In dit rapport worden de resultaten van de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2019 (SIML) gepresenteerd. Dit onderzoek naar sociale innovatie in Limburgse organisaties werd van januari 2019 tot mei 2019 uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht, in samenwerking met Neimed, Sociaal-Economisch Kenniscentrum en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Sociale innovatie wordt door het Network Social Innovation (NSI) van de Universiteit Maastricht gedefinieerd als: vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van de vaardigheden van medewerkers, om daarmee de prestaties van de organisatie te verhogen of andere organisatie-, maatschappelijke-, of medewerkersdoelen te verwezenlijken. Door de monitor jaarlijks uit te zetten en in kaart te brengen hoe het sociale innovatievermogen zich ontwikkelt binnen organisaties in Limburg, hopen het Zuyd Lectoraat Employability, ROA, Neimed en de LWV een impuls te geven aan de optimalisering van diverse bedrijfsinterne en –externe sociale innovaties. In deze editie van de monitor staat het thema ‘Economie 4.0: werken aan digitale vaardigheden’ centraal.
DOCUMENT
Recentelijk bezocht minister Van Bijsterveldt een praktijkschool voor VMBO in Parkstad Heerlen. Zij benoemde het belang voor een leerling om op kleinschalig niveau vorm te geven aan het doorgaan van de ene opleiding in de andere. Dicht bij de leerling staan en dicht bij de leerling zijn ontwikkeling volgen. Dit is onder andere mogelijk door een bijpassende vorm te vinden van leren en werken in de beroepspraktijk. Het project ‘Onderwijs in de praktijk’ is hier een voorbeeld van.
DOCUMENT
Mbo-scholen worstelen met de strikte scheiding tussen onderwijs en examinering. Docenten krijgen daardoor moeilijk zicht op de ontwikkeling van hun studenten richting de examinering. Zij zetten formatieve evaluatie-activiteiten (FE-activiteiten) in, maar niet om doelgericht zicht te krijgen op die ontwikkeling. Uit Gulikers & Baartman (2017) blijkt dat 'learning progressions' (leerpaden) kunnen helpen om FE-activiteiten meer doelgericht en onderling samenhangend te maken. Het doel van dit onderzoek was daarom: (1) een learning progression maken, (2) bijpassende FE-activiteiten maken met de learning progression als kapstok. Vier mbo-teams hebben aan de hand van verschillende ontwerpactiviteiten een learning progression gemaakt, FE-activiteiten ontworpen en deze uitgevoerd. In het onderzoek zijn deze ontwerp- en experimenteeractiviteiten geëvalueerd, wat betreft hun bijdrage aan het inzicht van mbo-docenten in het leerpad van hun studenten en het kunnen ontwerpen en inzetten van meer doelgerichte FE-activiteiten. Het innemen van het studentperspectief bleek cruciaal. De mbo-docenten rapporteerden inzichten en geleerde lessen over vakoverstijgend kijken in langere leerlijnen, inzicht in een kernaspect van hun beroep en hoe studenten zich ontwikkelen, en FE-activiteiten die meer doelgericht 'vangen' waar studenten staan hun ontwikkeling op dat kernaspect.
DOCUMENT
In dit onderzoek ontwikkelen we een handreiking over begeleiding van en samenwerking rondom Entree-leerlingen (mbo-1) tijdens hun overgang van school naar werk. Om deze handreiking is gevraagd door begeleiders van regionale opleidingscentra voor mbo-onderwijs (ROC’s) en praktijkbegeleiders bij aanbieders van stages voor Entree-leerlingen. De aanleiding voor dit project is de constatering van ROC’s en werkgevers die stageplekken aanbieden, dat voor een deel van de Entree-leerlingen de overgang van school naar werk ingewikkeld is, zowel door de vaardigheden die van hen verwacht worden, door de fase waarin ze zitten op weg naar volwassenheid, door hun nog niet afgeronde loopbaanoriëntatie als door soms problematische persoonlijke omstandigheden. Integrale begeleiding op maat tijdens hun transitie naar werk is daarom belangrijk. Betrokken professionals (begeleiders op ROC’s en praktijkbegeleiders) hebben behoefte geuit aan een methodische handreiking over de invulling van deze begeleiding en de noodzakelijke samenwerking tussen betrokken professionals. In dit ontwerpgerichte onderzoek ontwikkelen we deze handreiking samen met professionals en leerlingen. We werken hierbij samen met onze partners ROC Zadkine, ROC Albeda, MKB Rotterdam, Leerwerkloket Rijnmond en stagebedrijven. Het ontwerpgerichte onderzoek start met een diagnosefase waarin praktijkkennis over passende begeleiding wordt geëxpliciteerd. Daarna wordt in co-creatie een methodische handreiking ontworpen en getest in de praktijk. Op basis hiervan worden de definitieve handreiking en een bijpassende onderbouwing met voorbeelden geproduceerd. De handreiking en de onderbouwing met voorbeelden worden naar de praktijk overgedragen op een regionale slotconferentie en landelijk verspreid via publicaties, de wetenschappelijke klankbordgroep, het lectorenplatform Breed Platform Arbeid en het expertisecentrum voor beroepsonderwijs ECBO.