De studie beschrijft het antwoord op de vraag de situatie van de alumni van IBS is op de beroepsmarkt. 6 Subvragen zijn gesteld en beantwoord. De vragen zijn1. Hoeveel IBS studenten studeerden af tussen 1990 en2017?2. Wat zijn de meest voorkomende beroepen en functies?3. Is ter een relatie tussen de keuze van afstudeers minor en het beroep van de alumni?4.Welke bedrijven nemen IBS alumni in dienst?5. Waar werken IBS alumni, hoe internationaal is de alumnus?6. Wat is het studie verloop na het IBS Bachelor diploma.De volgende conclusies zijn getrokken.1. Het aantal afgestudeerden lijkt omlaag te gaan. De samenstelling van nationaliteiten lijkt momenteel te verschillen van die aan het begin van de studie. 2. Het curriculum weerspiegelt het meerendeel van de beroepen van de alumni, aan Sales wordt in het curriculum minder aandacht besteed dan het aantal banen die vervuld worden. 3. De minoren vormen een goede afspiegeling van de beroepen. Er is evenwel geen sterke relatie tussende gekozen minor en het uiteindelijk gekozen beroep, wat het beeld versterkt dat IBS een generieke beroepsopleiding is. 4. Alumni werken in meerderheid voor grote internationaal opererende bedrijven. De meest voorkomende zijn te vinden onder de financials, digitale service providers, de retail en consumenten goederen.5. De alumni van IBS werken zeer internationaal. Het lijkt evenwel dat de meest recente alumni minder geneigd zijn in het buitenland te werken. Een mogelijke verklaring kan ook zijn dat er bij internationaal werkende bedrijven in Duitsland en Nederland voldoende banen te vinden zijn. Een ander beeld dat zich aandient dat Nederland voor veel buitenlandse studenten een vestigingsland is voor een professionele carriere.6. Een bachelor opleiding is nog steeds een goed fundament voor een business carriere aangezien voor 2/3 van de alumni het bachelor diploma het hoogst behaalde diploma is.
DOCUMENT
Oudere Kunstenaars en een leven lang leren. Verborgen carrières: oudere kunstenaars en een leven lang leren.Een narratief-biografisch onderzoek naar levenslang en levensbreed leren binnen de gevorderde beroepspraktijk van beeldende kunstenaars.PhD-research Leo Delfgaauw.Promotoren: prof. dr. Barend van Heusden (Groningen) en prof. dr. Rineke Smilde (Hanzehogeschool Groningen, Universität für Musik und Darstellende Kunst Wien).Dit onderzoek richt zich op de artistieke praktijk en de loopbaanontwikkeling van professionele beeldende kunstenaars. Terwijl er over het algemeen vrij veel aandacht wordt geschonken aan jonge, beloftevolle kunstenaars, blijft de lange termijn van de artistieke carrière onderbelicht. Maar wat gebeurt er als een kunstenaar ouder wordt en niet meer gerekend kan worden tot de categorie 'jong en veelbelovend'? Als hij of zij niet meer 'jonger dan Jezus' is maar wellicht wel 'wijzer dan God'? Beginnende carrières en levenslange ervaring zijn geen gescheiden trajecten en kunnen het beste worden begrepen als een levenslang voortgaande ontwikkeling. Ouder worden is een wezenlijk onderdeel van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van kunstenaars en roept daarmee vragen op over de artistieke praktijk, individualiteit en leerprocessen.Deze vragen vormen het startpunt van dit onderzoek: op welke wijze maken leerprocessen onderdeel uit van de gevorderde artistieke praktijk? Welke vormen van leren zijn van toepassing op de ontwikkeling en vorming van een artistiek 'zelf'? Binnen welke sociale context speelt het leren een rol bij de individuele artistieke ontwikkeling? Hoe kunnen leerervaringen van oudere kunstenaars van betekenis zijn voor het kunstonderwijs? De onderzoeksdoelen zijn: jonge kunstenaars bewust te maken van een kunstenaarschap op de lange termijn waarbij maken en leren met elkaar verbonden zijn, het uitwisselen van de ervaring en expertise van oudere kunstenaars met starters en het inzichtelijk maken van de sociale context van een persoonlijke artistieke ontwikkeling. Uiteindelijk om de ervaringen van het gevorderde kunstenaarschap van betekenis te laten zijn voor de curricula van de kunstopleidingen.Het gevorderde kunstenaarschap en het proces van het ouder worden zijn zo direct gerelateerd aan het kunstonderwijs en aan leerconcepten zoals 'lifelong learning', 