpak om te komen tot het ontwikkelen van een circulair businessmodel. Zij richt zich primair op de maakindustrie, ook al is zij bruikbaar in andere sectoren. Zij bestaat uit drie delen: (1) een inleiding met een toelichting op achtergronden en centrale begrippen, (2) kenniskaarten van zeven businessmodellen die samen een classificatie vormen en (3) de feitelijke QuickScan.Het doorlopen van de QuickScan kost ongeveer 30 minuten. Ze is zo opgezet dat bij gebrek aan tijd de eerste twee delen zo nodig overgeslagen kunnen worden. De QuickScan bestaat in twee varianten: deze papieren variant en een interactieve variant via Business Model Lab. Extra tools om met circulaire businessmodellen aan de slag te gaan zijn te vinden op deze pagina van Business Model Lab.Het resultaat van de QuickScan bestaat uit drie delen:(1) een beknopte analyse waar u als organisatie staat als het gaat om duurzaam en circulair ondernemen;(2) het formuleren van uw ambitie voor de komende jaren;(3) een verkenning van het businessmodel dat daar het beste bij past.
MULTIFILE
Lectorale redeboekje naar aanleiding van de intrede in het lectoraat Systeemintegratie in de energietransitie
MULTIFILE
In het project ’Duurzaam vlees, natuurlijk!’ werken veehouders, keurmerken, regionale en landelijke branche- en ketenorganisaties, consumentenorganisaties en WUR samen met de vier Groene Hogescholen (Aeres, HAS, Inholland, VHL) aan een roadmap voor het meten, opwaarderen en communiceren van duurzaamheid in de veehouderij vanuit een integrale benadering. De voorliggende rapportage is het resultaat van de activiteiten in Werkpakket 1: Inventarisatie van duurzaamheidskeurmerken en logo’s in de vleesproducerende sector in Nederland, met expliciete aandacht voor blinde vlekken in het meten van duurzaamheidaspecten, ontwikkelvragen m.b.t. de communicatie richting afnemers/consumenten, en het inzichtelijk maken van de spanningsvelden. Daarbij horen ook eerste aanbevelingen voor verrijking van keurmerken t.b.v. werkpakket 2, waarbij in werkpakket 2 wordt ingezoomd op methoden, toepasbaarheid en eventuele verbindingen tussen keurmerken.
DOCUMENT
Relatief kleine, gespecialiseerde bedrijven in de maakindustrie hebben behoefte aan flexibele assemblageprocessen en productielogistiek. Digitalisering biedt veel mogelijkheden om productieprocessen efficiënter en duurzamer te maken, innovatieve producten te fabriceren en over te schakelen op andere businessmodellen. Dit moet dan wel werken voor kleine series en enkelstuks. ‘Kunnen wij het maken?’ verwijst naar onderliggende vragen over: ‘Hoe beheersen we risico’s in complexe maakprocessen?’, ‘Hoe werken we samen in de keten?’ en ‘Wat moeten huidige en toekomstige engineers weten over ‘Industry 4.0’ en circulaire maakindustrie?’. Bijgaand essay, in verkorte vorm uitgesproken als Intreerede, legt uit hoe de onderzoekers van Smart Sustainable Manufacturing aan de slag gaan om een antwoord te vinden op deze vragen, door middel van cocreatie met de beroepspraktijk en het onderwijs in het Re/manufacturing lab.
DOCUMENT