PURPOSE: Clinical examination is often the first step to diagnose shock and estimate cardiac index. In the Simple Intensive Care Studies-I, we assessed the association and diagnostic performance of clinical signs for estimation of cardiac index in critically ill patients.METHODS: In this prospective, single-centre cohort study, we included all acutely ill patients admitted to the ICU and expected to stay > 24 h. We conducted a protocolised clinical examination of 19 clinical signs followed by critical care ultrasonography for cardiac index measurement. Clinical signs were associated with cardiac index and a low cardiac index (< 2.2 L min-1 m2) in multivariable analyses. Diagnostic test accuracies were also assessed.RESULTS: We included 1075 patients, of whom 783 (73%) had a validated cardiac index measurement. In multivariable regression, respiratory rate, heart rate and rhythm, systolic and diastolic blood pressure, central-to-peripheral temperature difference, and capillary refill time were statistically independently associated with cardiac index, with an overall R2 of 0.30 (98.5% CI 0.25-0.35). A low cardiac index was observed in 280 (36%) patients. Sensitivities and positive and negative predictive values were below 90% for all signs. Specificities above 90% were observed only for 110/280 patients, who had atrial fibrillation, systolic blood pressures < 90 mmHg, altered consciousness, capillary refill times > 4.5 s, or skin mottling over the knee.CONCLUSIONS: Seven out of 19 clinical examination findings were independently associated with cardiac index. For estimation of cardiac index, clinical examination was found to be insufficient in multivariable analyses and in diagnostic accuracy tests. Additional measurements such as critical care ultrasonography remain necessary.
DOCUMENT
INLEIDING In deze module worden behandeladviezen gegeven voor de Post-COVID-19 ambulante behandeling in de geriatrische revalidatie gericht op somatische-, functionele- en psychische status. Deze module is een onderdeel van het behandeladvies post-COVID-19 (geriatrische) revalidatie-Verenso. Deze module is in een zeer korte tijd tot stand gekomen en heeft de status van groeidocument. Zorgvuldigheid is betracht om zowel de (beperkte) ervaringskennis, als de actuele stand van de wetenschappelijke literatuur hierin te betrekken. Voor dit behandeladvies is gebruik gemaakt van het door GRZPLUS ontwikkeld ambulant revalidatieprogramma CO FIT+. Bij GRZPLUS is een doorontwikkeling gemaakt op basis van de update behandeladvies post-COVID-19 geriatrische revalidatie van Verenso (Verenso, 19-05-2020) welke is gebaseerd op de principes van longrevalidatie zoals vertaald in het Behandelprogramma geriatrische COPD-revalidatie (van Damvan Isselt et al.) en het Behandelprogramma COVID-19 Post IC, van Revalidatiecentrum de Hoogstraat (Brouwers, de Graaf). Dit is aangevuld met behandeladviezen en leidraden vanuit de beroepsverenigingen en kennis uit wetenschappelijk onderzoek (long-revalidatie) en vanuit het REACH netwerk (REhabilitation After Critical illness and Hospital discharge). De komende maanden zullen zowel de nieuwe wetenschappelijke literatuur als de ervaringen uit de praktijk gebruikt worden om de handreiking te verbeteren en zo nodig aan te vullen. Dat zullen wij doen met specialisten ouderengeneeskunde, revalidatieartsen, klinisch-geriaters, paramedici, longartsen, verpleegkundigen, infectie deskundigen, en andere betrokken beroepsgroepen. De revalidatie van ambulante post-COVID-19 patiënten vereist vooral afstemming binnen de multidisciplinaire zorg. De complexiteit en ernst van de problematiek en de interactie van beperkingen op diverse domeinen maakt dat interdisciplinaire behandeling essentieel is.
DOCUMENT
In 2008 heeft het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) de KNGF-beweegprogramma’s herzien; het warden de ‘Standaarden Beweeginterventies’, gericht op mensen met een chronische aandoening. Een dergelijke standaard stelt een voldoende competente fysiotherapeut in staat bij mensen met een chronische aandoening een actieve leefstijl te bevorderen en hun mate van fitheid te verhogen. Basis voor de herziening vormen de oorspronkelijk door TNO ontwikkelde beweegprogramma’s, van waaruit de tekst grondig is geactualiseerd. De gedetailleerde invulling van de programma’s in ‘kookboekstijl’ is niet opnieuw opgenomen. Gekozen is voor een actueel concept dat de fysiotherapeut de mogelijkheid biedt een ‘state-of-the-art’programma te ontwikkelen met respect voor de individuele patiënt en praktijkspecifieke randvoorwaarden
DOCUMENT