In dit proefschrift worden netwerken, carrière en vrouwen samengebracht rondomde vraag: In welke mate hebben hoger opgeleide vrouwen inzicht in de wijze waaropnetwerken werken, op welke wijze netwerken zij en zetten zij deze inzichten in omhun carrièredoelstellingen te verwezenlijken?
LINK
Lerende netwerken kunnen een belangrijke katalysator zijn voor leren van, tijdens en over vernieuwing. Zowel bij de lectoraten als bij de onderwijs-instituten van Hogeschool Utrecht (HU) bestaat een veelheid aan begrippen, aanverwante termen en vele varianten daarop. In een gezamenlijk project doen we in een lerend netwerk onderzoek naar de overeenkomsten en verschillen tussen deze vormen van lerende netwerken, hoe ze bijdragen aan duurzame innovatie en welke theorieën er achter zitten. Vorm is inhoud: het is een lab over labs en daarom hebben we het Overlab gedoopt.
DOCUMENT
We zijn tegenwoordig allemaal wel actief op sociale netwerksites zoals Facebook of Linkedin. Hoewel sociale netwerken op die manier zowel privé als zakelijk maximaal worden ingezet en positief worden gewaardeerd, lijkt de sociale sector dat vreemd genoeg beduidend minder te doen. Dat is niet altijd zo geweest, enkele decennia geleden was er wel degelijk de nodige theorievorming en ontwikkeling van sociale interventies. Het nieuwe sociaal beleid in Nederland, mede naar aanleiding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), vraagt om meer zorgkracht uit sociale netwerken van burgers. Die zorgkracht is er niet automatisch, maar kan en moet door professionals 'ontgonnen' worden. In dit boek wordt daarom de oude vakkennis van onder het stof gehaald en geactualiseerd met nieuwe relevante ervaringen. Deze publicatie bevat resultaten van de Wmo-werkplaats Noord-Brabant.
DOCUMENT
Steeds meer ICT-organisaties willen samenwerken, bedrijven om zich heen verzamelen met wie ze kennis kunnen delen, of professionals bijeenbrengen om hun expertise naar een hoger niveau te tillen. Maar hoe doen ze dit effectief en efficiënt? Dit vergt een andere dynamiek in de organisatie, waar het accent komt te liggen op ontdekken en het verbinden van mensen, bijvoorbeeld door middel van crowd sourcing en via social media. Er ontstaat als het ware een ‘Organisatie 2.0’. Het aansturen daarvan vereist een regisseur met vaardigheden op het gebied van verandermanagement, persoonlijk leiderschap en groepsleiderschap om communities te kunnen aansturen.* Wat is social sourcing?* Sociale netwerktheorie als basis voor vinden van verbinding* Leiderschapslessen voor samenwerken in innovatie
DOCUMENT
‘Om zich te kunnen ontwikkelen, is het voor kinderen van belang dat zij worden gezien en uitgedaagd en dat hun wordt gevraagd hoe zij zich voelen en wat zij zouden willen, dat zij worden gecorrigeerd, verzorgd en geholpen of juist met rust worden gelaten. Waar, wanneer of door wie dat gebeurt, zijn daarbij instrumentele vragen. Het is voor kinderen niet interessant wie zich vanuit welke professionele discipline, organisatie of bekostigingsstroom met hen bezighoudt. Het gaat erom dát het gebeurt als het nodig is, en daarbij is het prettig en overzichtelijk als het niet te veel volwassenen zijn die zich professioneel met een kind bezighouden. De bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen zijn dan ook het meest effectief als die niet versnipperd en verkokerd plaatsvinden, maar in samenhang en afstemming. Deze noties vormden de aanleiding voor de Hogeschool van Amsterdam om het lectoraat School en Omgeving in de Grote Stad in te stellen binnen het domein Onderwijs en Opvoeding.’1 Kennisontwikkeling en –verspreiding, en het doen van toepassingsgericht onderzoek, zijn belangrijke doelen van de Hogeschool van Amsterdam, Onderwijs en Opvoeding. In het kader hiervan heeft het lectoraat School en Omgeving in de grote stad kennis en expertise bijgedragen aan de minor Pedagogische Netwerken, samenwerken rondom het kind, en wel door de lector drie inhoudelijke hoorcolleges te laten verzorgen over ketens en netwerken, twee docenten van de kenniskring te laten fungeren als onderzoeksbegeleiders bij het praktijkgerichte onderzoek door de studenten, en deze bundel uit te geven met daarin de neerslag van de opgedane kennis en inzichten. Dit rapport, dat uit twee delen bestaat, behandelt pedagogische netwerken. In het eerste deel wordt een theoretische inkadering van het begrip ‘pedagogische netwerken’ gegeven, in het tweede deel staat de praktijk centraal
DOCUMENT
Doel van het rapport is aanbevelingen te doen om kennisdoorstroming tussen terreinbeheerders onderling en met hun omgeving te verbeteren. Kennisdoorstroming gaat grotendeels onbewust, maar het is wel bewust te faciliteren door aandacht te geven aan drie onderdelen: 1. vastleggen van kennis, 2. tijd en plaats van de bijeenkomsten, 3. openheid om te gaan leren. Bij de laatste is de meeste winst te boeken en deze is te stimuleren door: Het wiel zelf mogen uitvinden om tot kennisontwikkeling te komen (Kolb). Mensen bewust maken van de omgeving waarin ze zich bewegen, waardoor ze voor hun kennisontwikkeling beter gebruik gaan maken van hun omgeving (Gestalt). Mensen vaak en met regelmaat de terugkoppeling geven dat ze dichter bij hun doel komen (Immediate-delayed compensation).
