Op basis van een kwalitatief onderzoek onder 124 kinderen, 80 ouders van deze kinderen en 66 professionals in de buitenschoolse voorzieningen waar zij gebruik van maken wordt een vergelijking gemaakt van de visies van kinderen, hun ouders en professionals op a. het functioneren van de opvang en de pedagogische begeleiding van kinderen buiten school en b. de dagindeling van ouders en die van de verschillende buitenschoolse voorzieningen gebruik maken. In het boek worden de verschillende opvangarrangementen en opvangtrajecten beschreven waarvan ouders en kinderen gebruik maken. Aan de hand van casebeschrijvingen worden de overeenkomsten en verschillen in visies en wensen van ouders, kinderen en (semi)professionals voor het voetlicht gebracht. Kinderen blijken in het algemeen tevreden met de opvang buiten schooltijd, mits zij daar niet elke dag naartoe hoeven en zij niet te lange dagen maken. Ouders wensen vooral continuiteit, flexibiliteit en bereikbaarheid in de opvang. Er wordt vooralsnog niet voorzien in de basisbehoefte van ouders en kinderen aan een sluitend aanbod aan buitenschoolse voorzieningen op wijkniveau, waar kinderen rust en veiligheid vinden, en waar tevens flexibel tegemoet wordt gekomen aan de diversiteit van educatieve en recreatieve vrijetijdswensen.
DOCUMENT
De buitenschoolse opvang (bso) is in Nederland sinds het eind van de twintigste eeuw een nieuwe pedagogische voorziening waar grote groepen kinderen na schooltijd hun vrije tijd doorbrengen. Hoe het alledaagse leven van kinderen in de bso eruit zien, hoe ze vriendjes maken, hoe ze samen kunnen spelen en conflicten aangaan en oplossen, kortom hoe ze in de bso hun sociale leven in interactie met elkaar gezamenlijk vormgeven, is het onderwerp van dit proefschrift. Een onderwerp dat in de wetenschappelijke literatuur tot nu toe onderbelicht is gebleven.
LINK
Eindadvies van de commissie Tieneropvang. In het advies worden de volgende vragen beantwoord: Hoe kan de opvang van tieners buiten schooltijd worden vormgegeven? Hoe ziet de leefwereld en met name de vrijetijdsbesteding van moderne tieners eruit? Wat willen tieners zelf met betrekking tot buitenschoolse opvang en - activiteiten? Welke behoeften hebben ouders? Welke maatschappelijke doelstellingen worden met tieneropvang nagestreefd? Wat kan de plaats en functie zijn van tieneropvang in het Nederlands stelsel van kinderopvang, welzijnswerk en onderwijs? Hoe kan de financiering worden geregeld?
LINK
Veel landen in Europa zien zich voor de uitdaging geplaatst een samenhangend systeem te ontwikkelen waarin kinderopvang en onderwijs op elkaar zijn afgestemd en elkaar versterken. Ook in Nederland is een proces gaande waarbij basisonderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang naar elkaar toegroeien. Dit vraagt om een samenhangende visie op opvoeding, educatie en opvang die praktisch gestalte kan krijgen in een Integraal Kind Centrum (IKC).Voor het welslagen van het IKC als waardevolle opvoedings- en ontwikkelingsomgeving is een team van goed opgeleid, gekwalificeerd personeel een absolute vereiste. Op hbo-niveau opgeleide pedagogen werken hierin samen met leerkrachten en pedagogisch medewerkers. Sociaal-emotionele, motorische, cognitieve en creatieve ontwikkelingsgebieden en/of behoeften van kinderen vormen in deze teams steeds het uitgangspunt, waarbij pedagogen en leerkrachten de verschillende ontwikkelingsgebieden gezamenlijk vanuit hun eigen expertise stimuleren. Dit betekent dat de scheidslijnen tussen de verschillende sectoren en bijbehorende opleidingen moeten worden geherdefinieerd. Wij zien het IKC als een open leer- en ontwikkelingsgemeenschap waar kinderen, leerkrachten, pedagogisch medewerkers, pedagogen en ouders met plezier naartoe komen. Om dit te realiseren moeten we over grenzen heen durven kijken. Onderwijs is meer dan onderwijzen, en kinderopvang is zoveel meer dan het 'opvangen' van kinderen. Hiervoor is een omslag in het denken en kijken naar deze sectoren noodzakelijk.
