Almere en Zeewolde zijn beide gelegen in de provincie Flevoland, een provincie gecreëerd door landaanwinning uit de zee en bestemd voor landbouwproductie. De geografische verbondenheid binnen de Zuidelijke Flevopolder is aanleiding om deze twee gemeentes in deze studie tezamen op te pakken. De nadruk in dit rapport ligt op de urbane gemeente Almere, waarbij de aanpalende meer rurale gemeente Zeewolde als peri-urbaan voedsel- en grondstofproducerend gebied wordt meegenomen.
DOCUMENT
De Trêveszaal op het Binnenhof, waar wekelijks de ministerraad plaatsvindt, ontleent zijn naam aan het Twaalfjarig Bestand tussen de Spaanse bezetter en vertegenwoordigers van Groningen, Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland en Drenthe. Inderdaad: de Republiek van Zeven Provinciën. Een lange, drukke straat achter de gebouwen van het Europees Parlement in Brussel is vernoemd naar hetzelfde bestand. In die Rue de Trier huist het Huis van de Nederlandse Provincies. Wat doen die daar, wat is de relatie met het Binnenhof, en wat moet u daarmee voor 15 maart?
MULTIFILE
Urban densification is a key strategy to accommodate rapid urban population growth, but emerging evidence suggests serious risks of urban densification for individuals’ mental health. To better understand the complex pathways from urban densification to mental health, we integrated interdisciplinary expert knowledge in a causal loop diagram via group model building techniques. Six subsystems were identified: five subsystems describing mechanisms on how changes in the urban system caused by urban densification may impact mental health, and one showing how changes in mental health may alter urban densification. The new insights can help to develop resilient, healthier cities for all.
LINK
Het is algemeen bekend dat er verschillend over dieren wordt gedacht en dat dieren in de meest uiteenlopende contexten worden gebruikt. Op verzoek van het ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie is onlangs een onderzoek gedaan naar de hedendaagse opvattingen over het omgaan met dieren en thema’s daar rondom. Het bijzondere aan dit onderzoek is dat naast het publiek ook experts uit vrijwel alle dierpraktijken hun visie hebben kunnen geven op de huidige en te verwachten maatschappelijke issues.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Martijn van der Heide aan Hogeschool Van Hall Larenstein, 23 januari 2025. Het lectoraat 'Biodiversiteit in het landelijk gebied' streeft naar een ruimtelijke inrichting van het landelijk gebied waarin een duurzame landbouw en biodiversiteitsherstel hand in hand gaan. Een toekomst waarin boeren niet alleen als voedselproducenten worden gezien, maar ook als beheerders van het platteland, leveranciers van ecosysteemdiensten en beschermers van biodiversiteit én daar ook voor beloond worden. Door integratie van ecologische kennis met sociaal-economische inzichten, wil het lectoraat bijdragen aan een duurzaam en toekomstbestendig landelijk gebied, waarin biodiversiteit floreert, boeren een toekomstperspectief hebben en de brede welvaart wordt versterkt.
DOCUMENT
Blog on leadership, related to topic of the PhD-project
LINK
De kernvraag van dit lectoraat is: hoe is governance effectief te organiseren in deze complexe netwerken? In dit essay wordt allereerst de veranderende wereld, de context waarin governance plaatsvindt, beschreven. Daarna zal worden ingegaan op de veranderende governance systemen zelf. Gevolgd door een beschrijving van wat in het optiek van dit lectoraat de centrale spelers in die nieuwe governance systemen zijn: beleidsmakers. Het essay sluit af met de contouren van een onderzoeksagenda voor dit lectoraat.
DOCUMENT
Herziene en uitgebreide versie van onderzoeksrapport naar de stand van zaken van buitenschools muziekonderwijs in de regio's Noord- en Oost-Nederland.
DOCUMENT
Door de toegenomen mobiliteit en moderne communicatiemiddelen hebben mensen veelal sociale netwerken die de buurt overstijgen. Vrienden en familie wonen verspreid door het land, ouders en kinderen wonen niet altijd meer bij elkaar in de buurt terwijl contacten binnen de buurt vaak ophouden bij de voordeur. In dit paper staat de vraag centraal in hoeverre deze veranderde lokale oriëntatie zijn weerslag heeft op het verlenen van informele zorg. Het paper is gebaseerd op de eerste onderzoeksresultaten van het promotieonderzoek van de auteur, die eind 2008 hoopt te promoveren.
