Je bent ondernemend, hebt een aantrekkelijke naam, je hebt een slogan. Je hebt een doordachte merkstrategie gekozen voor jouw zorgorganisatie. Nu komt het aan op actie. Je gaat je merk opbouwen en bestendigen in je wijk of regio. Ben je er klaar voor? De KeepMoving Tool geeft jou inzicht in wat je nodig hebt voor een vliegende start.
DOCUMENT
Voor u ligt een tussenrapportage van een onderzoek naar de opvang van gezinnen na huisuitzetting. De aanleiding hiervoor zijn berichten in de media die lijken te wijzen op een verontrustende toename van het aantal dakloze gezinnen. De staatssecretaris van VWS stelt in haar antwoord op Kamervragen over dit onderwerp eerst te willen inventariseren of er inderdaad sprake is van een toename van dakloze gezinnen en hoeveel van deze gezinnen zich wenden tot de maatschappelijke opvang. In de periode september-december 2008 is een telonderzoek uitgevoerd om een inschatting te kunnen maken van het aantal gezinnen dat in Nederland in 2006 en 2007 na huisuitzetting dakloos is geworden en het aantal gezinnen dat zich heeft aangemeld bij een opvanginstelling. Het telonderzoek bestond uit een inventarisatie van geregistreerde gegevens bij de Federatie Opvang, Aedes vereniging van woningcorporaties en de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en een enquête die is gehouden onder een groot aantal opvanginstellingen aangesloten bij de Federatie Opvang en de Federatie Evangelische Zorg-Organisaties (FEO). Het telonderzoek omvat 4 vragen. In hoeverre is er sprake van een toe- dan wel afname van het aantal gezinnen dat in 2006 en 2007 uit huis is gezet? Is er sprake van een toe- dan wel afname van het aantal gezinnen dat na of bij dreigende huisuitzetting zich aanmeldt bij een maatschappelijke opvanginstelling? Beschikken de opvanginstellingen over voldoende capaciteit voor de opvang van de gezinnen die zich hebben aangemeld? Hoeveel opvanginstellingen werken samen met ketenpartners ten behoeve van de preventie en opvang van gezinnen voor wie huisuitzetting dreigt?
DOCUMENT
Doelgroep Steunend Relationeel Handelen (SRH) is gericht op mensen die psychische en sociale kwetsbaarheid ervaren, in het bijzonder mensen die te maken hebben met ontwrichtende ervaringen, psychische aandoeningen, verslaving of dakloosheid en het daarmee gepaard gaande risico op sociale uitsluiting. SRH kan toegepast worden in de geestelijke gezondheidszorg (ggz), de maatschappelijke opvang (mo), de jeugdzorg, de verstandelijk gehandicaptenzorg (vg) en de ouderenzorg. Doel Het hoofddoel van Steunend Relationeel Handelen (SRH) is het realiseren van persoonlijk en maatschappelijk herstel en daarmee het verbeteren van de kwaliteit van leven van mensen die psychische en sociale kwetsbaarheid ervaren. Aanpak De kern van de aanpak kan worden samengevat in vier werkwoorden: Verbinden, Verstaan, Verzekeren en Versterken. De professional streeft naar het realiseren van een werkzame persoonlijk-professionele relatie (verbinden). Hij vormt een zo goed mogelijk beeld van wat vanuit het perspectief van de ander belangrijk is in relatie tot herstel en het verbeteren van kwaliteit van leven (verstaan). Op basis van deze informatie biedt hij ondersteuning die enerzijds gericht is op de kwetsbaarheid (verzekeren) en anderzijds op het vergroten van mogelijkheden (versterken). SRH is een vorm van relationele, krachtgerichte zorg gericht op versterking van de mogelijkheden van de cliënt en de kwaliteit van de samenleving (netwerken en sociale en fysieke omgevingen). De aanpak bestaat uit de volgende zes stappen. 