De onderzoeksvragen die we met de vragenlijst wilden beantwoorden, waren: Hoe ervaren en waarderen de verschillende professionals, die werkzaam zijn binnen Heliomare onderwijs, de dienst Ambulante Begeleiding en Heliomare revalidatie, de samenwerking met collega's die eenzelfde functie/taak vervullen én de samenwerking met collega's die werkzaam zijn vanuit een andere discipline? Welke aspecten vinden zij belangrijk bij het samenwerken? Welke vaardigheden (competenties) vinden zij belangrijk bij het samenwerken? Verreweg de meeste respondenten vinden het belangrijk dat de collega's met wie zij samenwerken "het belang van de leerling vooropstellen" en dat zij "deskundig zijn". Het lijkt de moeite waard met elkaar te verkennen wat men precies bedoelt met het centraal stellen van de leerling en hoe men dit wil operationaliseren in het dagelijks werk. Welke rol zien betrokkenen hierbij weggelegd voor de leerling? De respondenten hebben aangegeven dat alle dertig competenties die hen voorgelegd zijn, belangrijk zijn om te komen tot een effectieve samenwerking met collega's uit andere disciplines. Echter, uit hun antwoorden kunnen we afleiden dat, wanneer ze gedwongen zijn een keuze te maken, zij toch bepaalde competenties zwaarder laten wegen dan andere.
Dit onderzoek is in samenwerking met het lectoraat Integraal jeugdbeleid uitgevoerd binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Oosterpark en Zuid. Het onderwerp is het ophalen van impliciete/expliciete kennis en belemmeringen/dilemma’s bij frontliniewerkers als het gaat om omgevingsgericht en preventief werken. De aanleiding van dit onderzoek is dat de implementatie van deze manier van werken moeizaam verloopt. Frontliniewerkers hebben behoefte aan kennis en handvatten rondom omgevingsgericht en preventief werken. Het doel van dit onderzoek is om de implementatie hiervan beter te laten verlopen. Hierbij is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Welke handvatten kunnen frontliniewerkers binnen het CJG gebruiken om omgevingsgericht en preventief te kunnen werken?Allereerst hebben de onderzoekers een uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd, waarin onder andere een operationalisatie van de begrippen omgevingsgericht en preventief te vinden is. Dit vormt de basis van het observatie- en interviewinstrument. Binnen de observaties is geobserveerd hoe de frontliniewerkers omgevingsgericht en preventief werken en welke belemmeringen/dilemma’s zij daarin tegenkomen. Aan de hand van deze observaties zijn er interviews uitgevoerd met de geobserveerde frontliniewerkers, waarin de bevindingen van de observaties verder uitgediept zijn. Als laatste is de definitie van omgevingsgericht en preventief werken en zijn de bijkomende belemmeringen/dilemma’s besproken in een focusgroep met frontliniewerkers.
Bedoeling van de leerateliers is het vergroten van veiligheid en veerkracht van kwetsbare daders, slachtoffers en belangrijke derden. De pilot is opgezet om een nieuwe vorm van werken bij ZSM te ontwikkelen. Openbaar Ministerie (OM), politie, 3RO, Raad voor de Kinderbescherming (RvdK), Slachtofferhulp Nederland (SHN), en bureau jeugdzorg (BJz), allen vaste partners op ZSM, vormden in Maastricht met Halt, Maatschappelijke organisaties (Moveoo, Vangnet, Levanto) en de William Schrikker Groep (WSG) een team. Er was nauw contact met de Veiligheidshuizen VHH) en Veilig Thuis (VT). Er zijn voor de pilot in Limburg vier doelgroepen geselecteerd: twee daarvan zijn landelijk vastgesteld: 1)jeugdigen, betrokken als dader, slachtoffer of als betrokkene en 2)huiselijk geweld zaken waar kinderen bij betrokken zijn. Limburg heeft daar de volgende doelgroepen aan toegevoegd: - verwarde personen - mensen met een verstandelijke beperking - jong volwassenen In dit beknopte rapport beschrijven we de resultaten van het tweede leeratelier in Limburg in de periode van mei tot juli en de belangrijkste leeropbrengsten en leerpunten die opgespoord zijn. Voordat de werkwijze van het leeratelier Maastricht en de resultaten worden beschreven in hoofdstuk 4, 5 en 6 zullen we eerst toelichten hoe de leerateliers zijn ontstaan en wat de leidende visie is voor de leerateliers (hoofdstuk 2) en wat de vragen zijn waarop de pilots een antwoord moeten geven (in hoofdstuk 3).
