In dit rapport beschrijven we de onderzoeksresultaten van het project ‘Toekomstbestendig Sociaal Ondernemen’. Sociale ondernemingen staan voor de continue uitdaging om hun commerciële en sociale doelen in balans te houden. Door het organiseren en behouden van deze balans kunnen sociale ondernemingen blijven bijdragen aan een betere arbeidsmarktpositie voor kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt en hierin verder groeien en professionaliseren. Er is echter niet één manier om dit te doen en de onderlinge verschillen tussen sociale ondernemingen zijn groot.Via interviews en leernetwerken zijn spanningen en uitdagingen op de thema’s organisatie, personeel, begeleiding, leiderschap en inkomsten vertaald naar concrete voorbeelden en naar factoren die de toekomstbestendigheid van sociale ondernemingen kunnen vergroten: de succesfactoren.
‘Als je wint, heb je vrienden’ is een Nederlandse klassieker van Herman Brood en Henny Vrienten. Hiermee werd de gevoelige snaar bloot gelegd dat pas als je hebt gewonnen je vrienden hebt. Rijen dik, echte vrienden. In de politiek werkt het andersom; je moet vrienden (stemmen) hebben, veel vrienden en pas dan win je. Hoe meer vrienden des te meer stemmen. Hoe meer stemmen des te meer je wint. Afgelopen jaren, zelfs eeuwen, bedreven politieke partijen rondom verkiezingstijd een prachtige paringsdans met hun vrienden. In veelal rokerige zaaltjes, op markten en aan de voordeur in de wijken werd de burger benaderd als ‘echte’ vriend van de politicus en zijn/haar partij. De burger moest de politicus en de partij het vertrouwen en vooral zijn/haar stem geven. Zo ging het sinds de eerste verkiezingen in de 19e eeuw en zo gaat het heden ten dage eigenlijk nog steeds. Echter sinds twee a drie jaren zijn er aantal mediatechnologische innovaties in opkomst die wij kunnen scharen onder de verzamelnaam Social Media. Social Media beschrijft de verzameling van online instrumenten en platformen die mensen gebruiken voor het delen van hun meningen, inzichten, ervaringen en gevoelens met elkaar. Denk hierbij onder andere aan Twitter, Hyves, Facebook en Linked-In. Dergelijke instrumenten en platformen zorgen ervoor dat politici hun meningen, inzichten, ervaringen en zelfs hun gevoelens met ‘echte’ vrienden kunnen delen. Om daarmee met hen een betere band, interactie en zelfs participatie te creëren. Een ideaal middel voor een politicus om vrienden te genereren en daarmee veel stemmen te winnen. Dit statement blijkt geen holle frase van een groep internetnerds te zijn, getuige de overwinning van Barack Obama na de enorme inzet van social media in de campagne voor de presidentsverkiezing in 2009. In plaats van de traditionele top-down benadering van communicatie (zenden en informatie overdragen) zag Obama de kracht van dialoog, participatie, co-creatie en maatschappelijke betrokkenheid en de rol die social media daarbij kon spelen. Een aantal lessen die geleerd kunnen worden van de Obama campagne zijn dat een succesvolle strategie van samenhangende inzet van social media een grote inzet van mensen en middelen vergt en dat deze inzet gericht moet zijn op het makkelijk kunnen vinden van informatie, het snel kunnen doorsturen en daarmee het verspreiden van deze informatie en het handelen naar aanleiding van deze informatie. Ook in Nederland is regelmatig te lezen en te beluisteren dat social media een steeds grotere rol spelen en nog gaan spelen in de politieke campagnes en de uitkomsten daarvan. Maar is dat nu al wel zo? Zorgt het gebruik van social media door politieke partijen en individuele kandidaten voor een wijzigend stemgedrag? En hebben de Nederlandse politici de lessen uit de Obama campagne ter harte genomen? Dit eerste korte onderzoek van het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie naar social media in de politiek brengt voor twee Nederlandse gemeenten, Enschede en Arnhem, in kaart of, hoe intensief en op welke wijze politieke partijen en individuele verkiezingskandidaten, tijdens de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2010, gebruik hebben gemaakt van social media. En ook of dit gebruik van invloed is geweest op het aantal stemmen dat op hen is uitgebracht.
MULTIFILE
Inclusief onderwijs streeft ernaar om leerlingen met onderwijszorgbehoeftes in het regulier onderwijs te houden. Om voor deze leerlingen een passend onderwijszorgaanbod te realiseren, is interprofessionele samenwerking tussen de leerkracht en de jeugdhulpverlener nodig. Er is echter nog onvoldoende bekend over interprofessionele samenwerking in het primair onderwijs en wat hierin belemmerend of bevorderend werkt. In deze overzichtsstudie gaan we in op de thema’s die naar voren komen in de literatuur over deze samenwerking. We gebruiken hiervoor drie invalshoeken: het interprofessioneel handelen, het pedagogisch-didactisch handelen en de organisatorische factoren. Op basis van de analyse van 47 studies over interprofessioneel samenwerken hebben we een raamwerk opgesteld met samenhangende thema’s en de daarbij horende knelpunten en succesfactoren. Het raamwerk biedt mogelijkheden om praktijken te onderzoeken en voor onderwijs- en opleidingspraktijk om in kaart te brengen waar de knelpunten en succesfactoren binnen hun eigen samenwerking liggen. Hiermee kan een verbeterplan worden opgesteld.