Dit artikel onderzoekt immuniteit buiten de contouren van een menselijk lichaam en een biopolitiek kader in het plantwetenschappelijk materieel-discursief object van het superonkruid met zijn resistentie en tolerantie voor herbiciden. In plaats van categorisch aan te nemen dat alle vormen van immuniteit en immuunsystemen plaatsvinden binnen de abstracte categorie van het (menselijk) lichaam, besteedt het artikel aandacht aan de manier waarop het superonkruid als analytisch en synthetiserend brandpunt het concept van immuniteit gaat bevolken en erdoor bevolkt wordt. In het algemeen beweert de auteur dat de materiële dimensie van het superonkruid kan worden gezien als een uitbreiding van of aanvulling op noties van het individuele, autonome en begrensde menselijke lichaam, maar dat deze materiële dimensie ook zijn eigen subjectpositie kan ondermijnen. Door het concept van immuniteit los te koppelen van zijn 'oorsprong' in het menselijk lichaam, kunnen nieuwe ontologische gronden voor menselijke en niet-menselijke politieke ecologieën worden bedacht, met een andere vorm van belichaming, die noch negatief, noch bevestigend zijn.
MULTIFILE
Kunstsocioloog Pascal Gielen verdedigt de hypothese dat de geglobaliseerde kunstwereld een ideaal terrein voor economische uitbuiting is. In de roes van de creative cities en de creatieve industrie omarmen overheden dit postfordistische werkmodel en sluiten zo naadloos aan bij de mondiale, neoliberale markteconomie. Gielen diept deze situatie uit en wil tegelijkertijd nieuwe alternatieven aanreiken, die de kunstwereld nodig heeft om haar eigen dynamiek en vrijheid te bewaren. Zijn zoektocht leidt hem naar plaatsen van gedeelde intimiteit en ‘slowability’ temidden van de hectische, globale flow van artistieke ontwikkelingen en trends. Deze derde editie is geheel herzien en bijgewerkt met Gielens meest recente inzichten in de politieke dimensies van kunst, autonomie en de relatie tussen kunst, ethiek en democratie.
DOCUMENT