In dit artikel probeert de auteur bijeen te brengen in welke richting kunstonderwijs binnenschools en buitenschools zich momenteel aan het ontwikkelen is. Hij zal daarbij zicht geven op benaderingen die de kwaliteit van kunsteducatie kunnen verhogen door het geheel meer samenhang te geven.
De populatie in onze grote steden diversifieert in hoog tempo. Stedelijk cultureel beleid geeft hieraan steeds vaker erkenning waardoor etniciteit, leeftijd, fysieke of mentale beperking, gender of armoede in theorie geen barrière meer vormen om te participeren. Kunsteducatieve professionals die in stedelijke contexten werkzaam zijn, krijgen binnenschools en buitenschools te maken mettoenemende diversiteit. Sociale en inclusievaardigheden zijn daarom deel gaan uitmaken van hun kerncompetenties, júist omdat de kunsten in staat zijn om positieve invloed uit te oefenen op ongelijkheid en verschil in educatieve en sociale contexten (zie o.a. Kallio et al., 2021).Voor de kunstvakopleidingen Docent Muziek (aan het Prins Claus Conservatorium) en Docent Beeldende Kunst en Vormgeving (aan de Academie Minerva) van de Hanzehogeschool Groningen leidde dit tot de vraag deze competenties werkveldgetrouwer en actueler aan te spreken in het onderwijs. Op basis van vooronderzoek werd meerstemmigheid als belangrijk uitgangspunt vanuit de opleidingen benoemd, nl. het (laten) bestaan van onderling verschil en frictie, en hier op een open en respectvolle manier mee omgaan.
LINK
De integrerende studie presenteert de lessen die geleerd zijn uit het programma Pedagogische Kracht in de wijk, dat is uitgevoerd tussen 2008 en 2010 in een vensterschool in een van de 40 krachtwijken in de gemeente Groningen. Het programma bestond uit verschillende deelprojecten: voor- en vroegschoolse educatie, binnen – en buitenschools leren, ouderbetrokkenheid, leefwereld van 10-14jarigen, de ontwikkeling van een gedragen pedagogische visie en een onderzoek naar de aard en mate van de interprofessionele samenwerking in de vensterschool. In deze studie worden de inzichten samengebracht in drie geleerde lessen: Triple S (Small, smart and Social). Deze lessen gaan over de kwaliteit van de organisatie (small), de kwaliteit van de uitvoering (smart) en de kwaliteit van de relaties (social).
Ongezond eet- en beweeggedrag bij kinderen komt regelmatig voor. Daarbij vormen negatieve gevolgen van ongezond gedrag, zoals overgewicht en obesitas, een breed maatschappelijk probleem. Met name in de vier grootste steden van Nederland wordt (ernstig) overgewicht bij kinderen vaak gesignaleerd. Dit hangt samen met de sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergrond van de gezinnen in deze steden. Pedagogisch professionals werkzaam binnen de buitenschoolse opvang (BSO), kunnen een bijdrage leveren aan gezond eet- en beweeggedrag bij basisschoolkinderen en dus aan gezond opgroeien. Echter, er wordt binnen de BSO-setting weinig met gezonde leefstijl-thema’s gedaan. De vraag vanuit de praktijk is: hoe kan ik, als BSO pedagogisch professional, in de dagelijkse praktijk optimaal invulling geven aan gezonde leefstijl-thema’s en gezond eet- en beweeggedrag bij kinderen bevorderen? Pedagogisch professionals geven aan handvatten nodig te hebben voor het stimuleren van gezond gedrag bij een brede groep kinderen van 4 tot en met 12 jaar. In het huidige project genaamd GO-BSO wordt daarom een praktische handreiking voor BSO pedagogisch professionals ontwikkeld. Het doel is opvoedpraktijken omtrent eten en bewegen van pedagogisch professionals en eet- en beweeggedragingen van basisschoolkinderen te verbeteren. De handreiking wordt met behulp van Intervention Mapping en in co-creatie met pedagogisch professionals en kinderen samengesteld. Het geheel moet praktisch uitvoerbaar zijn voor pedagogisch professionals en aantrekkelijk zijn voor kinderen met diverse sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergronden. Daarnaast dient de handreiking laagdrempelig, duurzaam en breed inzetbaar te zijn in de kinderopvang als basisvoorziening voor een brede groep kinderen. Het GO-BSO project levert na 2 jaar zowel een praktische handreiking voor pedagogisch professionals op als ook een proces- en effectevaluatie. De handreiking wordt getest op bruikbaarheid, uitvoerbaarheid en waardering bij pedagogisch professionals en kinderen. Daarnaast wordt onderzoek uitgevoerd naar het effect van de handreiking op opvoedpraktijken van pedagogisch professionals en eet- en beweeggedragingen van kinderen.
Leerpracht Overvecht is een samenwerkingsverband tussen de Marnix Academie, HU, Brede School Overvecht en Universiteit Utrecht met als doel (toekomstige) onderwijsprofessionals goed op te leiden en te professionaliseren voor het lesgeven in grootstedelijke context. Gezamenlijk pakken we de uitdagingen aan in het onderwijs van Overvecht en streven we naar kwaliteitsverbetering.
Samen met leraren (opleiders), studenten, en duurzaamheidsexperts onderzoeken we hoe Leren voor Duurzame Ontwikkeling vorm kan krijgen in de bèta-schoolvakken en welke docentcompetenties leraren-in-opleiding daarvoor moeten ontwikkelen.