De lectoraten van het Platform Stad en Wijk houden zich allen bezig met maatschappelijke vraagstukken in steden en wijken. Participatie is daarbij een van de kernwoorden. Dat kan gaan om zowel bewonersparticipatie als maatschappelijke participatie. Participatie is dus zowel een bindend als een diffuus begrip. In een reeks van interviews proberen we voorbij deze spraakverwarring te komen door dit begrip verder te duiden, trends te ontrafelen en inzicht te geven in de laatste onderzoeksresultaten. In dit vierde deel spreken we uitvoerig met Froukje Smits, senior onderzoeker bij het Lectoraat Participatie en Stedelijke Ontwikkeling (Hogeschool Utrecht).
LINK
Waarom dit onderzoek? In de gemeente Den Haag lopen verschillende programma’s die tot doel hebben de sociale en fysieke leefbaarheid en veiligheid van wijken en straten te verbeteren. De Wijkagenda’s en de Aanpak Prioritaire Gebieden zijn in dit kader twee belangrijke, elkaar deels overlappende, programma’s. Beide gemeentelijke programma’s hebben samenwerking met bewoners, ondernemers en partnerorganisaties als uitgangspunt. Bewonersparticipatie speelt een belangrijke rol. De Wijkagenda’s worden in alle Haagse wijken ontwikkeld. Hierin staat wat voor een periode van vier jaar de belangrijkste verbeterpunten zijn. De Aanpak Prioritaire Gebieden richt zich op specifieke straten en pleinen waar ‘wicked problems’ spelen: ingewikkelde vraagstukken waarbij veel verschillende partijen betrokken zijn, er geen eenduidige probleemdefinitie bestaat, en er geen eenvoudige oplossingen voorhanden zijn. Dit is in eerste instantie een tweejarig programma. Het onderzoek heeft als doel de voortgang van deze programma’s te monitoren en evalueren, en aanbevelingen te doen voor structurele monitoring.
In deze tekst wordt de TWEXX methode, ontwikkelt in de Enschedese wijk Twekkelerveld, geordend, beschreven, geanalyseerd en kritisch doorgelicht. De ondertitel ontwikkelingsgericht participatiemodel is niet voor niets gekozen. Het gaat in deze methode om participatie en ontwikkeling van mensen, sociale netwerken, organisaties en plannen en strategieen. En dat is geen geringe opgave. Het raamwerk van het model bestaat uit vijf samenhangende onderdelen. De Twexx methode is de invulling daarvan toegepast in Enschede. Het model is in principe overal toepasbaar wanneer de principes worden omgezet in maatwerk, gerelateerd aan de lokale context, de mogelijkheden en de ambities. Deze tekst is bedoeld om inzicht te verschaffen in de zoektocht naar een methodische aanpak van bewonersparticipatie binnen de dynamische wereld van het wijkgerichte werken. En vooral hoe, waar en op welke wijze bottom-up en top-down elkaar kunnen versterken.
Samenwerking tussen bewoners en gemeenten wordt meer en meer gezien als een cruciaal onderdeel van klimaatadaptatie. De manier waarop samengewerkt kan worden is echter nog veelal onduidelijk of onbekend. Het BPiKA project probeert meer inzicht te krijgen in de manieren waarop bewoners kunnen bijdragen aan klimaatadaptatie. Dit project houdt een Living Lab aanpak aan in 11 wijken door heel Nederland waarin met bewoners data wordt verzameld omtrent het microklimaat, risicobeleving en grondgebruik en waar in samenspraak met deze stakeholders wordt gewerkt aan een samenwerking met de gemeente middels cocreatie van adaptieve maatregelen.
