Het CBb heeft het beroep gegrond verklaard tegen het besluit van DNB om een boete op te leggen aan twee bestuurders van een pensioenfonds wegens overtreding van het verbod voor pensioenfondsen om nevenactiviteiten te verrichten (artikel 116 Pensioenwet). Het pensioenfonds zou zich te veel als een onderneming hebben gedragen en daardoor zijn afgedwaald van zijn (wettelijke) kerntaken. De boete is volgens het CBb opgelegd in strijd met het kenbaarheidsvereiste uit artikel 7 EVRM. Het pensioenfonds kon, in de gegeven omstandigheden en gelet op de wetsgeschiedenis, op voorhand niet weten dat het het verbod op het verrichten van nevenactiviteiten had overtreden.
DOCUMENT
AP legt op onjuiste gronden een boete van € 600.000 op aan de gemeente Enschede
DOCUMENT
full text via link. Interview met Stijn Verhagen. De tijd is rijp voor een nieuwe schuldenbenadering, vindt Stijn Verhagen, lector Participatie en Maatschappelijke ontwikkeling. ‘Bijna alle aandacht gaat uit naar het oplossen van schulden, door te bezuinigen en te budgetteren. Maar het achterliggende maatschappelijke proces wordt niet aangepakt.’
LINK
In Nederland krijgrn mensen die een delict hebben gepleegd iet alleen een straf, zij worden ook actief begeleid naar een leven zonder criminaliteit. Hierin speelt de reclassering een belangrijke rol. Deze organisatie helpt onder meer mensen die een gevangenisstraf hebben uitgezeten of een tbs-behandeling hebben gehad. Ook kan begeleiding door de reclassering worden opgelegd om een straf of maatregel te vermijden. Cliënten onder toezicht van de reclassering kampen vaak met diverse problemen, zoals werkloosheid, verslaving psychische problemen of een licht verstandelijke beperking. Ook worstelen zij vaak met schulden. Tot dusver weten we echter nog maar weinig over schulden bij cliënten van de reclassering. Hoeveel en welke soort schulden hebben zij eigenlijk? Welke factoren spelen een rol bij de instandhouding van schulden? En wat hebben cliënten nodig om te werken aan een toekomst vrij van delicten én schulden? De afgelopen jaren deed ik onderzoek naar schulden van reclasseringscliënten. Ook wilde ik weten hoe de reclassering haar doelgroep hierin het beste kan begeleiden. In dit proefschrift magazine deel ik de belangrijkste bevindingen.
LINK
InleidingOp overtreding van de zogenoemde inlichtingenplicht uit de Participatiewet staat een bestuurlijke boete (hierna: boete). Die verplichting houdt in dat de belanghebbende het college van burgemeester en wethouders op verzoek of uit eigen beweging mededeling doet van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat die van invloed kunnen zijn op het recht op bijstand. De inlichtingenplicht vormt de keerzijde van het recht op bijstand. Overtreding van die verplichting, waardoor ten onrechte (te hoge) bijstand is ontvangen, wordt ook wel uitkeringsfraude genoemd.In kader van een strenge aanpak van fraude stond aanvankelijk een fikse boete op overtreding van de inlichtingenplicht, namelijk een boete van in beginsel 100 procent van het bedrag dat ten onrechte aan bijstand is genoten (het benadelingsbedrag). De boete kan worden gematigd als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid. Echter, op basis van jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (hierna: Centrale Raad) is de boetehoogte ingrijpend afgezwakt. Voortaan dient de hoogte van de boete nadrukkelijk te worden afgestemd op de mate van verwijtbaarheid en de draagkracht van de overtreder. Dit in verband met het evenredigheidsbeginsel. De Centrale Raad heeft daartoe verschillende boetecategorieën geïntroduceerd met een bijbehorende boetehoogte.Door verschillende boetecategorieën te introduceren, heeft de Centrale Raad de hoogte van de boete bijgesteld en maatwerk willen afdwingen in de boetepraktijk. In hoeverre is dat gelukt? Hoe houdt de gemeentelijke boeteambtenaar rekening met de verwijtbaarheid en draagkracht van de overtreder? Tot welke boetes leidt dit? In dit artikel sta ik stil bij de voorziene en onvoorziene effecten van de jurisprudentie van de Centrale Raad. Daarvoor ga ik eerst in op het juridisch kader voor de boetepraktijk. Vervolgens ga ik nader in op de rechtspraktijk, om op basis daarvan een conclusie te trekken over maatwerk bij boetes voor uitkeringsfraude.
DOCUMENT
Hoofdstuk 1 in Verlossing van schuld en boete. De gemeente Amsterdam en zorgverzekeraar Agis willen het anders gaan doen. Tot nog toe stuurden ze mensen die hun zorgpremie niet betalen betalingsherinneringen en incassobrieven. Daarna volgden boetes en doorgaans weer nieuwe aanmaningen, omdat de schulden van deze groep − juist door de boetes − alleen maar stijgen. De nieuwe aanpak moet, anders dan de traditionele nadruk op incassoprocedures en juridische rechtmatigheid doet, mensen weer grip geven op hun betalingen. Een belangrijk element is een andere attitude van de betrokken maatschappelijk werkers: zij moeten mensen ondersteunen bij het herpakken van hun financiële zaken. De hulpverleners proberen te voorkomen dat de achterstanden verder oplopen − samen met de verzekeraar, die ervoor zorgt dat minimaal altijd de verzekeringspremie wordt betaald. De norm blijft dat de schulden worden afgelost, maar de bedoeling is dat deze minder worden omgeven met de onrust en stress van oplopende boetes, dreigbrieven en deurwaarders
DOCUMENT