1. Opbouwen en onderhouden van een ‘werkzame’ relatie. 2. Verzamelen van informatie. 3. Cliënt helpen wensen te formuleren, keuzes te maken en doelen te stellen. 4. Cliënt helpen een Persoonlijk Plan te maken (inclusief Ondersteuningsplan). 5. Plan helpen uitvoeren. 6. Proces volgen; leren van ervaringen, evalueren en bijstellen. De duur van de interventie en de frequentie en intensiteit van de contacten verschillen per persoon en per setting. Hoewel er een zekere volgorde zit in deze activiteiten, zijn het niet allemaal afgebakende stappen. Zo gaat het opbouwen en borgen van een werkzame relatie door gedurende het gehele proces. De handelingen van de professional worden voortdurend afgestemd op wat de cliënt en de situatie vragen. Tegelijkertijd blijft de professional toekomst- en ontwikkelingsgericht werken. Materiaal De methodiek wordt onder andere beschreven in het praktijkboek Werken in Verbinding, geschreven door Dirk den Hollander en Jean Pierre Wilken en in 2020 uitgegeven bij uitgeverij SWP in Amsterdam. Het boek beschrijft de uitgangspunten en de algemene werkwijze van SRH, behandelt stapsgewijs de methodiek en diverse praktische tools die daarbij gebruikt kunnen worden. Onderzoek Er is in de loop van de jaren veel onderzoek verricht naar SRH. Hieruit komt naar voren dat de interventie mensen die kampen met psychische en sociale kwetsbaarheid ondersteunt bij herstel en kwaliteit van leven. De methodiek biedt professionals veel mogelijkheden om hulp- en dienstverlening effectief in te richten.
DOCUMENT
Gemeente Deventer en Saxion willen een impuls geven aan hun onderlinge samenwerking. Op allerlei fronten wordt al samengewerkt, maar er is behoefte aan focus en verduurzaming van het partnership. Het doel is om samen van Deventer een aantrekkelijke onderwijs-en studentenstad te maken. Maar ook om de inzet van onderwijs- en onderzoekscapaciteit van Saxion te versterken ten behoeve van lokale vraagstukken. Hiervoor benutten we het interdisciplinaire SmartSolutionsSemester, het stadsLAB in Deventer en het Loket van Mogelijkheden in Deventer (zie bijlage 1). De focus ligt daarbij op de actuele thema’s Duurzaamheid (circulariteit & energietransitie), Gezondheid (welzijn, zorg & technologie) en ICT. We willen meer kennisinteractie op gang brengen, meer samenwerken en een hecht netwerk opbouwen: de City Deal Deventer. Ons doel is om studenten, docenten en lectoren van Saxion te betrekken bij lokale vraagstukken. Dat betekent eerst samen kennismaken en vervolgens samen kennis ontwikkelen, delen en toepassen. Hiervoor brengen we studenten, docenten en lectoren van Saxion in contact met de gemeente Deventer en de bij de vraagstukken betrokken bedrijven en instellingen. Tegelijkertijd kijken we naar initiatieven van burgers en hoe deze via het Loket van Mogelijkheden een stap verder geholpen kunnen worden. We brengen mensen thematisch samen en zorgen voor bestendiging van verbanden door deze te verankeren in onderwijs en onderzoek. Door de additionele inzet van een Fast Forward trainee als extra aanjager geven we een impuls. Door studenten, docenten en lectoren direct(er) te betrekken bij de uitdagingen van de regio Deventer dragen we bij aan het versterken van de kennispositie van Deventer. Dit maakt Deventer aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijven, als woon- en werkomgeving voor burgers en als leer- en onderzoeksomgeving voor studenten, docenten en lectoren. Zo kan Deventer zich blijven ontwikkelen als een aantrekkelijke en bruisende onderwijs– en studentenstad. Samen maken we kennis met en in Deventer!
