Het bevorderen van sociale cohesie tussen bewoners van de wijk Paddepoel is een van de doelen van het project Co-creatie in de wijk Paddepoel (Groningen). Twee wijkbewoonsters dragen op een bijzondere manier hieraan bij met hun buurtinitiatief Bindmiddel Buur voor Buur. In deze publicatie worden de aanpak en de leervaringen van beide initiatiefneemsters beschreven. Ook wordt een korte schets gegeven van de context waarin buurtinitiatieven bijdragen aan sociale cohesie in de buurt
DOCUMENT
“Waarom vindt Sharida de les LO stom, terwijl ze wel met veel plezier naar de training van Favela Street gaat?” Elke maandagavond sport ze daar samen met een groep meiden. Dit buurtinitiatief biedt een veilige omgeving waarin de meiden zich kunnen ontwikkelen en door middel van sport de wereld kunnen ontdekken. Deze doelstelling sluit aan bij die van de LO-lessen in de onderbouw van het voortgezet onderwijs, namelijk een brede oriëntatie op verschillende soorten bewegingsactiviteiten en het verkennen en uitbreiden van de eigen mogelijkheden. Wat gebeurt er dan in de les LO waardoor Sharida deze niet leuk vindt? Is het geen veilige omgeving om zichzelf te kunnen zijn? Met welke inclusievraagstukken worstelen docenten LO?
DOCUMENT
Wat gebeurt er als een kunstinstelling de dialoog wil aangaan met de buurt? Janna Michael observeerde een jaar lang de artistieke interventies van hetInstituut voor Avantgardistische Recreatie WORM in de Rotterdamse buurt Cool-Zuid. Ze beschrijft in dit artikel drie casussen en gaat in op de kenmerken vandialogische kunst.Het Instituut voor Avantgardistische Recreatie WORM (WORM) zoekt een betekenisvolle verbinding en dialogische relatie met de buurt, de inwoners van Cool-Zuid in Rotterdam. WORM-medewerkers zien de snelle verandering die de buurt ondergaat door gentrificatie en verkennen daarom WORM’s positie en haar potentiële rol in de buurt. Ze zet in op het bijdragen aan sociale inclusie en diversiteit in Cool-Zuid. Tegelijkertijd is WORM geen klassiek buurtcentrum, maar een kunstinstituut dat innovatieve en creatieve processen ondersteunt. Ze ontwikkelt artistieke praktijken die buurtbewoners betrekken en die hiermee bijdragen aan een nieuwe positie van WORM.In dit artikel verken ik de ontwikkeling van deze nieuwe relatie en haar dialogische karakter door in te zoomen op verscheidene artistieke interventiesin en om WORM. Ik zal op basis van interviews, observaties en digitale documentatie beschrijven hoe deze praktijken gedurende één jaar zijn geëvolueerd. De analyse richt zich op drie casussen: Issue Wrestling, Eten en ontmoeten in Cool en een hoorspel van een lokale dj en kapper, Haar en Hem. Deze casussen verschillen qua betrokken kunstenaar, proces en doelgroep en vormeneen nog incompleet verhaal over WORM en haar positie in de buurt. Ik verkendeze interventies als voorbeelden van een dialogische relatie tussen artiesten publiek of deelnemers. Daarbij ontleen ik ideeën aan dialogische kunst(Kester, 2005) en in bredere zin aan dialogische relaties zoals Bisschop Boele inde inleiding van dit themanummer formuleert. Om juist de context waarindialogische kunst plaatsvindt te begrijpen, bestudeer ik niet alleen kunstpraktijken zelf, maar bekijk ik deze ook vanuit WORM als organisatie. Hiermee kom ik tot een voorlopig antwoord op de volgende vragen: hoe is derelatie tussen WORM en de buurt zich aan het ontwikkelen? en wat kenmerkteen dialogische relatie tussen kunstinstituut en buurtbewoners?