Aanleiding Het is belangrijk om de opvoedingskracht van ouders en de sociale steun rond gezinnen te versterken. De Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) hebben hierin een belangrijke taak: preventie en het bieden van laagdrempelige opvoedingshulp bij lichte opgroei- en opvoedvragen, en waar nodig doorverwijzen naar zwaardere vormen van hulp. Dit noemen we preventief en omgevingsgericht werken. In de CJG’s zijn het vooral de frontliniewerkers - de pedagogisch consulenten, de maatschappelijk werkers en de sociaal verpleegkundigen – die invulling moeten geven aan het preventief en omgevingsgericht werken. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan gereedschap om:• Sociale pedagogische netwerken in buurten en wijken te versterken.• Opvoedingsvragen van ouders te verhelderen en daarop in te spelen.• Tijdig te kunnen signaleren wanneer zij de hulp van specialisten moeten inroepen. Doelstelling De hoofdvraag van dit project luidt dan ook: Op welke wijze kunnen frontliniewerkers invulling geven aan het preventief en omgevingsgericht werken, zodat zij de opvoedkracht van ouders en de pedagogische kwaliteit van de sociale omgeving van gezinnen versterken? Welke handvatten, instrumenten, vaardigheden, kennis en attitude hebben deze professionals daarvoor nodig? Het hart van dit project is de kenniswerkplaats die bestaat uit frontliniewerkers, docent/onderzoekers en studenten, die vanuit hun eigen inbreng en deskundigheid samenwerken. Via de kenniswerkplaats wordt geleerd door te doen. Ook wordt nadrukkelijk gezocht naar de intuïtieve kennis en behoeften van collega-professionals door mee te lopen met frontliniewerkers en hen te interviewen. De kenniswerkplaats vraagt feedback van inhoudsdeskundigen. Zij toetst haar resultaten aan de mening van de schakelgroep, waar het middenmanagement deel van uitmaakt. Dit gebeurt met het oog op de implementatie van de producten op de werkvloer. Beoogde resultaten Het project Een stap naar voren wil een lerende omgeving bieden voor professionals, studenten en docenten. Zij zullen instrumenten voor het werkveld ontwikkelen, zoals een gereedschapskist met praktische instrumenten. De oplossingen dragen bij aan een positief opvoedingsklimaat in buurten en gezinnen en op termijn tot een vermindering van verwijzing naar (en dus kosten van) de tweedelijnszorg. Voor het onderwijsveld levert dit project inzicht in de benodigde competenties voor preventief en omgevingsgericht werken voor de opleidingen sociale studies en verpleegkunde. Tot slot levert dit project kennis op voor het onderzoeksveld, zoals een methodiek om ‘tacit knowledge’ (impliciete kennis) bij professionals op te halen.
