Nederland is de afgelopen jaren in de ban geraakt van twee verschillende utopische gedachten, met name de lokroep van de wijk als integrerend kader voor verbetering van de sociale en fysieke infrastructuur en de lokroep van technologie als motor van een significante vooruitgang van de samenleving. Binnen het programma ID-wijk van de Stichting Experimenten Volkshuisvesting worden experimenten gestimuleerd om deze twee utopische gedachten te combineren en met technologie in de wijk verbeteringen aan te brengen. De vraag dringt zich op of in het utopische rekenstelsel een optelling van twee eenheden een grotere eenheid tot gevolg heeft, of integendeel een dergelijke combinatie leidt tot een zwakker resultaat. In deze tekst wordt een exploratie aangevat van de rekenregels van dit utopische stelsel aan de hand van de vraag of technologie sociale netwerken op wijkniveau ondersteund dan wel ondermijnt, en in welke mate door welke actoren hierin sturend kan worden opgetreden. Daarbij wordt alleen aandacht gegeven aan persoonlijke sociale netwerken, en niet aan sociale relaties tussen groepen (ouderen t.o.v. jongeren, allochtonen-autochtonen, ). De relatie van technologie met sociale cohesie tussen groepen is immers een apart vraagstuk met een eigen dynamiek en vragen, bv. of een site als www.maroc.nl de integratie bevordert of juist verzuiling volgens etnische lijnen versterkt.
In het najaar van 2007 bezoek ik in de V.S. een internationaal vermaard centrum uit de zeventiger jaren: Esalen in Big Sur. Ter voorbereiding op dit bezoek herlees ik in april 2007 een boek uit 1973. In dit boek staan reisbrieven over ervaringen van Leo Lion in 1971 met Esalen. Ik ontdek dan nog meer in dit boek. De Amerikaanse begintijd van TGI en twee workshops die de auteur volgde bij Ruth Cohn worden beschreven.
In deze bijdrage schetsen we een beroepsbeeld voor de leraar als handvat voor loopbaan- en ontwikkelpaden. Dit beroepsbeeld is afgelopen maanden ontwikkeld door een groep experts en besproken met leraren, schoolleiders en opleiders. Aanleiding voor het opstellen van het beroepsbeeld is tweeledig. Enerzijds wordt in de maatschappelijke beeldvorming het beroep van leraar als weinig aantrekkelijk gezien door het ontbreken van duidelijke loopbaanpaden. Anderzijds ontbreekt het aan een gedeeld referentiekader, dat als handvat kan dienen voor het ontwikkelen van loopbaanpaden.Het beroepsbeeld dat we in dit hoofdstuk presenteren, schetst een breder en meer ontwikkelingsgericht beeld van het leraarschap. Het kan bijdragen aan de ontwikkeling van een gemeenschappelijke taal en een gedeeld beeld voor scholen, leraren, lerarenopleidingen en overheid om loopbaan- en ontwikkelmogelijkheden voor leraren te identificeren.