Affective teacher–child relationships have frequently been investigated in school settings, but less attention has been devoted to these relationships in after-school care. This study explored caregiver- (N = 90) and child-informed reports (N = 90) of the affective caregiver–child relationship (N = 180 dyads) in Dutch after-school care, exploring gender differences at caregiver and child level and the relationship with a gender match between children and caregivers. The caregivers and children reported relatively high levels of closeness and relatively low level of conflict and dependency/autonomy support, irrespective of gender. Multilevel regression analyses revealed that a gender match between child and caregiver was associated with teacher-reported closeness: levels were highest in female-girl dyads and lowest in male-boy dyads. Further, boys indicated the highest levels of autonomy in male-boy dyads, whereas girls indicated the lowest levels in female-girl dyads. Masculinity of staff was associated with more child-reported autonomy support, whereas femininity predicted caregiver-reported closeness in the relationship.
Een gezonde leefstijl draagt bij aan een goede ontwikkeling van kinderen. De kinderopvang is een belangrijke plek waar een gezonde leefstijl bij kinderen kan worden bevorderd. Om kinderopvangorganisaties te ondersteunen bij het bieden van een gezonde en veilige omgeving voor kinderen, waar medewerkers zelf een gezond voorbeeld zijn, is het landelijke programma Gezonde Kinderopvang ontwikkeld. Voor de evaluatie van het effect van het programma werd een RCT opgezet met een voor- en nameting bij kinderopvangorganisaties in een interventie- en controlegroep. Om veranderingen omtrent het (on)gezonde aanbod en opvoedpraktijken van medewerkers op de dagopvang (incl. peuteropvang en voorschoolse educatie) en buitenschoolse opvang te evalueren, werden observaties uitgevoerd.Dit rapport beschrijft de methoden en resultaten van het uitgevoerde observatieonderzoek.
Ongezond eet- en beweeggedrag bij kinderen komt regelmatig voor. Daarbij vormen negatieve gevolgen van ongezond gedrag, zoals overgewicht en obesitas, een breed maatschappelijk probleem. Met name in de vier grootste steden van Nederland wordt (ernstig) overgewicht bij kinderen vaak gesignaleerd. Dit hangt samen met de sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergrond van de gezinnen in deze steden. Pedagogisch professionals werkzaam binnen de buitenschoolse opvang (BSO), kunnen een bijdrage leveren aan gezond eet- en beweeggedrag bij basisschoolkinderen en dus aan gezond opgroeien. Echter, er wordt binnen de BSO-setting weinig met gezonde leefstijl-thema’s gedaan. De vraag vanuit de praktijk is: hoe kan ik, als BSO pedagogisch professional, in de dagelijkse praktijk optimaal invulling geven aan gezonde leefstijl-thema’s en gezond eet- en beweeggedrag bij kinderen bevorderen? Pedagogisch professionals geven aan handvatten nodig te hebben voor het stimuleren van gezond gedrag bij een brede groep kinderen van 4 tot en met 12 jaar. In het huidige project genaamd GO-BSO wordt daarom een praktische handreiking voor BSO pedagogisch professionals ontwikkeld. Het doel is opvoedpraktijken omtrent eten en bewegen van pedagogisch professionals en eet- en beweeggedragingen van basisschoolkinderen te verbeteren. De handreiking wordt met behulp van Intervention Mapping en in co-creatie met pedagogisch professionals en kinderen samengesteld. Het geheel moet praktisch uitvoerbaar zijn voor pedagogisch professionals en aantrekkelijk zijn voor kinderen met diverse sociaaleconomische en sociaal-culturele achtergronden. Daarnaast dient de handreiking laagdrempelig, duurzaam en breed inzetbaar te zijn in de kinderopvang als basisvoorziening voor een brede groep kinderen. Het GO-BSO project levert na 2 jaar zowel een praktische handreiking voor pedagogisch professionals op als ook een proces- en effectevaluatie. De handreiking wordt getest op bruikbaarheid, uitvoerbaarheid en waardering bij pedagogisch professionals en kinderen. Daarnaast wordt onderzoek uitgevoerd naar het effect van de handreiking op opvoedpraktijken van pedagogisch professionals en eet- en beweeggedragingen van kinderen.