Vier masterstudenten Nederlands van de Hogeschool Utrecht, werkzaam op zeer uiteenlopende scholen voor voortgezet onderwijs, hebben in het kader van een eerstejaars cursus literatuurtheorie en verhaalanalyse meegewerkt aan een vooronderzoek waarin de volgende vragen centraal stonden: 1. Sluit klimaatfictie aan bij de belangstelling /leesinteresse van de leerlingen in de bovenbouw van het havo/vwo? 2. Werkt klimaatfictie motivatie-verhogend bij het lezen voor de literatuurlijst Nederlands in de bovenbouw van het havo/vwo?
DOCUMENT
Boven titel staat vermeld: De symbiose van biologie en technologie. Zowel vanuit het Applied Science onderwijs als vanuit het werkveld kwam er meer vraag om biologische expertise toe te voegen aan het bestaande lectoraat Thin Films & Functional Materials.
DOCUMENT
Zuyd Hogeschool heeft in 2011 haar budget voor onderwijsinnovatie ingezet voor projecten gericht op de verbinding tussen onderzoek in lectoraten en het bacheloronderwijs. In deze bundel zijn de ervaringen en opbrengsten gerapporteerd van twaalf onderwijsinnovatieprojecten die binnen Zuyd hogeschool zijn uitgevoerd. Onderzoek in het hbo is geworteld in de beroepspraktijk, en moet daarnaast van betekenis zijn voor het onderwijs. De uitgevoerde projecten brengen deze variatie mooi in beeld en laten zien dat er vele vormen van verbinding mogelijk zijn tussen onderzoek en onderwijs. Elk project had een uniek doel. Enkele projecten werkten aan het ontwikkelen van producten voor het werkveld, in andere projecten ging het om het scheppen van randvoorwaarden voor een betere aansluiting tussen onderzoek en onderwijs of leverden concrete bijdragen aan het onderwijs.
DOCUMENT
De toename van antibioticaresistente bacteriën wordt beschouwd als een wereldwijde bedreiging voor de gezondheid van zowel mens als dier. Accurate en snelle detectie van resistentie bij mens, dier en omgeving is belangrijk om verspreidingsroutes in kaart te brengen zodat de juiste maatregelen tegen infectie genomen kunnen worden. Binnen zorginstellingen is de detectie van resistentie essentieel om te voorkomen dat patiënten blootgesteld worden aan resistente bacteriën. Ook buiten zorginstellingen zijn er bronnen te vinden die resistente bacteriën bevatten, zoals het riool. Dit onderzoek heeft tot doel om met nieuwe, in opmars zijnde technieken snelle detectie en identificatie te realiseren van het genetisch materiaal van resistente bacteriën. Het onderzoek zal plaats vinden binnen en buiten zorginstellingen en ook bijdragen aan het traceren van bronnen van antibioticaresistentie. De toe te passen innovatieve technieken zijn een aanvulling op het onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen het lectoraat Analysetechnieken in de Life Science (ALS) en een uitbreiding van de detectietechnieken die nu in het onderwijs worden gedoceerd. Dit onderzoek ondersteunt een opleiding waar praktijkgericht onderzoek een prominente plaats heeft in onderwijs. Zowel binnen de opleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek (BML) als binnen het lectoraat ALS zijn er diverse samenwerkingen met relevante praktijkpartners. Hierdoor is vraagsturing vanuit het werkveld goed georganiseerd. De vragen vanuit het werkveld worden geïmplementeerd in verschillende projecten met als doel (1) het werkveld met kennis te verrijken, (2) studenten meer onderzoeks-minded te maken en (3) bij te dragen aan verdere professionalisering van docenten. Vanwege de groei van het aantal studenten biologie, de opkomst van nieuwe technieken voor het bepalen van het genetisch materiaal binnen de life science, het belang van de microbiologie in het onderwijs en maatschappij en de roep om datavaardige studenten, is dit onderzoek een essentiële stap voor zowel het lectoraat ALS en (BML) opleidingen binnen en buiten Avans Hogeschool.