Basisscholen van samenwerkingsverbanden RIBA en BLICK op onderwijs en ScholenNetwerk BSI verenigen zich in hun zorgen over problematische vriendschapsdynamieken tussen bovenbouwmeisjes en de negatieve impact op hun emotioneel welzijn en schoolfunctioneren. Schoolprofessionals en ouders zien dat sommige meisjesvriendschappen worden gekenmerkt door weinig onderling vertrouwen, weinig stabiliteit en ruzies. Zij zijn verontrust over de negatieve emoties die deze vriendschapsdynamieken bij meisjes veroorzaken. Het baart hen zorgen dat sommige meisjes deze emoties vervolgens excessief bespreken met vriendinnen (co-rumineren), wat hun emotioneel welzijn en schoolfunctioneren verder aantast. Dochters van ouders met een chronische fysieke beperking lijken deze vriendschapsproblematiek bovengemiddeld te ervaren. Schoolprofessionals ervaren ernstige handelingsverlegenheid bij het voorkomen en doorbreken van dit negatieve ontwikkelpad. Zij missen een interventieprogramma waarmee meisjes systematisch en effectief begeleid kunnen worden bij het opbouwen en onderhouden van positieve vriendschapsrelaties. Met voorliggend project werken we aan dit interventieprogramma. Via (1) analyses op bestaande data verkrijgen wij eerste inzichten in verbanden tussen vriendschapsdynamieken, emotioneel welzijn en schoolfunctioneren bij bovenbouwmeisjes. Met (2) een dagboekstudie brengen wij de aard van real-life en online vriendschapsdynamieken tussen bovenbouwmeisjes in kaart. Middels (3) een longitudinale observatiestudie onder vriendinnenkoppels observeren wij microprocessen van co-rumineren. In deelstudies 2 en 3 toetsen wij verbanden met emotioneel welzijn en schoolfunctioneren. We includeren hiertoe een potentieel hoog-risicogroep (dochters van ouders met fysieke beperking) en gemiddeld-risicogroep (dochters van ouders zonder beperking). We (4a) benutten de resultaten van deze deelstudies om via co-creatie/co-design tussen wetenschappelijk-klinische experts, schoolprofessionals, ouders en meisjes een gepersonaliseerd, blended eHealth interventieprogramma te ontwikkelen. We (4b) ondersteunen scholen bij de implementatie van dit programma en (5) onderzoeken de gebruiksvriendelijkheid en effectiviteit middels een Cluster Randomized Trial. De onderzoeksresultaten worden ingebed in de curricula van betrokken opleidingsinstituten en worden via een Kennisknooppunt en aangesloten Academische Werkplaatsen, Centrum voor Jeugd en Gezin en patiëntenorganisaties landelijk toegankelijk en toepasbaar gemaakt voor basisscholen.
De Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en Gezin Centraal is een netwerk van ouders, jeugdigen, praktijkorganisaties, gemeenten, opleidingen en kennisinstituten in de jeugdregio’s Eemland, Lekstroom, Utrecht-West en Zuidoost Utrecht. De netwerkpartners delen bestaande kennis en ontwikkelen samen nieuwe kennis om (boven)regionale jeugdvraagstukken aan te pakken.Doel De Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en gezin Centraal heeft als doel het genereren, verzamelen en delen van kennis om jeugdigen zo gezond, veilig en kansrijk mogelijk te laten opgroeien. Resultaten De resultaten van de projecten binnen deze werkplaats volgen. Looptijd 01 september 2020 - 01 september 2024 Aanpak De netwerkpartners hebben relevante jeugdvraagstukken verzameld en beschreven in een kennisagenda die jaarlijks geactualiseerd wordt. Deze vormt de basis voor de werkplaatsactiviteiten. De werkplaats start een vierjarig project rondom het vergroten van mentale weerbaarheid omdat veel jeugdigen (prestatie)druk en ongezonde stress ervaren. Gelijktijdig zijn kortlopende projecten mogelijk over actuele onderwerpen die aansluiten op de kennisagenda. Downloads & links Podcast over schoolstress en prestatiedruk, gemaakt door Social Work studenten. Kennisagenda Jongerensamenvatting Regionale Kenniswerkplaats Jeugd en Gezin Centraal {pdf} Samen leren en verbeteren in de regio: regionale kenniswerkplaatsen jeugd van start. Nieuwsbericht ZonMw april '20 Samenwerking met kennispartners We werken samen in een netwerk van ouders, jeugdigen, praktijkorganisaties, gemeenten, opleidingen en kennisinstituten in de jeugdregio’s Eemland, Lekstroom, Utrecht-West en Zuidoost Utrecht: Altrecht GGDrU Jeugdhulpregio Eemland Jeugdhulpregio Lekstroom Jeugdhulpregio Utrecht West Jeugdhulpregio Zuid Oost Utrecht Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Nationale Jeugdraad Nederlands Centrum Jeugdgezondheid Netherlands School of Public and Occupational Health Nederlands Jeugd Instituut Pharos SAVE Midden-Nederland SWV de Eem SWV (VO) Eemland Trimbos-Instituut UMCU Universiteit Utrecht UW Ouderplatform Youké