'situated learning' en 'biographical learning'. Uitgangspunt voor dit narratief biografisch onderzoek is een aantal interviews met beeldend kunstenaars werkzaam in verschillende disciplines. Deze levensverhalen bieden het fundament voor een theoretisch kader. Vanuit deze 'grounded theory' zullen concepten van identiteit en 'zelf' worden geanalyseerd vanuit onder meer het gedachtengoed van George Herbert Mead (1934 [1992]). Leerconcepten zijn ontleend aan de geschriften van o.a. Peter Alheit (2009), Peter Jarvis (2006) en Jean Lave (1991). De artistieke praktijk wordt beschouwd vanuit de institutionele en sociale context van de 'kunstwereld' (Becker 1982 [2008]) en het 'veld van culturele productie' (Bourdieu 1993). Ten aanzien van de relatie ouder worden, creativiteit en kunstenaarschap zijn de studies van Galenson (2006), Lindauer (2003) en Sohm (2007) van grote betekenis. Met hulp van deze denkers en schrijvers hoop ik tot een beter inzicht en begrip te komen van de 'verborgen carrière' van het voortgaande leren binnen de beroepspraktijk van oudere kunstenaars.Onderzoeker: Leo Delfgaauw
DOCUMENT
Het romantische beeld van de kunstenaar-bohemien, dat in de 19de eeuw werd geconcipieerd en aan de basis ligt van het autonome kunstenaarschap, heeft de laatste decennia zijn verbeeldingskracht verloren. Onderzoeksrapporten en boeken die ingaan op de beroepspraktijk van beeldend kunstenaars signaleren ‘cross-overs’ (Markusen, Gilmore e.a., 2006) of schetsen een beeld van de kunstenaar als ‘artiste pluriel’ (Bureau, Perrenoud, e.a., 2009). Dat kunstenaars hun artistieke praktijk vaak combineren met andere werkzaamheden zoals doceren of met een baantje in de horeca, is een oud gegeven. Aangezien slechts een kleine groep van zijn of haar beeldende werk kan leven, dienen andere inkomenstenbronnen te worden aangesproken. Wat nieuw zou zijn is echter dat kunstenaars vanaf het postindustriële tijdperk steeds vaker een alternatief beroepsinkomen vinden in de culturele en de creatieve industrie. Van belang is dat ze niet toevallig terecht komen in deze laatste, sterk groeiende bedrijfstak. Ze zouden daar worden aangesproken op hun artistieke en creatieve capaciteiten. De centrale hypothese van dit onderzoek luidt dan ook dat een microsociologisch fenomeen, met name de hybridisering van een beroepspraktijk, in de pas loopt met een macrosociologisch/economisch fenomeen, te weten de opkomst van de cultuur- en creatieve industrie
DOCUMENT
Boekbespreking van het proefschrift van Rick Everts, waarin zijn promotieonderzoek staat beschreven naar de carrières van beginnende popmuzikanten, de rol van popmuziekonderwijs en de carrières van muzikanten in de livemuzieksector.
MULTIFILE
Full text via link. Interview. Jobcrafting moet zorgen voor bevlogenheid e variatie in werk> De baan voor het leven is potentieel ongezond, ”meer carrières” is het devies voor een goede fysieke en mentale gezondheid. Diversiteit moet een van de speerpunten worden in het HR-beleid. Arbeidsrelaties flexibiliseren, net als leeftijden van werknemers, kalenderleeftijd zegt steeds minder. Op het gebied van arbeid, het onderzoeks- en adviesterrein van Rob Gründemann bij TNO Arbeid, lijkt niets meer echt vast te staan
LINK
Onderzoek toont aan dat muziek en de kunsten het proces van gezond ouder worden in positieve zin beïnvloeden. Wat betekent werken in deze praktijk voor musici? Deze vraag wordt vanuit diverse invalshoeken onderzocht. en diversiteit aan onderzoeksprojecten maakt deel uit van deze onderzoekslijn:- Het leren bespelen van een instrument op oudere leeftijd - Het werken met ouderen in creatieve muziekworkshops - Workshops voor ouderen met dementie- Onderzoek naar de muzikale carrières van oudere beroepsmusici- Onderzoek naar de relatie tussen de ziekte van Parkinson en muziek
DOCUMENT
1e alinea column: Natuurlijk proberen we allemaal lessen te trekken uit wat er nu met de integratie van sociale media in de bedrijfsvoering gebeurt en waarom dit tot nieuwe business modellen en andere bedrijfsstructuren leidt. Eerder heb ik hier al toegelicht dat bedrijven projecten worden, crowd working, maar zover is het nog niet al gaat het wel snel..
LINK
Dit artikel beschrijft de canon sociaal werk voor Vlaanderen.
DOCUMENT