In dit project wordt de sociale gezondheid, gericht op deelname aan zinvolle en sociale activiteiten (sociale participatie) van Turks-Nederlandse ouderen onderzocht. Een samenspel van meerdere factoren maakt dat de kwetsbaarheid van deze groep ouderen in de samenleving zorgwekkender is dan die van ouderen zonder migratieachtergrond. Met name Turks-Nederlandse ouderen voelen zich eenzaam door hun ongunstige gezondheid, sociaaleconomische status en lagere sociale participatie. Om deze groep te ondersteunen in hun sociale gezondheid, gaan we samen met Turks-Nederlandse ouderen en sleutelfiguren antwoord geven op de vraag: “Hoe ervaren Turks-Nederlandse ouderen hun sociale gezondheid en wat is er voor nodig om deze te verbeteren of te behouden vanuit het perspectief van de doelgroep zelf en sleutelfiguren binnen hun sociale netwerk en binnen de wijk waarin ze wonen?”. Met als doel om 1) inzicht te krijgen in de vraagstukken die er leven op het gebied van sociale gezondheid en 2) samen met de doelgroep en sleutelfiguren richtingen te vinden om de sociale gezondheid van Turk-Nederlandse ouderen te verbeteren. In het onderzoek wordt gebruik gemaakt van concept mapping, een methodiek om perspectieven en vraagstukken op het gebied van sociale gezondheid samen met leden van de doelgroep als co-onderzoekers in kaart te brengen. Vanaf het begin van het onderzoek wordt een beroep gedaan op aanwezige capaciteiten en vaardigheden van de doelgroep. Ook staat relatievorming centraal binnen de doelgroep én met sleutelfiguren in de wijk. Eindresultaten van deze postdoc zijn: artikelen in wetenschappelijke en vaktijdschriften, promotiefilm voor vervolgstappen, diverse kennisclips voor training en (vervolg)onderwijs (cultuursensitief werken, wijkgerichte aanpak en participatief onderzoek) en de start van een Community of Practice (CoP) bestaande uit een groep mensen (burgers, studenten, wijkprofessionals, docent- onderzoekers) die een gezamenlijke zorg of passie delen, van elkaar willen leren en interdisciplinair samenwerken aan doorlopende onderzoekslijnen die gerelateerd zijn aan vraagstukken van migrantenouderen in de wijk.
Dit voorstel richt zich op het achterhalen van de factoren die van belang zijn om zij-instromers eerder en beter te kunnen koppelen aan agrarische ondernemers zonder opvolger of aanbieders van land- en tuinbouwgronden. Hiervoor is zicht nodig op de ondersteunings-behoeftes van de diverse groep zij-instromers. Ook de verwachtingen en mogelijke ondersteuningsvragen van boeren zonder opvolger of grondaanbieders zijn daarbij van belang. Er wordt niet alleen naar de harde kanten - de economische en financiële afwegingen - maar ook naar de zachte kanten - sociaal-emotionele factoren en het opbouwen van relaties en netwerken - gekeken. Adviseurs, coaches en bestaande matchingsplatforms spelen daarbij een belangrijke rol. Ook financieringsmogelijkheden zijn van prominent belang. Immers er is in de agro-sector relatief veel kapitaal nodig om een beperkte verdiencapaciteit te realiseren. Al deze partijen zijn vertegenwoordigd in ons consortium. Met kwantitatieve en kwalitatieve methodieken worden ondersteuningsbehoeftes en bestaande aanbod in kaart gebracht. De ontbrekende aspecten worden geïdentificeerd met gebruikmaking van een gevalideerd model, deels bestaande vragenlijsten, interviewprotocollen en focusgroepen. Tevens zullen concrete voorstellen voor samenwerking en ondersteuning worden geformuleerd, zodat er - indien nodig- een aanvullend dienstenpakket kan worden samengesteld voor een toekomstig landelijk kennis- of praktijkcentrum voor agrarische bedrijfsopvolging. Uniek aan dit voorstel is dat vijf bestaande matchingsplatformen van agrarische en niet-agrarische origine met elkaar samenwerken: 1. “Boer zoekt boer” van NAJK 2. “Startersboerderij” van LTO-Noord 3. “Landgilde” van Land & Co 4. MKBase 5. Bedrijventekoop