Waarom ontstaat antisociaal of crimineel gedrag? Allerlei sociale, psychologische én neurobiologische factoren blijken hierbij van belang. Neurobiologische kennis is in de praktijk vaak afwezig. Professionals in het zorg- of veiligheidsdomein zouden gebaat zijn bij een toegankelijke onderwijsmodule. Brainstorm biedt kennisclips met basiskennis over het ontstaan van antisociaal en crimineel gedrag, met extra aandacht voor neurobiologische factoren.Wat? De Brainstormmodule behandelt negen thema’s: drie basisthema’s over ontwikkelingscriminologie en zes neurobiologische thema’s. Binnen elk thema wordt in een kennisclip kort basiskennis samengevat. Links naar de kennisclips zijn hieronder te vinden. Met bijbehorende opdrachten (zie docentenhandleiding) kan deze kennis verder worden verdiept. Uitgangspunt van de module is het biopsychosociale perspectief: het wetenschappelijk model waarbij neurobiologische, psychologische en sociale factoren op elkaar inwerken. De kennisclips: 1. Wat is crimineel en antisociaal gedrag? 2. Psychische stoornissen en antisociaal gedrag 3. Hoe wordt iemand crimineel? 4. Ontwikkelingspaden van crimineel gedrag 5. Biopsychosociaal model 6. Hersenen en antisociaal gedrag 7. Puberbrein en antisociaal gedrag 8. Neuropsychologie en antisociaal gedrag 9. Fearlessness & sensation seeking 10. Hufters of helden 11. Genetica en antisociaal gedrag Voor wie? De Brainstormmodule is ontwikkeld voor professionals die zich bezighouden met antisociaal of crimineel gedrag in welke vorm dan ook (beleid, toezicht, interventie en preventie etc.). De module kan zowel bij hbo-bacheloropleidingen en post-initiële (master)opleidingen als voor professionals in-company, gebruikt worden. Ontwikkeling Brainstorm Brainstorm is ontwikkeld door dr. Evelien Platje en dr. Andrea Donker van het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid en dr. Lucres Nauta-Jansen van het AmsterdamUMC. Zij hebben veel onderzoek- en onderwijservaring op het gebied van neurobiologie van antisociaal en crimineel gedrag. Brainstorm is het eindproduct van het ZonMW-project ‘Onbekend maakt Onbemind. Leren werken met neuropsychobiologische kennis van en met jongeren met antisociaal gedrag’, een samenwerkingsproject met het lectoraat Jeugd van de Christelijke Hogeschool Windesheim. De kennisclips zijn vormgegeven door Bureau Nauta. Voor de ontwikkeling van de kennisclips zijn er feedbackmomenten geweest met zowel studenten als docenten van de opleidingen Social Work, Integrale Veiligheidskunde en Sociaal Juridische Dienstverlening van Hogeschool Utrecht.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe dynamische systemen (klimaat, voedselvoorziening, natuurbeheer, recessie, etc.). Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen effectief ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in kritisch systeemdenken? Veel onderwerpen die aan bod komen in het voortgezet onderwijs zijn dynamische systemen (hormoonsystemen, varkenscyclus, faseovergangen, etc.). Het probleem is echter dat leerlingen de onderliggende structuur en het dynamische gedrag onvoldoende leren begrijpen. Er is geen sprake van een systematische aanpak om leerlingen kritisch systeemdenken aan te leren. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook zijn docenten beperkt in het achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Hoe kan dit worden opgelost? Interactieve software kan een doorbraak genereren, mits deze leerlingen zelfstandig en op eigen niveau laat werken, passende hulp geeft, en de docent informeert over de voortgang van leerlingen. Wij stellen voor om een methodiek te onderzoeken en ontwikkelen, gebaseerd op een digitaal instrument, dat hierin voorziet. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Omdat het software betreft, kan het niveau en de hulp geautomatiseerd worden en krijgt de docent informatie over voortgang en eventuele problemen. Het project sluit nauw aan bij de praktijkvraag, geeft invulling aan moderne onderwijsvormen en zorgt dat vaardigheden in systeemdenken expliciet worden getraind. De kern van het project betreft een PhD promotieonderzoek.