Endothelial cells were isolated from arteries and veins obtained from elderly people at autopsy and propagated for 37 to 69 population doublings. The cells secreted tissue-type plasminogen activator (t-PA) and PA inhibitor-1, and, after subculturing, urokinase-type PA (u-PA) antigen. The following differences between endothelial cells from adult arteries and veins were observed: 1) The cells had the potential to be propagated as a healthy monolayer. The diameter of aortic endothelial cells increased after 8 to 19 population doublings, while a homogeneous population of small diameter vena cava cells was retained for 35 population doublings. 2) The amount of secreted t-PA varied. Vena cava cells produced four times more t-PA than aorta cells, and 20-fold more than umbilical artery or vein endothelial cells. The t-PA mRNA content of vena cava cells did not exceed that of aorta cells, but was fourfold greater than that of umbilical cord endothelial cells. 3) The release of u-PA antigen varied. No u-PA antigen was detectable in conditioned medium of primary cultures of human aorta and vena cava endothelial cells or of early passage vena cava cells. After prolonged subculturing, vena cava cells started to secrete u-PA. Endothelial cells from aorta and other adult arteries, however, started secreting u-PA after one to four passages, parallel to the occurrence of enlarged endothelial cells. u-PA was present as a u-PA/inhibitor complex and as a single-chain u-PA. These differences may be developmentally related to their artery or vein origin or may reflect differences acquired during the "life history" of these blood vessels in vivo. Our data suggest that the release of u-PA antigen by human macrovascular endothelial cells can be used as an indicator of cell senescence.
DOCUMENT
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT
Voor veel mensen is 'afvallen' een belangrijke reden om zich lichamelijk in te spannen. Ook op scholen wordt er soms aandacht besteed aan de relatie tussen (over)gewicht en inspanning. Maar hoeveel energie verbruik je nu eigenlijk tijdens inspanning? En hoeveel vet verbrand je daarmee?
DOCUMENT
De lichamelijke gezondheid van patiënten met een ernstige psychische aandoening (EPA) verdient veel aandacht. Zij hebben een sterk verhoogd risico op verschillende lichamelijke aandoeningen. Verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en andere hulpverleners kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan een betere lichamelijke gezondheid van deze patiënten. Dit artikel beschrijft hoe hieraan systematisch kan worden bijgedragen door de inzet van e-health. Na het lezen van dit artikel: • kent u de belangrijkste gezondheidsrisico’s voor patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening; • kunt u beschrijven welke factoren bijdragen aan deze gezondheidsrisico’s; • kunt u de belangrijkste onderdelen voor een somatische screening beschrijven; • kent u de stappen voor het uitvoeren van een leefstijlanamnese; •weet u hoe u samen met de patiënt een leefstijlplan kunt opstellen en monitoren; •weet u hoe e-health u kan ondersteunen bij het werken aan een betere lichamelijke gezondheid van de patiënt.
DOCUMENT
Met de toenemende drukte in de stad neemt ook het autogebruik toe. Deze toename zorgt voor extra druk op de veiligheid en gezondheid voor mens en natuur. Om de negatieve impact van verkeer te mitigeren kan gekeken worden naar strengere eisen aan hinder en uitstoot. Met Smooth Traffic Management (STM) wordt gewerkt aan het verminderen van de negatieve verkeerseffecten rond ‘gevoelige locaties’ door bestuurders middels een navigatiesysteem een alternatieve, omgevingsbewuste route aan te bieden.
DOCUMENT
In vervolg op onze eerdere publicatie “Werk verandert” (Biemans, Sjoer, Brouwer en Potting, 2017) waarin wij een beeld gaven over het toekomstig werk als verpleegkundige geven wij in deze publicatie een impressie van de ontwikkelingen die spelen bij een viertal specialistische beroepen in zorg en welzijn. Deze vier beroepen zijn achtereenvolgens: de verpleegkundige ouderenzorg, medisch beeldvormings- en bestralingsdeskundige (hierna MBB’er), psychiatrisch verpleegkundige en de maatschappelijk werker.
DOCUMENT
Tijdens deze openbare les presenteer ik u de visie en de ambitie van waaruit het lectoraat deze bijdrage wil leveren. Die ambitie is een uitwerking van de ambitie van het Kenniscentrum Innovatie en Business, waar expertise op het terrein van businessmodellen en ondernemerschap wordt ontwikkeld en uitgedragen.
DOCUMENT
Tijdens een fietsvakantie in het Engelse Cornwall, samen met zijn vrouw Ellen Witteveen, liep Ger Monden uit Amsterdam ruim tien jaar geleden hersenletsel op door een val. Na een half jaar in coma onderging hij intensieve revalidatie. Ellen merkte dat zij vaak onvoldoende bij dat proces werd betrokken. ‘Als mantelzorger ben je veelal geen interessante partner voor de medische wereld. Sommige professionals ervaren je voor mijn gevoel toch meer als concurrent als je een aandeel in de behandeling wilt hebben. Ik ben docent en onderzoeker bij het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool Utrecht. We doen onderzoek naar mensen die langdurige zorg nodig hebben.
DOCUMENT
Tijdens psychologiecolleges krijgen studenten een foto voor hun neus. De vraag is, wat zie je. Wat blijkt: de ene student ziet meteen een jonge vrouw, de andere een heks. Wie heeft gelijk? Pas na lang kijken zien beide studenten zowel een een jonge vrouw als een heks. Een goede manier om studenten er van bewust te maken dat een bepaalde manier van kijken bepaald wat je ziet.
DOCUMENT
Deze richtlijn is erop gericht verpleegkundigen en verzorgenden in de thuiszorg en in verpleeg- en verzorgingshuizen handvatten te geven om met geagiteerd gedrag om te gaan om agitatie en hiermee samenhangend probleemgedrag bij dementerende ouderen te verminderen. Hierdoor wordt naar verwachting een toename van de kwaliteit van leven van de dementerende ouderen en haar omgeving gerealiseerd. Het pakket bestaat uit een theoretisch deel en meerdere praktische bijlagen die u in de praktijk meteen kan toepassen: de richtlijn zelf is uitgewerkt in drie boekjes: een instructieboekje, een boekje met invulbladen en een boekje met Interventies. Daarnaast is een handzame interventiekaart ontwikkeld waarop op overzichtelijke wijze beschreven kan worden welke interventies worden uitgevoerd bij de geagiteerde oudere.
MULTIFILE