In Nederland is steeds meer aandacht voor het versterken van de financiële competenties van burgers. Een van de interventies die daarvoor wordt ingezet is de budgetcursus. Het betreft meestal vijf of zes lessen waar deelnemers vaardigheden leren om beter om te gaan met geld. Er is echter weinig bekend over de effectiviteit van deze cursussen. In samenwerking met Avres, Werk en Inkomen Lekstroom, de gemeente Zwolle, de Sociale Dienst Drechtsteden en Buurtteams Utrecht hebben het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht en leerstoelgroep Urban Economics van de Wageningen Universiteit daarom de effectiviteit van twee typen budgetcursussen onderzocht: de traditionele cursus en een op gedragswetenschappelijke inzichten aangepaste cursus. Bij de traditionele budgetcursus ligt de nadruk meer op de overdracht van kennis en vaardigheden, bij de aangepaste cursus is er meer aandacht voor het handelen van de cursisten in het dagelijks leven
DOCUMENT
Hoe krijg je een dakloze zover dat hij dat hij leert zonder schulden door het leven te gaan en misschien wel door te stromen naar een zelfstandige woning? De Hogeschool van Amsterdam doet onderzoek naar interventies die de doklozen motiveren tot deelname aan een budgetcursus.
LINK
In de afgelopen jaren heeft schuldpreventie een grote vlucht genomen. Budgetcursussen, voorlichting op scholen of vrijwilligers die mensen helpen hun administratie te ordenen, zijn niet meer weg te denken interventies in het lokale sociaal domein. Ook in de huidige beweging waarbij ondersteuning steeds meer in wijk en buurt wordt georganiseerd, blijft schuldpreventie een belangrijke plek innemen. Want het op orde hebben van de financiën is een belangrijke voorwaarde om te kunnen participeren. In de huidige situatie vinden professionals en vrijwilligers die invulling geven aan schuldpreventie naast elkaar het wiel uit. Lessen over een effectieve uitvoering worden nauwelijks gedeeld. Om preventiemedewerkers, maatschappelijke dienstverleners, vrijwilligers, schuldhulpverleners en al die anderen die betrokken zijn bij de uitvoering van schuldpreventie verder te helpen, heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de Hogeschool Utrecht (HU) gevraagd de praktische kennis uit de uitvoering te bundelen. Door die te delen, kan enerzijds de uitvoering van veel ingezette interventies met betrekkelijk weinig inspanning toch effectiever worden. Anderzijds kan voorkomen worden dat professionals in dezelfde valkuil vallen die hun collega’s al ontdekten. De expertkennis is uitgewerkt in acht losse werkwijzers. Per werkwijzer is uitgewerkt welke lessen er in de praktijk zijn geleerd over een effectieve uitvoering. De werkwijzers zijn dus een weergave van relevante kennis die tot nu toe vooral in de hoofden van de uitvoerend professionals zat. De werkwijzers zijn geen complete handreikingen die de lezer van A tot Z bij de hand nemen om een interventie te ontwerpen. Wel bevatten ze de inzichten, tips en trucs die professionals kunnen gebruiken bij de ontwikkeling van hun eigen interventies. Iedere werkwijzer is een losstaand stuk waarin de aandachtspunten en tips van professionals en andere betrokkenen,die de betreffende interventie op verschillende plaatsen verzorgen, zijn samengebracht. De werkwijzers vormen samen deze preventiebundelbben van de financiën is een belangrijke voorwaarde om te kunnen participeren.
DOCUMENT
Financially vulnerable consumers are often associated with suboptimal financial behaviors. Evaluated financial education programs so far show difficulties to effectively reach this target population. In our attempt to solve this problem, we built a behaviorally informed financial education program incorporating insights from both motivational and behavioral change theories. In a quasi-experimental field study among Dutch financially vulnerable people, we compared this program with both a control group and a traditional program group. In comparison with the control group, we found robust positive effects of the behaviorally informed program on financial skills and knowledge and self-reported financial behavior, but not on other outcomes. Additionally, we did not find evidence that the behaviorally informed program performed better than the traditional program. Finally, we discuss the findings and limitations of this study in light of the financial education literature and provide implications for policymaking and directions for future research.
