Current methods for energy diagnosis in heating, ventilation and air conditioning (HVAC) systems are not consistent with process and instrumentation diagrams (P&IDs) as used by engineers to design and operate these systems, leading to very limited application of energy performance diagnosis in practice. In a previous paper, a generic reference architecture – hereafter referred to as the 4S3F (four symptoms and three faults) framework – was developed. Because it is closely related to the way HVAC experts diagnose problems in HVAC installations, 4S3F largely overcomes the problem of limited application. The present article addresses the fault diagnosis process using automated fault identification (AFI) based on symptoms detected with a diagnostic Bayesian network (DBN). It demonstrates that possible faults can be extracted from P&IDs at different levels and that P&IDs form the basis for setting up effective DBNs. The process was applied to real sensor data for a whole year. In a case study for a thermal energy plant, control faults were successfully isolated using balance, energy performance and operational state symptoms. Correction of the isolated faults led to annual primary energy savings of 25%. An analysis showed that the values of set probabilities in the DBN model are not outcome-sensitive. Link to the formal publication via its DOI https://doi.org/10.1016/j.enbuild.2020.110289
Paper which introduces an method developed by the research group Duurzame Projectontwikkeling of the SIA-RAAK project Energieke Restauratie. Besides an discription of the method, it also describes the application of the method for three (fictional) case study projects: Dairy Factory Dongeradelen (Lioessens), Strawboard Factory Free (Oude Pekela) and Der Aa church (Groningen).
Prioritaire instellingen dienen in het bezit te zijn van een beheersplan legionellapreventie. Desondanks worden in de praktijk geregeld te hoge aantallen legionellabacteriën aangetroffen in monsters genomen uit thermostatische douchemengkranen. Het is niet bekend of de thermostatische douchemengkraan zelf de oorzaak is van deze overschrijdingen. Daarom is onderzoek uitgevoerd aan douchemengkranen die afkomstig zijn uit de praktijk. De resultaten laten zien dat de douchemengkraan een rol kan spelen bij een overschrijding, maar dat ook andere onderdelen van de leidingwaterinstallatie de oorzaak kunnen zijn.
Due to the existing pressure for a more rational use of the water, many public managers and industries have to re-think/adapt their processes towards a more circular approach. Such pressure is even more critical in the Rio Doce region, Minas Gerais, due to the large environmental accident occurred in 2015. Cenibra (pulp mill) is an example of such industries due to the fact that it is situated in the river basin and that it has a water demanding process. The current proposal is meant as an academic and engineering study to propose possible solutions to decrease the total water consumption of the mill and, thus, decrease the total stress on the Rio Doce basin. The work will be divided in three working packages, namely: (i) evaluation (modelling) of the mill process and water balance (ii) application and operation of a pilot scale wastewater treatment plant (iii) analysis of the impacts caused by the improvement of the process. The second work package will also be conducted (in parallel) with a lab scale setup in The Netherlands to allow fast adjustments and broaden evaluation of the setup/process performance. The actions will focus on reducing the mill total water consumption in 20%.
Wat is de mogelijke rol van lokale duurzame energiesystemen en –initiatieven in de overgang naar een duurzame samenleving? En hoe kunnen op lokale toepassing gerichte innovaties worden ontwikkeld en toegepast op een zodanige manier dat deze bij lokale systemen en initiatieven aansluiten?Deze vragen staan centraal in dit onderzoeksproject dat zich richt op innovaties die rekening houden met een grotere rol van burgers bij een duurzame energievoorziening. Het project behelst echter meer dan het verrichten van onderzoek. Het beoogt bouwstenen te leveren voor een duurzame samenleving waarin meer ruimte is voor lokale (burger)initiatieven. We stellen drie deelprojecten voor:1. een vergelijkende studie naar energiecoöperaties en vergelijkbare innovatieve initiatieven, binnen en buiten Nederland, in heden en verleden. Daarbij hopen we lering te kunnen trekken uit de succesvolle ervaringen in Denemarken en Oostenrijk en van innovaties door coöperatiesen collectieven in het verleden.2. een analyse van energie-innovaties die beogen aan te sluiten bij lokale energiesystemen. Concreet zal het onderzoek zich richten op speciale batterijen, ontwikkeld dor het bedrijf Dr.Ten, en een soort slimme grote zoneboiler, ontwikkeld door het gelijknamige bedrijf Ecovat.3. De ontwikkeling van drie scenario’s, gebaseerd op inzichten uit studies 1 en 2. De scenario’s zullen bijvoorbeeld inhoudelijk verschillen in de mate waarin deze geïntegreerd zijn in bestaande energiesystemen. Deze zullen worden ontwikkeld en besproken met relevante stakeholders.Het onderzoek moet leiden tot een nauwkeurig overzicht van de mate van interesse en betrokkenheid van stakeholders en van de beperkingen en mogelijkheden van lokale energiesystemen en daarbij betrokken technologie. Ook leidt het tot een routemap voor duurzame energiesystemen op lokaal niveau. Het project heeft een technisch aspect, onderzoek naar verfijning en ontwikkeling van de technologie en een sociaal en normatief aspect, studies naar aansluitingsmogelijkheden bij de wensen en mogelijkheden van burgers, instanties en bedrijven in Noord-Nederland. Bovenal is het integratief en ontwerpend van karakter.This research proposal will explore new socio- technical configurations of local community-based sustainable energy systems. Energy collectives successfully combine technological and societal innovations, developing new business and organization models. A better understanding of their dynamics and needs will contribute to their continued success and thereby contribute to fulfilling the Top Sector’s Agenda. This work will also enhance the knowledge position of the Netherlands on this topic. Currently, over 500 local energy collectives are active in The Netherlands, many of them aim to produce their own sustainable energy, with thousands more in Europe. These collectives search for a new more local-based ways of organizing a sustainable society, including more direct democratic decision-making and influence on local living environment. The development of the collectives is enabled by openings in policy but –evenly important - by innovations in local energy production technologies (solar panels, windmills, biogas installations). Their future role in the sustainable energy transition can be strengthened by careful aligning new organizational and technological innovations in local energy production, storage and smart micro-grids.
Decentrale energiewekking wordt een belangrijk onderdeel van het laagspanningsnet. Een nieuwe uitdaging is hoe om te gaan met piekbelasting (zowel vraag als aanbod van energie) in het netwerk. Een mogelijke oplossing hiervoor is slimme sturing (demand-side management) binnen microgrids. Aardehuizen heeft als energy community interesse in verbetering van de zelfconsumptie van de eigen opgewekte energie en in het geautomatiseerd delen en onderling verrekenen van energie, b.v. via blockchain. In het kader van dit KIEM project willen de partners een open ICT-platform ontwikkelen waarin energieopwekking en verbruik wordt gemonitord, een buurtbatterij en warm waterboilers slim worden gestuurd en op termijn energie onderling verrekend kan worden via blockchain. Bij het project zijn de volgende partners betrokken: het lectoraat Duurzame Energievoorziening van Saxion, de onderzoeksgroep CAES van Universiteit Twente, Aardehuizen VvE, Dr. Ten, Bosch-Nefit, stichting Kiemt, Natuurlijk Huus Raalte en Kiekebosch communicatie. De innovatie die het consortium wil realiseren: een community gebaseerde, geïntegreerde sturing van buurtbatterij en warm waterboilers welke wordt ontwikkeld in een open innovatiemodel met bedrijven en bewoners.