Tijdschrift voor Human Resource Development met artikel van Teun van Aken (Lector Personeel en Arbeid. Fontys Hogeschool)
DOCUMENT
Literatuurverkenning in het kader van het project Children's Zone op Zuid
DOCUMENT
Veel roc's hebben leiderschapsproblemen. Ze slagen er maar niet in een juiste balans te vinden tussen personeel, school en omgeving bij het uitvoeren van hun taken. Wat vooral ontbreekt is inspirerend schoolleiderschap. Eigen tijdse ideeen over onderwijs en leren worden binnen de school niet uitgedragen en bediscussieerd. Men komt er gewoon niet aan toe. Vooral de schaalvergrotingsoperaties van de afgelopen jaren zijn debet aan deze problematiek. De beheerskant van roc's is hierdoor in het centrum van de aandacht gekomen. De schaalvergroting dreigt hierdoor een doel op zicht te blijven in plaats van een middel om het middelbaar beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie in de regio te revitaliseren. De auteur geeft denkgereedschap om het schoolleiderschap van roc's op een een nieuwe manier in te gaan vullen zodat er een betere balans ontstaat tussen externe eisen en interne ambities en competenties.
DOCUMENT
Onderzoekscompetenties helpen professionals functioneren in de hedendaagse kennismaatschappij. Docenten spelen een centrale rol in het overbrengen van deze competenties, doordat zij in direct contact staan met de student. Het hbo zoekt daarom steeds meer de verbinding tussen onderwijs en onderzoek in de werkzaamheden van docenten. Dit onderzoek richt zich op deze verbinding door middel van een longitudinale analyse van competenties en taken in vacatureteksten van het hbo uit 2016, 2017 en 2018 (totale N=381). Uit de resultaten blijkt een overwegend negatief verband tussen onderwijs- en onderzoekscompetenties en taken gedurende alle jaren. Deze resultaten dragen bij aan de bewustwording van het hbo over haar vorderingen op het gebied van de verbinding tussen onderwijs en onderzoek.
DOCUMENT
Werkgeversonderzoek in het kader van Make IT Work in the North
LINK
In het pleidooi voor gedifferentieerd HRM (gHRM) vraagt de auteur aandacht voor verschillen tussen medewerkers in organisaties. Een moderne organisatie vraagt om gedifferentieerd HRM. De toevoeging van het woord gedifferentieerd wil zeggen dat diversiteiten in populaties van werknemers in deze tijd meer dan ooit aanwezig zijn. En dat heeft consequenties voor het managen daarvan. Deze lezing wil een pleidooi zijn voor gedifferentieerd HRM (gHRM) waarin alleen taken en uitgangspunten van HRM worden overdacht en voorzien van een kanttekeningen.
DOCUMENT
Toeleverende bedrijven in de Brainport regio zijn veelal te typeren als high mix low volume (HMLV) productieomgevingen. Deze bedrijven kenmerken zich door een breed aanbod aan mogelijke producten (grote variëteit in producten), die veelal in lage volumes geproduceerd worden. Vaak zijn dit klantspecifieke producten die eenmalig, of incidenteel geproduceerd worden. Deze bedrijven focussen zich traditioneel op efficiënt gebruik van resources, waarbij bezettingsgraad en kostendekking relevant zijn. De toenemende klantvraag in de regio leidt tot druk op de productiecapaciteit. Een eerste intuïtieve reactie van deze bedrijven is om de bezettingsgraad van machines verder te verhogen. Om de kosten (Cost) beheersbaar te houden, wordt niet direct geïnvesteerd in extra capaciteit. Een ongewenst neveneffect is dat tijdigheid (Delivery, zoals levertijden, leverbetrouwbaarheid, flexibiliteit) en kwaliteit (Quality) verder onder druk komen te staan. De ogenschijnlijke tegenstrijdigheid tussen kosten en tijdigheid in deze HMLV-productieomgevingen, is een vaak terugkomend vraagstuk bij praktijkgerichte onderzoeken die door Fontys Technische Bedrijfskunde studenten uitgevoerd worden. Dit resulteert in de volgende onderzoeksvraag: Welke subaspecten zijn mogelijk relevant voor de prestatie met betrekking tot Quality, Delivery en Cost (QDC) van een HMLV-productieomgeving?