MULTIFILE
Plekken van hoop en verandering borrelen van de energie. Concrete maatschappelijke vraagstukken rondom zorg, energie, wonen, ondernemen of opvoeden staan centraal. In de aanpak daarvan wordt werkende weg geleerd tussen burgers, ondernemers en de overheid en wordt geëxperimenteerd met nieuwe verhoudingen tussen partijen. Voor dit soort samenwerkingsverbanden is de metafoor van de wijk als lab voor onderwijs en onderzoek momenteel populair. Welke rol kunnen hogescholen spelen om deze lokale leerprocessen te expliciteren en te professionaliseren?
DOCUMENT
"Gebiedsgericht werken staat kortweg voor een filosofie en methode om binnen een bepaald gebied naar problemen en kansen te kijken én te handelen." aldus Stan Majoor, lector Grootstedelijke Vraagstukken en coördinator van speerpunt Urban Management. Hij organiseerde een seminarreeks over dit onderwerp en was één van de auteurs én eindredacteur van de uitgave 'Werken in een gebied: gewoon doen in Amsterdam'.
DOCUMENT
Vanzelfsprekend is het realiseren van maatschappelijke innovatie in buurten moeizaam: nieuwe initiatieven schuren niet alleen met bestaande gewoonten en gebruiken, maar ook soms met regels en culturen. De confrontatie tussen het ambititeuze burgerinitiatief en de vaak minnetjes reagerende overheid is welhaast een klassieker. Toch hebben ze elkaar bijna altijd nodig. Daarom is het van belang om door middel van experiment te achterhalen hoe we deze soms ongemakkelijke confrontatie kunnen aanwenden als situatie van gemeenschappelijk leren. Hoe kunnen dergelijke moeizame interacties reflectie aanwakkeren bij de deelnemers?
DOCUMENT
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijke opgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid, veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaie vraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen van bovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpak met een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steeds meer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepen van diverse personen en organisaties met elkaar werken aan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel, buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwe samenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken. Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van het verleden voor verschuivende rollen, taken en (machts)verhoudingen. Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwe spelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers, ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeenten precies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt. Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zich tot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussen de andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem? Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op? Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het leren over en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan we aan de hand van tien casestudies en vijf interviews op zoek naar de antwoorden op deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten de voorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volle overtuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hun verschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen. Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
LINK
Steden en wijken staan ook de komende jaren voor belangrijkeopgaven op onder andere het gebied van armoede, duurzaamheid,veiligheid, welzijn en zorg. Deze complexe en taaievraagstukken kunnen veelal niet door één of twee partijen vanbovenaf worden opgelost. Ze vragen om een nieuwe aanpakmet een grotere rol van de direct betrokkenen. Op steedsmeer plekken in Nederland zien we dan ook dat groepenvan diverse personen en organisaties met elkaar werkenaan creatieve oplossingen voor vraagstukken op individueel,buurt- of wijkniveau. Zij bundelen hun krachten in nieuwesamenwerkingsverbanden om zo lokaal het verschil te maken.Deze samenwerkingsverbanden zorgen ten opzichte van hetverleden voor verschuivende rollen, taken en (machts) verhoudingen.Er ontstaat een nieuw speelveld met deels nieuwespelers en spelregels. Hoe je dit samenspel tussen burgers,ondernemers, maatschappelijke instellingen en gemeentenprecies vorm moet geven, wordt nu uitgeprobeerd en ontdekt.Hoe verhouden bijvoorbeeld de burger en de professional zichtot elkaar? Welke complexe afhankelijkheden zijn er tussende andere partijen? Heeft iedereen een gelijkwaardige stem?Tegen welke knelpunten lopen deze samenwerkingen op?Wat zijn belangrijke leerpunten en hoe kunnen we het lerenover en binnen deze plekken optimaliseren? In dit boek gaan weaan de hand van tien casestudies op zoek naar de antwoordenop deze vragen. Naast de grote verscheidenheid laten devoorbeelden ook zien dat de partijen op deze plekken in volleovertuiging gezamenlijk aan iets ‘nieuws’ bouwen ondanks hunverschillende achtergronden, belangen, denk- en werkwijzen.Daarmee zijn het voor ons plekken van hoop en verandering.
DOCUMENT