Het nieuwe leren wordt gesitueerd in een context van ontwikkelingen in het denken over onderwijzen, opleiden en organiseren. Bi het nieuwe leren gaat het niet alleen om het leren van de leerlingen, maar ook om een paradigmaverschuiving in het denken over onderwijs; een rechtstreeks gevolg van paradigmaverschuiving in de wetenschap. Hierna wordt in vogelvlucht geïnventariseerd welke implicaties de theorieën over leren en ontwikkelen hebben voor het onderwijs en voor het ontwerpen van leerarrangementen. Daarna wordt de overstap gemaakt naar de complexe beroepspraktijk. Hoe kan deze het beste begrepen worden: door een reductie van die complexiteit en het zoeken naar algemeen geldende verklaringen achteraf of door een systeemdynamische analyse van die werkelijkheid en in dialoog met betrokkenen op zoek gaan naar werkzame principes en causal loops? In het vervolg worden twee tot nu toe in de literatuur over het nieuwe leren nog weinig aan bod gekomen aspecten geïntroduceerd. Hoe organiseren we het leren en hoe werkt dat bij een nieuwe generatie leerlingen? Dan wordt geprobeerd de slag te maken van de principes van het nieuwe leren naar het ontwerpen van leerarrangementen waarin dat nieuwe leren mogelijk wordt. Er wordt een voorlopig denkraam gepresenteerd, dat in de projecten binnen dit lectoraat een heuristische functie kan vervullen bij het verder zoeken naar ontwerpparameters. Tenslotte wordt het werkprogramma van het lectoraat en de kenniskring globaal geschetst.
Het advies is de Vensterschool Stadspark te laten ontwikkelen naar scenario B: de regie is belegd bij het onderwijs en de naschoolse opvang en activiteiten zijn niet verplicht, maar worden gebruikt voor verdieping en verbreding, zodat alle kinderen hun eigen ontwikkeling kunnen doormaken. Indien er voor dit scenario wordt gekozen, dan is het van belang dat er bestuurlijke afspraken gemaakt worden waaraan de kernpartners zich binden en dat er een regisseur wordt aangesteld met mandaat. Onder leiding van deze regisseur (bij voorkeur uit het onderwijs) werken de kernpartners in interdisciplinaire zelfsturende teams aan een concrete uitwerking van scenario B. De teams krijgen de opdracht omgezamenlijk een ontwikkelingsarrangement uit te werken voor de kinderen uit een bepaalde leeftijdsgroep (onder-, midden- of bovenbouw). Daarbij wordt er nadrukkelijk samengewerkt met oudersen kinderen. De teams krijgen middelen voor professionele ondersteuning en begeleiding. Het werken in interdisciplinaire zelfsturende teams moet geleidelijk ingevoerd worden. Het verdient aanbeveling om dit stapsgewijs te doen. Tussentijdse monitoring van de effecten op het ontwikkelingsrendement vankinderen is wenselijk, zodat er waar nodig bijgesteld kan worden.
Een Geriatriefysiotherapeut is een geschoolde en vakbekwame fysiotherapeut die zich, middels een, door de NVAO Geaccrediteerde en KNGF en NVFG erkende, opleiding, heeft gespecialiseerd in de zorg voor kwetsbare ouderen.Het specialisme richt zich op verbetering en behoud van gezondheid, zelfredzaamheid, participatie en kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen of ouderen die het risico lopen kwetsbaar te worden, met de focus op het bewegend functioneren.Het domein van de geriatriefysiotherapie valt onder de medische, bewegings- en gedragswetenschappen en baseert zich op actuele wetenschappelijke inzichten, methoden en technieken uit deze kennisgebieden.