De huidige landschapsinrichting komt steeds verder onder druk te staan. Klimaatverandering, weersextremen en langere periodes van nat en droog zorgen voor steeds meer problemen in het landschap en ook een afname in biodiversiteit en de stikstofcrisis eisen hun tol. Zo worden de hogere zandgronden steeds droger en neemt het risico op overstromingen door hevige buien toe. Het huidige landschap lijdt hieronder en vraagt om verandering. Een herinrichting van het landschap op basis van water- en bodemeigenschappen, biedt de oplossing. De casus is uitgevoerd in het Groene Woud, gelegen in de provincie Noord-Brabant. Het Groene Woud is 35.000 hectare groot en bevindt zich tussen ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg. Het wordt gekenmerkt door een typisch beekdallandschap met tal van beken en natuur, vaak sterkverweven met agrarische activiteiten. Het doel van de casus Klimaatveerkrachtig landschap – het Groene Woud, is het ontwerpen van een herinrichting van het Groene Woud, waarbij al deze problemen mee worden genomen. De herinrichting is gedaan aan de hand van water- en bodemeigenschappen en biedt zowel landbouw als natuur de kans om zich optimaal te ontwikkelen binnen de grenzen van het Groene Woud.
DOCUMENT
De gevolgen van de extreem droge zomer van 2018 zijn nu, zelfs na een natte winter, nog terug te vinden in het grondwaterpeil met alle gevolgen voor landbouw, natuur en woningen. Misschien dat de droge zomer van 2018 een kantelpunt kan zijn in het denken over de wijze waarop in Nederland de beekdalen zijn ingericht. Een meer natuurlijke inrichting van beekdalen met een sterk bufferend vermogen kan vele problemen voorkomen. De slag naar duurzaamheid moet worden gemaakt: het inrichten van beekdalsystemen voor de lange termijn. Bij Hogeschool Van Hall Larenstein vond er onlangs een symposium over plaats.
DOCUMENT
Hoe is het gesteld met de bodemkwaliteit van wadi’s? Met de nieuwe meettechniek XRF is een oriënterend onderzoek gedaan bij dertig wadi’s in Nederland.
DOCUMENT
Het gezichtspunt dat ik in deze bijdrage zal betrekken is dat de ecologische crisis zich niet alleen in onze omgeving – ons milieu – afspeelt, maar voor een belangrijk deel ook in onze persoon. Veel westerse mensen voelen nu een onbestemd gevoel van onthechting, van geestelijke eenzaamheid. Hoe nog een zin, een betekenis aan het leven te geven? Voor diegenen die zich ten volle realiseren dat er zich inderdaad een existentieel vacuüm heeft geopend, is het bijzonder moeilijk om naast scepticisme en cynisme nog een andere uitweg te zien. Het ontbreekt steeds meer mensen aan een spiritueel referentiepunt van waaruit zij richting kunnen geven aan hun handelen. In deze bijdrage wil ik eerst stil staan bij wat een aantal denkers heeft gezegd over de vraag hoe deze leegte kon ontstaan. Welk proces heeft veroorzaakt dat we nu, om met de Amerikaanse cultuurcriticus Jerry Mander (1991) te spreken, leven “in afwezigheid van het sacrale”? Vervolgens wil ik trachten na te gaan of we mogelijk een gevoel van verbondenheid met een groter zingevend geheel kunnen terugvinden door ons te laten inspireren door de levenswijsheid van traditioneel levende inheemse volken. De radicale milieufilosofie van de ‘deep ecology’-beweging wordt hier opgevat als een eerste poging daartoe.
DOCUMENT
In het project ‘Landbouw in Klimaatrobuuste Beeklandschappen’ (SIA PVG.DZ21.03.004) zijn het bodem- en watersysteem, het agrarisch perspectief, de verdienmogelijkheden binnen dit landschap en de rol van governance uitgewerkt. De methodieken zijn aan de hand van drie verschillende casusgebieden opgesteld, getest en repliceerbaar gemaakt en hebben verschillende producten en rapportages opgeleverd. De gebruikte casusgebieden zijn het Koningsdiep (FR), de Buulder Aa (NB) en het Vechtdal (OV), drie verschillende maar wel vergelijkbare gebieden op zandgronden waar de aanwezigheid van lokale laagtes en hoogtes voor complexe dynamiek zorgen op het gebied van droogte en wateroverlast. Dit deelbestand is onderdeel van het grotere geheel. Houd er rekening mee dat deze informatie is gepubliceerd op 28-02-2025 en onderhevig kan zijn aan wijzigingen.
