In deze serie werpen wij een blik op de dagelijkse activiteiten van diverse zorgverleners met wie wij vanuit de Werkplaats Sociaal Domein Amsterdam en Omgeving samenwerken. Hiervoor zullen wij hen ‘schaduwen’ en fotograferen bij hun werkzaamheden. In deze rapportage staan de werkzaamheden van Lenny Bijker centraal. Zij is werkzaam als Programmamedewerker ontwikkelbuurten en buurtbudgetten Zuidoost bij !WOON Amsterdam. De werkzaamheden van Lenny kunnen misschien nog wel het beste worden getypeerd als een revival van de opbouwwerker: ze ondersteunt de initiatieven van buurtbewoners om hun buurt te verbeteren. De gemeente Amsterdam omarmt de initiatieven van buurtbewoners, onder andere doormiddel van buurtbudgetten. Dit is het onderwerp waar Lenny het drukst mee bezig is op het moment dat ik haar volg. Mijn eerste indruk is dat de gemeente met deze participatie van onderop goud in handen heeft, gezien de geweldige energie die ik bij buurtbewoners heb mogen proeven.
DOCUMENT
Bewegen in de openbare ruimte krijgt steeds meer aandacht in onder andere gemeentelijk beleid mede door de Omgevingswet, GALA en de Landelijke nota gezondheidsbeleid 2020-2024. Tevens heeft bewegen in de openbare ruimte een boost gekregen gedurende de coronapandemie. Meer mensen zijn buiten gaan bewegen omdat het niet anders kon. Ze genieten van ‘ommetjes’ in de natuur. Fitness in de buitenlucht heeft met bootcampaanbieders een vlucht genomen en urban sports vormen al langer trendsporten (Prins, Hoekman,& van de Poel, 2021) . Bewegen in de openbare ruimte sluit daarnaast aan bij de trend om meer informeel en ook individueel te bewegen. Voor een succesvolle beweegvriendelijke omgeving is een samenspel van hardware, software en orgware noodzakelijk. Werken volgens het Beweegvriendelijke omgevingsmodel (BVO-model) van het Kenniscentrum Sport & Bewegen (Hoyng & Eck, 2021) is aan te bevelen. Echter, dat BVO-model toepassen in de praktijk lukt nog niet optimaal.
DOCUMENT
In dit boekje wordt wijkontwikkeling geplaatst in de betekenis van de buurt voor ontwikkeling van bewoners. Er worden vier typologien onderscheiden: de leefbaarheidsklant, de communitybewoner, de woonpassant en de thuisbasisbewoner.Dit wordt verbeeld in een buurtbindingsmatrix. Vanuit het perspectief van de bewoners wordt het belang van de buurt voor hun eigen ontwikkeling (behoeftenloopbaan)beschreven.
DOCUMENT
Met de tool ‘Opvoeden in de buurt’ (bestaande uit een kaartspelvariant, powerpointvariant en website met o.a. de producten en instructiefilmpjes) kunnen ouders, leerkrachten, buurtwerkers en andere opvoeders aan de hand van 24 praatplaten de dialoog aangaan over pedagogisch handelen bij situaties met kinderen in de buurt. De praatplaten zijn ontwikkeld op basis van onderzoek naar manieren om positieve en veilige opgroei-omgeving in buurten te stimuleren (Rumping, 2022).
MULTIFILE
Inleiding De gemeente Waalwijk, Casade Woondiensten en Mozaïek Waalwijk/de Twern werken hard aan de sociale samenhang van de Waalwijkse wijken, en willen daarbij zo goed mogelijk ook de bewoners betrekken. Maar wie zijn die bewoners precies? Welke zaken houden hen bezig? In hoeverre kunnen en willen zij eigenlijk betrokken zijn? Het rapport Buurten in beweging gaat in op dit soort vragen. Onderscheid wordt gemaakt tussen de participatie van bewoners in beleidsvormingstrajecten (meedenken) en 2) de deelname van bewoners aan concrete buurtinitiatieven (meehelpen). De eerstgenoemde trajecten zijn doorgaans geïnitieerd door de instanties en gericht op het oplossen van problemen op het niveau van de wijk of gemeente als geheel. De laatstgenoemde trajecten zijn daarentegen meestal het initiatief van bewoners zelf; niet in eerste instantie gericht op het oplossen van problemen maar op leuke zaken zoals het (verder) verbeteren van de sfeer in de buurt, de straat of het pleintje voor de voordeur. Als casus is in dit rapport gekozen voor de wijk Sint Antoniusparochie/Bloemenoord. Aanleiding Hoewel de gemeente, Casade Woondiensten en Mozaïek Waalwijk/de Twern veel aandacht besteden aan bewonersparticipatie, valt op dat nogal eens een beroep wordt gedaan op steeds dezelfde bewoners. Daar komt bij, dat de belevingswereld van bewoners niet altijd aansluit bij de beleidstaal en beleidslogica van de gemeente. En verder valt op dat bewoners wel vaak willen meedenken over verbeteringen in hun omgeving, maar minder vaak bereid of in staat zijn mee te helpen in de uitvoerende fase. Waarom is dat zo? Wat zijn de redenen en motieven van bewoners om zich in te zetten voor de wijk, of om dat niet te doen? Kunnen de professionals in Sint Antoniusparochie/ Bloemenoord de bewoners, beter dan nu gebeurt, ondersteunen?
DOCUMENT
In Nederland heeft 22% van de lager en middelbaar opgeleiden tussen 18 en 34 jaar betaalproblemen, zo blijkt uit onderzoek van GGN (2014). De Stichting Weet Wat je Besteedt (WWJB) heeft daarom de Budget Challenge ontwikkeld, gericht op het mbo. In de Budget Challenge worden twee workhops gegeven, onder andere over het kostenbewust gebruik van de mobiele telefoon. De uitkomsten wijzen op een positieve impact van de Budget Challenge ten aanzien van de financiële zelfredzaamheid van studenten van het mbo. De studenten hebben na afloop meer inzicht in de oorzaken, gevolgen en aanpak van financiële problemen. De Budget Challenge lijkt minder impact te hebben op het mobieletelefoongedrag van de studenten.
DOCUMENT
Het bespreekbaar maken van opvoedsituaties in de buurt is niet makkelijk en vergt aandacht om te kunnen werken aan een positief opvoedklimaat in de buurt. Deze tool is bedoeld als hulpmiddel hiervoor. Het doel van interactieve tool met animaties, helpt (toekomstige) professionals die in buurten en op scholen werken om na te denken over opvoeden in de buurt en hierover uit te wisselen binnen bijvoorbeeld hun teams. Ook kunnen de animaties helpen om met (groepen) ouders en/of vrijwilligers over opvoeden in de buurt na te denken.
DOCUMENT
Door de toegenomen mobiliteit en moderne communicatiemiddelen hebben mensen veelal sociale netwerken die de buurt overstijgen. Vrienden en familie wonen verspreid door het land, ouders en kinderen wonen niet altijd meer bij elkaar in de buurt terwijl contacten binnen de buurt vaak ophouden bij de voordeur. In dit paper staat de vraag centraal in hoeverre deze veranderde lokale oriëntatie zijn weerslag heeft op het verlenen van informele zorg. Het paper is gebaseerd op de eerste onderzoeksresultaten van het promotieonderzoek van de auteur, die eind 2008 hoopt te promoveren.
DOCUMENT
Deze handleiding is bedoeld als hulpmiddel voor het inzetten van de tool Opvoeden in de buurt.
DOCUMENT