DOCUMENT
Dit rapport verschaft inzicht in de vraag waarom de internationalisering van het noordelijk MKB achterblijft bij de rest van het land en bevat aanbevelingen op basis waarvan de regionale overheden en kennisinstellingen hun beleid om deze achterstand op te heffen effectiever kunnen maken. Export is een belangrijke pijler van de noordelijke economie. Belangrijke sectoren zijn energie, de chemie- en kunststofindustrie, landbouw, agrifood, de machine- en elektrotechnische industrie en industriële materialen. De directe export van zowel het noordelijk bedrijfsleven als geheel als van het noordelijk MKB in het bijzonder blijft echter achter bij de rest van het land. Het noordelijk bedrijfsleven blijkt vooral als toeleverancier voor exporterende bedrijven in andere delen van het land tefungeren. Het aandeel van het Noorden in de nationale export is namelijk op basis van de ketenbenadering ruim twee keer zo groot als op basis van de afzetwaarde. Duitsland is het belangrijkste afzetland voor de directe export maar opvallend is dat het gewicht van Duitsland voor Groningen en Drenthe veel geringer is dan voor de overige aan dit land grenzende provincies.Export is belangrijk voor de economie van Noord-Nederland omdat exporterendebedrijven in vergelijking met niet-exporterende bedrijven productiever en innovatiever zijn en daarmee een grote (potentiële) bijdrage aan de economische groei en de groei van de werkgelegenheid leveren. Stimulering van internationalisering helpt het Noorden dus de economische achterstand ten opzichte van de rest van het land in te lopen. De uitgangspositie van het Noorden is echter ongunstig. Vanwege de geringe omvang van de bevolking is de diversiteit van het bedrijfsleven gering en zijn er weinig grote bedrijven envestigingen van buitenlandse bedrijven. Dit bemoeilijkt voor de noordelijke MKB-bedrijven netwerkvorming om technische en internationale marktinnovatie tot stand te brengen. In de tweede plaats steekt de kwaliteit van de fysieke en kennisinfrastructuur ongunstig af bij de rest van het land.De internationale handelstheorie laat zien dat buitenlandse handel veel moeilijker te realiseren is dan binnenlandse handel vanwege de institutionele verschillen tussen landen op regulatief, cognitief en normatief gebied. Bedrijven moeten over kennis over die verschillen beschikken om succesvol op buitenlandse markten te kunnen opereren. Er zijn twee belangrijke theoretische benaderingen van het internationaliseringsproces van ondernemingen. Volgens het fasemodel verwerft een bedrijf in de loop van de tijd steeds meer kennis en ervaring waardoor het in staat is institutioneel steeds verder verwijderdemarkten te veroveren. Volgens het netwerkmodel verwerft de ondernemer de benodigde kennis en ervaring via partners in internationale netwerken. Deze twee benaderingen lijken elkaar voor het MKB aan te vullen. Vanwege het gebrek aan interne hulpbronnen moeten MKB-bedrijven in het begin van hun internationaliseringsproces gebruik maken van de hulpbronnen van hun netwerkpartners en bouwen zij hun internationale positie vervolgens steeds meer op eigen kracht uit.Noordelijke MKB-bedrijven blijken inderdaad institutionele verschillen en gebrek aan interne hulpbronnen als de belangrijkste obstakels voor internationalisering te zien. Op basis van de relatief lage innovatiegraad en het gesignaleerde obstakel van concurrentie op buitenlandse markten lijkt gebrek aan bedrijfsspecifiek concurrentievoordeel ook deels de moeizame internationalisering van het noordelijk MKB te verklaren. Dit zou te makenkunnen hebben met een gebrek aan ambitie bij het noordelijk MKB. Kernpunt is dat het noordelijk MKB de mogelijkheden van participatie in voor internationalisering en innovatie relevante netwerken onderbenut.De ongunstige uitgangspositie van het noordelijk MKB maakt ondersteuning dooroverheid en kennisinstellingen bij internationalisering noodzakelijk. Deze ondersteuning gebeurt momenteel te versnipperd. Daarenboven is de aandacht bij zowel overheid als kennisinstellingen teveel gericht op internationalisering binnen de EU en op technische innovatie. De ondersteuning van het noordelijk MKB kan efficiënter en effectiever gemaakt worden door verbetering van de onderlinge afstemming tussen overheids- en kennisinstellingen, door meer aandacht te schenken aan opkomende economieën buiten de EU en door te benadrukken dat technische innovatie niet zonder marktinnovatie kan. Dit alles betekent dat de samenhang tussen technische en marktinnovatie zowel alsversterking van de internationale ambitie van het MKB belangrijke terreinen zijn voor vervolgonderzoek.
DOCUMENT