DOCUMENT
Rapport verschenen n.a.v. onderzoek, uitgevoerd door Altenburg & Wymenga, in opdracht van hogeschool Van Hall Larenstein. Dit kennisoverzicht heeft als doel een overzicht te geven aan beschikbare kennis en kennisleemten. Waar staan we nu? En wat moet nog verder worden uitgezocht? Lisdoddeteelt en veenmosteelt staan centraal, aangezien deze twee natte teeltvormen reeds zijn onderzocht binnen de pilotstudies van Better Wetter. Aanvullend op bovengenoemde uitgangspunten wordt in een apart hoofdstuk de verwachte impact van teeltwerkzaamheden toegelicht. Ten slotte worden de belangrijkste conclusies, kennisleemtes en openstaande onderzoeksvragen bondig op een rij gezet.
DOCUMENT
Uitgebreide online versie. Met dit voorbeeldenboek laten we zien hoe een straat klimaatbestendig ingericht kan worden, wat een klimaatbestendige inrichting kost, maar vooral ook wat de voordelen zijn. Voor karakteristieke - en voor veel gemeenten herkenbare - straten hebben we telkens vier inrichtingsmogelijkheden uitgewerkt met de bijbehorende kosten en baten. Naast de algemene overeenkomsten die straten van eenzelfde wijktypologie hebben, kunnen er ook lokale verschillen zijn waardoor klimaatadaptatie niet op eenzelfde manier kan worden ingevuld. Het gaat hier om het maaiveldverloop, de bodemopbouw en de grondwaterstanden. Naast de investeringskosten zijn de onderhoudskosten en kosten als gevolg van eventuele waterschade meegenomen.
MULTIFILE
Naast bodembeheer is waterbeheer in de agrarische sector een belangrijk thema. Door klimaatverandering zijn de weersextremen sterk toegenomen. Tijden van wateroverlast worden afgewisseld met lange periodes van droogte. De verbeteringen van het watersysteem in Nederland zijn de afgelopen honderden jaren vooral gericht geweest op het voorkomen van schade door wateroverlast. De afgelopen jaren wordt het steeds duidelijker zichtbaar dat er meer maatregelen genomen moeten worden om droogteschade te voorkomen. Dat vraagt een enorme paradigmaverschuiving bij agrariërs, waterschappen en overheden. In dit lectoraatsplan wordt de problematiek van agrarisch waterbeheer uitgewerkt, worden onderzoeksvragen en doelstellingen geformuleerd en wordt aangegeven hoe het lectoraat de problematiek wil gaan aanpakken: Water-Leiding.
DOCUMENT
In Nederland zal het natter worden ten gevolge van de klimaatverandering. Meer regens, meer smeltwater in rivieren en een stijging van de zeespiegel zorgen voor een groter risico op overstromingen. Daarmee wordt klimaatverandering een niet weg te denken element in waterbeheer, kustverdediging, stedelijke ontwikkeling en natuurbeheer. Ieder ontwerp voor stedelijke of gebiedsontwikkeling zal rekening moeten houden met de mogelijke gevolgen van de opwarming van de aarde, of met een mooi woord 'klimaatbestendig' moeten zijn. De vraag hoe je klimaatbestendige landschappen kunt ontwerpen, speelt een grote rol binnen Europese projecten waar de groene hogeschool aan heeft deelgenomen en deelneemt.
DOCUMENT
Van Hall Larenstein is een duurzame University of Applied Sciences, waar studenten worden opgeleid tot ambitieuze en innovatieve professionals en praktijkgericht onderzoek wordt uitgevoerd om een belangrijke bijdrage te leveren aan een duurzame wereld. Samen met partners uit het werkveld draagt VHL met onderzoek en kennisvalorisatie bij aan innovatieve en duurzame ontwikkelingen. De focus ligt hierbij op circulaire landbouw, water, gezond voedsel & gezonde voeding, bodem en biodiversiteit. Vanuit de verschillende lectoraten zijn deze thema’s uitgewerkt in onderzoekslijnen. Thema’s die de uitdagingen raken die onderdeel zijn van dé internationale duurzaamheidsagenda voor 2030: de Sustainable Development Goals (SDG’s). In dit boekje staan diverse aansprekende en illustratieve voorbeelden van afgesloten en lopende projecten uit binnen- en buitenland die gekoppeld zijn aan de SDG’s. Resultaten leveren niet alleen een bijdrage hieraan, maar ook aan het onderwijs.
DOCUMENT