In Nederland is er de laatste jaren steeds meer vraag naar duurzame mobiliteitsoplossingen, zoals deelvervoer. Dit kan helpen om de bereikbaarheid te verbeteren en de afhankelijkheid van privéauto's te verminderen, vooral in kleinere en landelijke gemeenten. Echter, veel van deze gemeenten hebben niet genoeg capaciteit om deelvervoer te implementeren en ervaren vaak weerstand van bewoners. Soms worden er proefprojecten opgezet, maar deze sluiten vaak niet goed aan bij de behoeften van de inwoners, wat leidt tot een laag gebruik en het stopzetten van deze initiatieven. Het doel van dit projectvoorstel is om een proces, tool of methode te ontwikkelen die gemeenten ondersteunt bij het aanbieden van deelvervoer. Dit gebeurt door de wensen van bewoners in kaart te brengen via enquêtes, interviews en workshops. Door bewoners bewust te maken van de voordelen van deelvervoer, zoals lagere kosten en meer vrijheid, kan het gebruik worden gestimuleerd. In landelijke gebieden is de afhankelijkheid van de auto groot, vooral omdat openbaar vervoer vaak beperkt is. Deelvervoer kan hier een oplossing bieden. De gemeente Ridderkerk is een voorbeeld waar deelauto's zijn verwijderd vanwege te weinig gebruik, maar er is nog steeds interesse in het aanbieden ervan. Het project richt zich op het verbeteren van de communicatie over de voordelen van deelvervoer, zowel voor de gemeenschap als voor individuele bewoners, en het ondersteunen van gemeenten in het implementeren ervan. Het consortium bestaat uit de TU Delft en drie MKB-bedrijven: VCCR Advies, PANEL en Ideate. Met deze unieke mix van ervaring en expertise rondom mobiliteit, vervoersadvies, gedragsverandering en bewonersparticipatie bieden wij een bewonersgerichte en geïntegreerde aanpak. De Gemeente Ridderkerk is betrokken als praktijkcase. Het project richt zich op het verbeteren van deelvervoer door bewonersparticipatie en onderzoek naar behoeften. Resultaten worden gedeeld via platforms en publicaties voor andere gemeenten.
GROZUtrecht is de start van een unieke regionale samenwerking waarbij zorginnovaties en lokale gemeenschapskracht worden gebundeld. Met actieve bewoners, ondernemers en professionals werken we aan gezondheid – altijd vanuit geëxpliciteerde behoeften en in de eigen leefomgeving. Partners ondersteunen nieuwe lokale inclusieve samenwerkingsverbanden in de wijken.Doel Het doel is het op zichtbare, resultaatgerichte en duurzame wijze in gang zetten van de kanteling van zorg naar gezondheid door: Het laagdrempelig organiseren van een integraal en passend leefstijlarrangement voor bewoners en ondernemers met een actieve betrokkenheid en bijdrage vanuit de gemeenschap. Structurele deelname van kennispartners voor onderwijs, onderzoek aan en regionale facilitering van een sociale wijkinfrastructuur door een (gebieds)gerichte inzet en afspraken. Het positioneren en inrichten van een regionale leer- en kennisomgeving. Resultaten In het project werken we aan nieuwe activiteiten rond de thema’s ‘Leefstijl in de buurt’, ‘Zorg voor Elkaar’, en ‘Vitaliteitsnetwerk in de wijk’. Dit wordt ondersteund door digitale wijkportalen, die inzichtelijk en toegankelijk maken welke digitale toepassingen er in de wijk aanwezig te zijn. Door de sterke bewonersparticipatie kijken we daarbij ook naar nieuwe buurtbanen – betaald en onbetaald – voor meer sociale cohesie en digitale ondersteuning. Looptijd 01 juni 2021 - 01 juli 2023 Aanpak We leren van elkaar rondom vijf thema’s, ook wel bouwstenen genoemd. Deze leggen de fundering voor een succesvol samenwerkingsverband. Voor elke bouwsteen is er binnen deze regionale coalitie een trekker benoemd: Bekostiging: SAMEN030 Data/ICT: UMC Utrecht/PAZIO Lerend Vermogen: Hogeschool Utrecht Monitoring: kennisplatform Utrecht Sociaal Samenwerking: Raedelijn Cofinanciering Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport financiert dit project.