Er zijn veel boereninitiatieven om via korte ketens een directe relatie op te bouwen met de markt en consumenten. Door het slim analyseren van de aankopen (producten, hoeveelheden, frequenties) kan een optimaal aanbod samengesteld worden. Korte ketens in de stad worden vaak nog gekoppeld aan het concept van stadslandbouw, urban farming, op een braakliggend terrein. Echter nieuwe high tech teelttechnieken maken het mogelijk, om op het dak, in leegstaande gebouwen, containers en zelfs in het restaurant teelten op te zetten. De nieuwe markt- en logistiek gestuurde korte ketenstructuren zullen de voedselverspilling laag houden.
DOCUMENT
Deze baseline is een instrument om inzichtelijk te maken waar mogelijke ontwikkelmogelijkheden liggen voor de hoogwatervrije terreinen in de Provincie Gelderland. De baseline dient als gespreksmaker die partijen voldoende informeert om een zinvolle discussie te voeren over de terreinen. Allereerst wordt voor alle terreinen een beknopte weergave gegeven van de ligging en de huidige functie van het terrein, zodat duidelijk wordt wat de geografische en functionele verdeling van alle terreinen is over het Gelderse rivierengebied. Daarna wordt een selectie gemaakt van terreinen die kansrijk lijken voor (her)ontwikkeling. Door de huidige status van de terreinen te vergelijken met de ambitie zoals die vastgelegd is in het ambitiedocument, wordt duidelijk welke ontwikkelopgave er ligt. Uit deze selectie wordt een zo divers mogelijke subset gehaald, die een representatief beeld geven van de mogelijkheden voor (her)ontwikkeling. Deze drie delen dienen als input voor werkpakket C, waarin de mogelijke strategieën om de ontwikkelopgave te realiseren worden uitgewerkt.
MULTIFILE
Hoofdstuk 9 in Leren Transformeren. De snelle veranderingen die zich momenteel in de sociale sector voordoen als gevolg van een ambitieuze veranderagenda vragen om een perspectief op kennis. De verschillende casussen in deze uitgave maken dit eveneens duidelijk. In de beschrijving van de casussen wordt gesproken over de noodzakelijke ontwikkeling van nieuwe leerprocessen die dienen aan te sluiten bij actuele praktijkvragen en waarmee sociale vraagstukken optimaler benaderd kunnen worden. In dit hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop binnen de sociale sector deze aanwezige (praktijk)kennis geëxploreerd kan worden en processen van ‘werkvloer-leren’ bij kunnen dragen aan vormen van duurzame innovatie. We gaan daarbij met name in op de vraag hoe vormen van kenniscreatie binnen maatschappelijke ondernemingen bij kunnen dragen aan de bereidheid tot veranderen van professionals en welke rol hierin voor middenmanagers (teamleiders) is weggelegd. In dit hoofdstuk gaan we daartoe in op de onlosmakelijke verbinding tussen taciete (onbewuste en ongrijpbare kennis) en expliciete kennis. We schetsen een beeld van de belangrijke rol van teamleiders in de sociale sector op dit terrein als stimulator en facilitator van leerprocessen. Hun middenpositie zit bij uitstek ‘tussen topdown sturing en bottom up input’ (zie Jansen en Van Biene, hoofdstuk 2) en maakt een nadere verkenning van hun bijdrage van belang.
DOCUMENT
Vacant land can provide social and ecological benefits to cities as they are informally used by people and spontaneously populated by animals and plant-life. However, planners and policy makers often frame vacant land as ‘empty’, ‘blank’ spaces, making it difficult to acknowledge informal and more-than-human shaping of these places. This paper demonstrates how a reconceptualization of vacant land through a relational lens enables the inclusion of informal and more-than-human placemaking in planning policy. Analysing the recent Scottish planning policy debate on vacant land through the analysis of policy documents and key informant interviews, we demonstrate that the inclusion of informal and more-than-human placemaking in the Scottish planning policy is fostered by growing recognition of concepts such as urban biodiversity, but hindered by persistent nature-culture divisions. Waymarkers for future policy making are, firstly, strengthening the presence of informal and more-than-human actors in policy debates by seeking representatives who can speak on their behalf and, secondly, supporting new placemaking traditions specifically for vacant land that are incremental and collaborative.