DOCUMENT
De sociale veiligheid wordt zowel personeel als bezoekers merendeels positief beoordeeld. Echte knelpunten in de zin van lokale situaties waar nodig iets aan moet gebeuren zijn niet uit het onderzoek gebleken. Wel is er een meer algemeen knelpunt uit het onderzoek naar voren gekomen ten aanzien van de sociale veiligheid: dit ligt in het parkeren voor personeel met avond- en nachtdienst. Deze medewerkers beoordelen de veiligheidssituatie op het buitenterrein negatief en willen liever in de garage parkeren omdat ze dat veiliger vinden.Ten aanzien van de verkeersveiligheid zijn er wél enkele knelpunten in de zin van lokale situaties waar nodig iets aan moet gebeuren uit het onderzoek gebleken. De knelpunten betreffen de verkeerscirculatie in de garage: het tegen de aangegeven rijrichting inrijden na het passeren van de slagboom, de verkeerde oriëntatie van parkeervakken in een tweetal parkeerzones en de tekorten in de zichtbaarheid van de aangegeven verkeerscirculatie. Deze knelpunten hangen in zekere mate samen met de overzichtelijkheid, oriëntatiemogelijkheden en bewegwijzering in de garage. Dit zijn factoren die ook op de sociale veiligheid invloed hebben. Verlichting is NIET het knelpunt in de veiligheidsbeleving. Dat is eerder de stilte, dat wil zeggen de afwezigheid van andere gebruikers op stille uren.Uit het onderzoek zijn geen knelpunten of wensen voor maatregelen op specifieke plekken gekomen; de klachten en opmerkingen gelden op hoofdlijnen voor de gehele parkeervoorziening (buitenterrein, garage). Aanpassing van verlichting op specifieke plekken is niet aan de orde. Voor het gehele buitenterrein en voor de gehele garage zal desgewenst een nieuw verlichtingsconcept moeten worden ontwikkeld.Indien ervoor gezorgd kan worden dat het buitenterrein na afloop van het bezoek uur ‘s avonds geheel (of vrijwel geheel) leeg is, is het mogelijk om een nieuw verlichtingsconcept door te voeren op het terrein, dat uitgaat van (veel) minder verlichting. Dit voorkomt verspilling van energie terwijl tegelijkertijd niemand er last van heeft, omdat niemand meer op het buitenterrein hoeft te zijn. ‘Dynamisch dimmen’ heet dit concept. Wanneer er ondanks aanpassingen in de parkeerregeling toch mensen op het buitenterrein moeten zijn, schakelt de verlichting weer op. Ook in de garage kan dit concept worden doorgevoerd.Het is een voordeel dat het Deventer Ziekenhuis de parkeervoorzieningen volledig zelf exploiteert (geen exploitatie door een externe partij). Dat geeft de mogelijkheid om een deel van de plaatsen in de garage toe te wijzen aan personeel. (Bij exploitatie door een externe partij zal deze eisen dat de garage in zijn geheel voor bezoekers beschikbaar is, omdat die de hoogste tarieven betalen).Wanneer er in de garage voldoende plaatsen beschikbaar zijn voor personeel met avond- en nachtdienst, ontstaat de situatie dat na afloop van het bezoekuur ’s avonds het buitenterrein (vrijwel) leeg is en kan daar met gerust hart het concept ‘dynamisch dimmen’ worden toegepast.Bewegwijzering, oriëntatiemogelijkheden en kleurstelling zijn bijkomende aspecten die de veiligheidsbeleving mede bepalen. Bezoekers waarderen deze aspecten laag, met name in de garage. Het personeel ziet in deze bijkomende aspecten minder een probleem. Door deze aspecten aan te pakken, is te verwachten dat de veiligheidsbeleving van bezoekers (nog) verder toeneemt.
MULTIFILE
Purpose – Over 8 per cent of the Dutch nursing home population is bedfast, and this number is slowly increasing. The quality of life (QoL) of this population is lower than that of residents who are still mobile. Little research has been conducted on how to improve the QoL of this bedfast population, particularly through making technological adjustments to the bed and the direct surroundings. The purpose of this paper is to gain insight into the QoL of bedfast residents and how to improve this through technology. Design/methodology/approach – A mixed-method multi-case study with thematic analysis was conducted in two nursing homes with seven participants based on semi-structured interviews and Short Form-12 questionnaire. Findings – The major causes of the experienced low QoL were the limited opportunities for engaging in social contacts with others, and coping with the dependency on other people and having limited control. Participants suggested improvements of QoL through the application of modern ccommunication technologies to engage in social contacts and to control the bed itself and environment around the bed. Practical implications – The results may help improve the design of the bed and the direct environment in order to improve the QoL of bedfast nursing home residents. Originality/value – The QoL of bedfast nursing home residents has not been studied before in relation to the bed itself and technological solutions that may help improve the QoL and level of control. CC BY Published by Emerald Publishing Limited Original article: https://doi.org/10.1108/JET-01-2018-0003 https://www.dehaagsehogeschool.nl/onderzoek/lectoraten/details/urban-ageing#over-het-lectoraat
MULTIFILE