Nederland staat de komende jaren voor een enorme woningbouwopgave, die voor een aanzienlijk deel via verdichting zal worden gerealiseerd. Dit leidt tot druk op de openbare ruimte en tot discussies over wie er voorrang heeft bij het gebruik. Zijn dit bijvoorbeeld kinderen die willen spelen of bewoners die zich storen aan het lawaai? In dit essay wordt verkend hoe gemeenten kunnen zorgen dat alle bewoners beschikken over voldoende aantrekkelijke openbare ruimte die uitnodigt om te bewegen en anderen te ontmoeten.
MULTIFILE
De zachte stad. Een term die steeds vaker terugkomt in het debat over de ontwikkeling van onze steden. Een term met een hoog aaibaarheidsgehalte, maar die tegelijkertijd nog veel vragen oproept. In het nieuwe magazine van Platform Stad en Wijk duiken we daarom dieper in dit concept. Maar we werpen er ook een kritische blik op: welke blinde vlekken kent dit gedachtegoed en hoe kunnen we de zachte stad in de praktijk brengen?De komende jaren staat Nederland voor een reusachtige woningbouwopgave. Dat heeft gevolgen voor bestaande wijken, maar ook voor nieuw te bouwen wijken. Tegelijkertijd heeft Nederland te maken met enorme milieu- en duurzaamheidsopgaven en maatschappelijke uitdagingen. De opgaven vragen om nu ook na te denken over hoe problemen op het gebied van leefbaarheid van wijken het hoofd kunnen worden geboden, zodat deze wijken ook op de lange termijn leefbaar blijven.Het gedachtegoed van Soft Cities, oftewel ‘zachte steden’, kan hierbij richtinggevend zijn. Dit gedachtegoed verbindt de gebouwde stad met de mensen die er wonen en stelt in stadsontwikkelingsopgaven de ‘zachte’, geleefde wereld van de mens centraal in plaats van de ‘harde’, systemische wereld van gebouwen en infrastructuur. Lectoren en onderzoekers van Platform Stad en Wijk verkennen in het magazine ‘De zachte stad’ aan de hand van onderzoeksartikelen, essays en interviews hoe de zachte stad van de toekomst eruit zou kunnen zien. We hopen dat dit magazine handvatten biedt voor gemeenten, andere praktijkpartners en hogescholen om gezamenlijk aan de slag te gaan met het realiseren van de zachte stad van de toekomst. Veel leesplezier!
MULTIFILE
Slotinterview. Regieorgaan SIA en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben de ambitie om de samenwerking tussen gemeenten en hogescholen structureler van aard te maken, onder meer op de thema’s leefbaarheid en veiligheid. Hoe willen zij daar met elkaar komen? En welke barrières moeten nog doorbroken worden? Katja Rusinovic, lector Grootstedelijke Ontwikkelingen (De Haagse Hogeschool), en Ben Kokkeler, lector Digitalisering en Veiligheid (Avans Hogeschool), interviewden hierover Leonard Geluk, directeur van de VNG, en Richard Slotman, directeur van SIA.
MULTIFILE
Grote steden staan de komende decennia voor enorme uitdagingen om ruimtelijke herstructurering en versterking van sociaaleconomische posities van bepaalde wijken, te combineren met leefbaarheids-, duurzaamheids-, en mobiliteitsambities. Dit zijn vraagstukken waar bij uitstek verschillende fysieke, sociale, economische en bestuurlijke professionals moeten samenwerken. Dit onderzoek richt zicht op boundary spanners, professionals die een sleutelrol spelen in het verbinden van domeinoverstijgende vraagstukken. Met de toename en complexiteit van maatschappelijke vragen in het grootstedelijke domein groeit ook de behoefte aan en het belang van boundary spanners in het realiseren van effectieve samenwerking. Kennis over de effectiviteit van hun werkpraktijken blijft echter achter. Gezien de urgentie van grootstedelijke vraagstukken, is het van groot belang deze kennis te ontwikkelen. De (grootstedelijke) professionals die in de rol van boundary spanner vervullen of die rol ambiëren vragen zich dan ook af: Hoe krijg ik zicht op mijn eigen boundary spanner praktijk als individu of binnen een team werken, welke mogelijke verbeteringen zijn er in ons handelen en wat daarvan is overdraagbaar naar andere professionals en andere situaties? Door deze praktijkvraag te combineren met theoretische kennis vanuit bestuurskunde en verandermanagement, geeft dit onderzoek antwoord op de overkoepelende onderzoeksvraag: Wat zijn de kenmerken van de werkpraktijken waarin (grootstedelijke) professionals, die we kunnen typeren als of boundary spanners, de grenzen tussen domeinen bij grootstedelijke vraagstukken weten te overbruggen? Het onderzoek is een co-creatie van stedelijke professionals in teams van vijf praktijkcases: het programma Haven-Stad (Amsterdam); de regiodeal Den Haag Zuidwest; het project Cruciale Mijl (Amsterdam); Combiwel buurtwerk (Amsterdam) en het team gebiedsadviseurs (Amsterdam), met onderzoekers van de Centres of Expertise van de Hogeschool van Amsterdam en de Haagse Hogeschool. Dit onderzoek expliciteert de werkregels die boundary spanners in staat stelt om domeinoverstijgend te werken en levert op die manier een wezenlijke bijdrage aan het realiseren van deze grootstedelijke vraagstukken.