DOCUMENT
De spoorzone biedt unieke kansen voor versterking van de stedelijke leefbaarheid. Werkgroep Het Groene Spoor van de Vereniging Duurzaam Soesterkwartier wil hier aan de slag in samenwerking met bewoners en bedrijven, en vroeg de Wetenschapswinkel van Wageningen UR (University & Research centre) om eenonderzoek.
DOCUMENT
Inhoudsanalyse van websites en printedities van 59 Nederlandse nieuwsmedia toont aan dat nieuwsmedia zich weinig proactief transparant opstellen naar het publiek. Gezien de tijdsgeest in het medialandschap, die zich kenmerkt als een zoektocht naar publiek, onderscheid en kwaliteit, werpt dit kritische vragen op over hoe nieuwsmedia zich profileren en aan hun publiek verantwoorden. Uit inventarisatie van gepubliceerde beleidsdocumenten en zelfkritische rubrieken blijkt dat 60% van de onderzochte media een mission statement publiceert en 32% een introspectieve rubriek van de hoofdredactie publiceert. Nieuwsombudsmannen (3%) en publieksredacteuren (7%) zijn daarentegen dun gezaaid en slechts een enkel medium publiceert een eigen ethische code (15%) of een redactiestatuut (7%). Een op de vijf nieuwsmedia verwijst in hun colofon naar de Raad voor de Journalistiek en vooral regionale omroepen publiceren hun jaarverslagen (17%).
DOCUMENT
Een groene omgeving is een belangrijke sleutel tot een gezonde bevolking. Alle reden dus om te kijken in wijken hoe het groen eruit ziet en hoe het beter kan. En ook andere opgaven, zoals klimaatadaptatie, daarbij mee te nemen. Want zonder integraal denken en werken lukt het niet.
DOCUMENT
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
DOCUMENT
Mediation is in de vorige eeuw vanuit de Verenigde Staten van Amerika en Engeland Nederland binnen komen waaien. De juridisering van de samenleving alsmede de onvrede hierover hebben een grote bijdrage geleverd aan de opmars van mediation. In Nederland heeft mediation een grote impuls gekregen nadat de toenmalige minister van Justitie, de heer Donner ruim baan heeft gegeven aan de toepassing van mediation in juridische procedures via de rechtspraak en het Juridisch Loket. Hoewel het middel mediation nog steeds bij grote groepen ombekend is, heeft mediation veel terrein gewonnen de afgelopen jaren. In de praktijk blijkt dit onder andere uit de mogelijkheid om op toevoegingbasis te medieren (vergelijkbaar met het rechtsbijstandsysteem), waardoor mediation voor een brede, niet kapitaalkrachtige groep toegankelijk is geworden. Daarnaast heeft het Nederlands Mediation Instituut (NMI) een kwaliteitsborgingsysteem voor mediators opgezet.
DOCUMENT
Bewegen in de openbare ruimte krijgt steeds meer aandacht in onder andere gemeentelijk beleid mede door de Omgevingswet, GALA en de Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024. Tevens heeft bewegen in de openbare ruimte een boost gekregen gedurende de coronapandemie. Meer mensen zijn buiten gaan bewegen omdat het niet anders kon. Ze genieten van ‘ommetjes’ in de natuur. Fitness in de buitenlucht heeft met bootcampaanbieders een vlucht genomen en urban sports vormen al langer trendsporten (Prins, Hoekman,& van de Poel, 2021) . Bewegen in de openbare ruimte sluit daarnaast aan bij de trend om meer informeel en ook individueel te bewegen. Voor een succesvolle beweegvriendelijke omgeving is een samenspel van hardware, software en orgware noodzakelijk. Werken volgens het Beweegvriendelijke omgevingsmodel (BVO-model) van het Kenniscentrum Sport & Bewegen (Hoyng & Eck, 2021) is aan te bevelen. Echter, dat BVO-model toepassen in de praktijk lukt nog niet optimaal.
DOCUMENT