DOCUMENT
Op basis van onderzoek worden de vrijetijdspatronen (georganiseerde en ongeorganiseerde vrijetijd) van kinderen tussen 10 en 15 jaar uit verschillende sociale milieus beschreven. Uit de resultaten blijkt dat de ongerustheid over de te drukke agenda's van kinderen en jonge tieners niet terecht is. Nog geen 12% van de onderzochte leeftijdsgroep blijkt vier of meer vaste afspraken c.q. georganiseerde activiteiten per week te hebben (sporttraining, gitaarles, buitenschoolse opvang e.d.). Zij zijn meestal afkomstig uit gezinnen met hoogopgeleide ouders. 47% blijkt en of twee vaste afspraken te hebben en ruim 27 % neemt deel aan geen enkele activiteit die wekelijks georganiseerd wordt. Verder wordt uit het onderzoek duidelijk dat bij jonge adolescenten zeer gedifferentieerde patronen van vrijetijdsbesteding te onderscheiden zijn. Op basis van de onderzoeksgegevens wordt een typologie gegeven van ongeorganiseerde vrijetijdsbesteding (welke groepen jongeren onderscheiden naar klasse en gender doen wat?)En ook is onderzocht hoe onderscheiden groepen jongeren ongeorganiseerde activiteiten en georganiseerde activiteiten combineren.
DOCUMENT
There is much attention for the quality of the pedagogical vision of after school day-care (bso) nowadays (e.g. Schreuder et al, 2011). My PhD-study concentrates on social development and discourse practices of young children (4 – 7) in the bso. In this poster I will show strong strategies in conflict management of one caretaker. Strong strategies stimulate agency and autonomy of children (Mashford-Scott & Church, 2011). Weak strategies don’t. This study wants to contribute to qualitative evidence for how interactions of caretakers and children in after school day care can enable children’s social development
DOCUMENT
In dit hoofdstuk wordt de driehoeksrelatie besproken tussen kind, ouders en professionals in de context van de kinderopvang inclusief de buitenschoolse opvang en de school. Vanuit het theoretisch perspectief van Bronfenbrenner wordt het belang getoond van het verbinden van leefwerelden waarin kinderen opgroeien, Vervolgens wordt ingegaan op de stand van zaken in brede scholen en kindcentra. Tot slot wordt getoond wat ouderbetrokkenheid vraagt van professionals die werkzaam zijn in brede scholen/kindcentra.
LINK
Een gezonde leefstijl draagt bij aan een goede ontwikkeling van kinderen. De kinderopvang is een belangrijke plek waar een gezonde leefstijl bij kinderen kan worden bevorderd. Om kinderopvangorganisaties te ondersteunen bij het bieden van een gezonde en veilige omgeving voor kinderen, waar medewerkers zelf een gezond voorbeeld zijn, is het landelijke programma Gezonde Kinderopvang ontwikkeld. Voor de evaluatie van het effect van het programma werd een RCT opgezet met een voor- en nameting bij kinderopvangorganisaties in een interventie- en controlegroep. Om veranderingen omtrent het (on)gezonde aanbod en opvoedpraktijken van medewerkers op de dagopvang (incl. peuteropvang en voorschoolse educatie) en buitenschoolse opvang te evalueren, werden observaties uitgevoerd.Dit rapport beschrijft de methoden en resultaten van het uitgevoerde observatieonderzoek.
DOCUMENT