Verslag van een kwalitatief onderzoek dat zich richt op de manier waarop gemeenten en UWV in de praktijk bezig zijn met het optimaliseren van de afstemming van de uitkeringsregimes van WW en Bijstand. De reis van de werkzoekende is daarbij centraal gesteld. Gekeken is in zes praktijken hoe activeringsregimes zijn vormgegeven en op welke momenten er sprake is van samenwerking. Gezocht is naar 'wat werkt' op lokaal/regionaal niveau en de focus lag op veelbelovende innoverende opvattingen, ideeën en uitvoering. Ook belemmeringen op beleid, organisatie en uitvoeringsniveau zijn in kaart gebracht.
DOCUMENT
Een onderzoek naar de aansluiting van de activeringsregimes van UWV en Bijstand in Rotterdam Zuid
DOCUMENT
Een onderzoek naar de aansluiting van de activeringsregimes van UWV en Bijstand in de Drechtsteden.
DOCUMENT
Wanneer de WW-periode afloopt en een werkloze er niet in is geslaagd om aan betaald werk te komen, dan wacht mogelijk de gang naar de sociale dienst om daar vervolgens een bijstandsuitkering aan te vragen. De activeringsregimes van UWV en gemeenten blijken echter niet altijd goed op elkaar aan te sluiten. Arbeidsre-integratie is ook een complexe praktijk. Het is een versmelting van wet- en regelgeving, gedragsinterventies, (lokaal) politieke keuzes en (regionaal) economische ontwikkelingen. Door deze complexiteit ontstaan allerlei spanningsvelden op en tussen de niveaus van beleid, organisatie en uitvoering, als het gaat om de samenwerking tussen UWV en gemeenten. Sommige samenwerkingspartners slagen er beter in dan andere om hier oplossingen voor te vinden. We zijn vooral hierin geïnteresseerd. Wat werkt? In dit onderzoek hebben we 'fitting practices' onderzocht bij een aantal gemeenten. Er is ook een kennisclip over het project beschikbaar.
MULTIFILE
Deze publicatie is een verslaglegging van het onderzoek Amsterdams Experiment met de Bijstand door de Hogeschool van Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam in opdracht van de gemeente Amsterdam, en deels gefinancierd door het Europees Sociaal Fonds. De uitgave is mogelijk gemaakt door The Work Lab, onderdeel van het Centre of Expertise for Economic Transformation, Hogeschool van Amsterdam. www.hva.nl/cet Voor u ligt het eindrapport van het Amsterdams Experiment met de Bijstand. Het rapport kijkt terug op ruim vier jaar onderzoek naar verschillende vormen van begeleiding van bijstandsgerechtigden. Het geeft heldere inzichten en concrete aanbevelingen waar we als gemeente mee aan de slag zijn gegaan, met de al ingevoerde bijverdienpremie als belangrijkstevoorbeeld.
MULTIFILE
Waarom draaien we het principe van de bijstand niet om? Mensen die niet in staat zijn zelf een baan te vinden gaan naar de gemeentelijke sociale dienst, niet om een uitkering aan te vragen, maar om een verzoek tot werken in te dienen. Is dat niet een veel gezonder en minder tot misbruik aanzettend idee?
DOCUMENT
De overgang van WW naar bijstand vraagt om een andere houding ten opzichte van het zoeken naar werk. De eisen waar de werkloze aan moet voldoen in beide activeringsregimes verschillen behoorlijk. Dit onderzoek werpt licht op deze vraag. In een landelijke gespreksronde en vijf case-studies zijn succesfactoren opgespoord in regionale samenwerking, waarbij 'de reis van de klant' door de twee activeringsregimes is gevolgd. Het onderzoek levert concrete aanbevelingen op voor de periode van overgang tussen de verschillende regimes en algemene aandachtspunten voor de gesprekken in de arbeidsmarkregio's over het soepeler laten verlopen van deze periode.
DOCUMENT
Tussenstand van het onderzoek, uitgevoerd door de HvA en UvA, naar het Amsterdams Experiment met de Bijstand (2018-2022), waarin wordt geschreven over de methode, uitkomsten en het belang van kwantitatief in combinatie met kwalitatief onderzoek.--Samenvatting (English)In the period 2018-2021 the municipality of Amsterdam conducted an experiment with beneficiaries of social assistance. Benefit recipients could voluntarily participate in the experiment. They were randomly assigned to three experimental conditions, viz. ‘extra attention’ (in which they received more frequent counseling and support), ‘self-direction’ (which offered the participants the freedom to make their own choices), and the ‘comparison group’ (the control group which received the customary treatment). Under all three conditions, participants who worked part-time could earn up to €200 a month on top of their social assistance benefit. A little over 800 participants (of the 5,000 in total) were followed closely by researchers of the Amsterdam University of Applied Science (HvA) and the University of Amsterdam (UvA). Although the participants who got ‘extra attention’ did not significantly flow out more frequently from the social assistance system than participants in the other two conditions, they did more often have a part-time job at the end of the experiment. There were no significant differences between the conditions with respect to participation in other non-paid activities, such as voluntary work and informal care. In-depth interviews with a selection of the participants showed, among other outcomes, that they considered the financial uncertainty as a main hindrance for doing (more) part-time work.
DOCUMENT