MULTIFILE
In het kader van dit RAAK-onderzoek is een literatuurstudie gedaan naar de rol van motivatie bij financiële educatie. De centrale vraag voor het onderzoek was: In hoeverre dragen de interventies in de budgetcursus Grip op de Knip van MEEAZ bij aan vergroten van de motivatie v an de deelnemers en het verminderen van uitval uit deze training en een verbetering van de duurzame toepassing van hetgeen in de training geleerd wordt? In dit rapport worden de uitkomsten van het onderzoek beschreven en de succesfactoren als het gaat om het vergroten van de motivatie voor de budgettraining van MEEAZ gepresenteerd.
DOCUMENT
" Geldzorgen hebben impact op de gezondheid, daar merk je als zorgprofessional ook veel van: zorgmijding, vragen over de kosten van de behandeling, stoppen met een behandeling, adviezen die niet opgevolgd worden, klachten die voortkomen uit chronische stress. Als zorgprofessional wil je dat de patiënt baat heeft bij jouw zorgverlening. Wat kun je dan doen? Er is veel mogelijk. Je kunt eraan bijdragen dat zij eerder hulp krijgen en zo eerder uit hun schuldensituatie kunnen komen. Dat kan helpen om gezondheidsklachten van patiënten te verminderen. Er is een interventiepakket ontwikkeld voor paramedici waarvan je gebruik kunt maken. Deze leidraad bevat informatie over het interventiepakket en biedt enige achtergrondinformatie over hoe je deze kunt gebruiken in je praktijk of werkomgeving en hoe je dit onderwerp binnen jouw organisatie kunt oppakken. "
DOCUMENT
Wegwijzer bij financiële problemen onder delinquenten
DOCUMENT
Financiële problematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Delinquenten zelf én forensisch sociaal professionals ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Effectieve samenwerking rond schuldenproblematiek onder delinquenten vanuit verschillende expertises is dan ook essentieel.
DOCUMENT
Financiële problematiek onder delinquenten is groot, complex en diepgeworteld, belemmert resocialisatie en vergroot het risico op terugval in delictgedrag. Bovendien hangt financiële problematiek vaak samen met problemen op andere levensdomeinen, zoals opleiding, werk, en mentale en fysieke gezondheid. Delinquenten zelf én forensisch sociaal professionals ervaren vaak veel belemmeringen bij het aanpakken van schulden. Effectieve samenwerking rond schuldenproblematiek onder delinquenten vanuit verschillende expertises is dan ook essentieel.
DOCUMENT
In 2022 is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een nieuwe aanpak van geldzorgen, armoede en schulden geformuleerd met als doel om armoede en schulden te halveren. Naast het oplossen van schulden is het ook van belang om beginnende geldzorgen aan te pakken: wat houdt de preventie van armoede en schulden in? Welke typen interventies richten zich op preventie? En wat is effectief bij het aanpakken van geldzorgen? Deze vragen hebben we beantwoord door een instrument te ontwikkelen om interventies eenduidig te beschrijven en in kaart te brengen welke elementen van interventies werkzaam zijn. De rapportage ‘Preventie van geldzorgen, armoede en schulden, verschillende typen interventies in kaart’ is het resultaat van een samenwerking tussen het Lectoraat Schulden en Incasso aan de Hogeschool Utrecht, het Kenniscentrum Psychologie en Economisch Gedrag dat onderdeel is van de Universiteit Leiden en het Lectoraat Armoede Interventies aan de Hogeschool van Amsterdam. Het consortium bracht aan de hand van 30 interventies in kaart waar kansen liggen en ontwikkelde een format om toekomstige interventies te plotten. De resultaten van het project geven handvatten over hoe interventies samenhangend in beeld gebracht kunnen worden. Voor nu zijn een eerste dertigtal interventies systematisch gecategoriseerd en beschreven. Door dit te doen wordt zichtbaar welke doelgroepen er worden bediend, wat er bekend is over de impact van een interventie en welk doelgedrag er gestimuleerd wordt. Het laat ook zien welke hiaten er lijken te zijn. Zo zien we bijvoorbeeld in deze eerste analyse dat veel interventies zich op jongeren richten terwijl andere bevolkingsgroepen minder vertegenwoordigd zijn. Ook richten zich in verhouding veel interventies op het ondersteunen bij aanvragen voor inkomensondersteuning. Een derde opvallende bevinding is dat interventies zich nog vaak richten op het individu, bijvoorbeeld door het aanbieden van een coachingstraject, en minder op aanpassingen in het systeem. Tot slot valt op dat relatief weinig interventies zich richten op het verhogen van inkomens anders dan de ondersteuning bij het aanvragen van bestaande tegemoetkomingen.
DOCUMENT