DOCUMENT
In het nieuwste nummer van de Nieuwe Meso, het vakblad voor bestuurders en schoolleiders in het basis, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs is het Focus-deel dit keer gewijd aan het opleiden van leraren. De gastredactie bestaande uit HvA-lector Marco Snoek, Fontys-lector Quinta Kools en de DNM-redacteuren Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin belichten het thema vanuit verschillende invalshoeken: de initiële lerarenopleidingen, ervaringen van startende leraren, en de wijze waarop de initiële lerarenopleiding en professionalisering van ervaren leraren kan samenkomen in professionele leergemeenschappen en in lesson studies. Daarbij gaan de verschillende artikelen in op de rol van schoolleiders en besturen bij het opleiden van nieuwe leraren en het ondersteuning van professionaliseren van ervaren leraren.Het focusdeel bevat bijdragen van verschillende HvA medewerkers: Marco Snoek, Evelien van Geffen, Tom van Eijck en Ed van den Berg.
DOCUMENT
De ontwikkeling en toepassing van Kunstmatige Intelligentie (KI) heeft een aanzienlijke impact op bestaande competenties binnen vrijwel elk vakgebied, van onderzoek tot communicatie. Voor niet-ICT-opleidingen betekent dit dat het onderwijs moet worden aangepast om studenten effectief voor te bereiden op een AI-gedreven toekomst. Hoewel 21e-eeuwse vaardigheden een solide basis bieden voor een snel veranderende wereld vol technologie, digitalisering en innovatie, rijst de vraag of deze vaardigheden voldoende zijn in een tijd waarin dagelijks honderden nieuwe AI-tools verschijnen. Het onderzoeksproject `AI4Students' biedt een innovatieve aanpak waarin hbo-teams van docenten en studenten samenwerken aan de ontwikkeling van `AI-ready persona's'. Deze persona's definiëren AI-gerelateerde competenties die niet alleen de toekomst van hun eigen opleiding vormgeven, maar ook een waardevolle leidraad bieden voor andere opleidingen om hun specifieke werkveld beter te begrijpen en te integreren.
DOCUMENT
Uit het onderzoek blijkt dat de coöperatievorm eraan bijdraagt dat zorg en ondersteuning voor inwoners anders en beter georganiseerd kan worden . Door de ontmoeting in de ALV weten de leden elkaar sneller te vinden, wanneer zij tegen een vraag aanlopen die goed door een van de andere leden opgepakt kan worden . De samenwerking leidt ook tot kennisdeling en nieuwe initiatieven die voorzien in een behoefte . De mogelijkheden die in de lokale samenleving aanwezig zijn worden beter benut . Harmen
DOCUMENT
Lee en Shemilt zetten op een rijtje hoe betekenisvolle vooruitgang in het geven van historische verklaringen eruit kan zien. Daarmee reiken ze criteria aan voor het evalueren van de verklaringen van leerlingen wat betreft de veranderingen en ontwikkelingen in het verleden. Lee en Shemilt (p.46-47) onderscheiden zes niveaus in het geven van verklaringen. Zij suggereren daarmee dus ook dat leerlingen beter kunnen worden in geschiedenis.
DOCUMENT