Lifelong learning is necessary for nurses and caregivers to provide good, person-centred care. To facilitate such learning and embed it into regular working processes, learning communities of practice are considered promising. However, there is little insight into how learning networks contribute to learning exactly and what factors of success can be found. The study is part of a ZonMw-funded research project ‘LeerSaam Noord’ in the Netherlands, which aims to strengthen the professionalization of the nursing workforce and promote person-centred care. We describe what learning in learning communities looks like in four different healthcare contexts during the start-up phase of the research project. A thematic analysis of eleven patient case-discussions in these learning communities took place. In addition, quantitative measurements on learning climate, reciprocity behavior, and perceptions of professional attitude and autonomy, were used to underpin findings. Reflective questioning and discussing professional dilemma's i.e. patient cases in which conflicting interests between the patient and the professional emerge, are of importance for successful learning.
MULTIFILE
Although learning analytics benefit learning, its uptake by higher educational institutions remains low. Adopting learning analytics is a complex undertaking, and higher educational institutions lack insight into how to build organizational capabilities to successfully adopt learning analytics at scale. This paper describes the ex-post evaluation of a capability model for learning analytics via a mixed-method approach. The model intends to help practitioners such as program managers, policymakers, and senior management by providing them a comprehensive overview of necessary capabilities and their operationalization. Qualitative data were collected during pluralistic walk-throughs with 26 participants at five educational institutions and a group discussion with seven learning analytics experts. Quantitative data about the model’s perceived usefulness and ease-of-use was collected via a survey (n = 23). The study’s outcomes show that the model helps practitioners to plan learning analytics adoption at their higher educational institutions. The study also shows the applicability of pluralistic walk-throughs as a method for ex-post evaluation of Design Science Research artefacts.
LINK
Adaptieve expertise en flexibiliteit zijn belangrijke competenties. Professionals zullen moeten meebewegen met veranderende werkomstandigheden en in staat zijn om die veranderingen vorm te geven. Dit (ontwerp)onderzoek vindt plaats in innovatieve leerwerkomgevingen in bachelor- en masteropleidingen en beschrijft en verklaart de werking van deze innovaties m.b.t. de ontwikkeling van adaptieve expertise.Doel Adaptatwork wil inzicht geven in werkzame mechanismes in en praktische tools ontwerpen voor de ontwikkeling van adaptieve expertise tijdens werkplekleren. Resultaten Wetenschappelijke kennis over de ontwikkeling van adaptieve expertise in hoger onderwijs Praktijkkennis en expertise voor het hoger onderwijs Toepasbare producten voor docenten en stakeholders Looptijd 01 juli 2020 - 31 december 2023 Aanpak Reviews naar adaptieve expertise en mechanismes die dat bevorderen, casestudies, meta-analyse en valorisatie. Wonen 3.0 Het project Wonen 3.0 dient als casus voor dit onderzoek. In deze leerwerkomgeving wordt praktisch onderzoek uitgevoerd op de vraagstukken van de maatschappij rondom het thema wonen in de setting van een modern leerwerkbedrijf. Bedrijven en instellingen, onderzoekers en studenten (als young professionals) ontwikkelen hierin samen nieuwe inzichten en werkende oplossingen. Het onderwijs is gebaseerd op challenge-based learning.
Belangrijke uitdagingen binnen de energietransitie zijn de beschikbaarheid van waterstof uit duurzame energiebronnen als alternatief voor fossiele brandstoffen en het voorkomen van congestie op het elektriciteitsnet door toenemende vraag naar en aanbod van elektriciteit. Decentrale productie, opslag en toepassing van waterstof biedt voor beide uitdagingen een oplossing, maar om dit te realiseren zijn innovaties en kennisontwikkeling nodig. In dit RAAK MKB project willen bedrijven en kennisinstellingen als partners van het groeiende netwerk rondom waterstof innovatiecentrum H2Hub Twente, expertise ontwikkelen voor realisatie van decentrale elektrolyse systemen. De betrokken bedrijven zijn zich aan het ontwikkelen om systeemoplossingen voor de markt van decentrale elektrolyse aan te kunnen bieden, maar hebben nog stappen te maken in de benodigde expertise hiervoor. De kloof die de bedrijven in dit project willen overbruggen: van theoretisch inzicht en expertise op deelaspecten naar expertise om goed werkende systemen te kunnen realiseren en begrip krijgen van mogelijkheden voor verbeteringen en innovaties. Om die reden wordt het project vorm gegeven rondom de ontwikkeling en bouw van een prototype elektrolyse systeem dat wordt geïntegreerd met de duurzame energievoorziening van H2Hub Twente. De ontwikkeling van elektrolyse systemen (maar ook toepassingen van waterstof) vraagt om expertise op alle opleidingsniveaus die nog weinig beschikbaar is. Door de energietransitie neemt de vraag naar deze expertise sterk toe. De kennisinstellingen zijn partner binnen de SPRONG “decentrale waterstof” en zij willen met dit project via praktijkgericht onderzoek expertise binnen de betrokken onderzoekgroepen verder opbouwen. Belangrijk hierin is het leerproces structuur en borging te geven waardoor dit kan doorwerken binnen het onderwijs richting studenten en bedrijfsmedewerkers. De resultaten van dit project worden gedeeld met het netwerk maar ook via bijeenkomsten van de topsector energie en lectorenplatform LEVE. De impact van dit project: expertiseopbouw voor realisatie van decentrale waterstofsystemen als stimulans voor regionale bedrijfsontwikkeling én energietransitie!
Hoewel duidelijk is dat als jongeren ouder worden ze vaker hun eigen voedselkeuzes maken, weten we weinig over hoe jongeren in de leeftijd van 16 tot en met 20 dat doen, welke rol gezondheid en duurzaamheid daarbij spelen, en hoe jongeren te bewegen zijn tot gezonder en duurzamer voedsel. Dat is daarom de focus van dit onderzoek. Daarbij richten we ons specifiek op plantaardig voedsel omdat dat één van de beste en duidelijkste manieren is om gezondheid en duurzaamheid te verenigen. In de loop der jaren zijn verschillende interventies bedacht en uitgevoerd om jongeren gezonder te laten eten. Die interventies vinden vaak plaats op scholen omdat dat settingen zijn met een relatief afgebakende fysieke en sociale voedselomgeving. Wel mist kennis over gedrag en interventiemogelijkheden gedurende de hele dag (ook buiten schooltijd). Ook weten we niet welke interventies jongeren zelf interessant, nuttig en/of veelbelovend vinden. Voor deze aanvraag richten wij ons specifiek op mbo-studenten, omdat deze groep niet alleen goed overeenkomt met de doelgroep van 16 tot en met 20 jaar oud, maar ook minder in beeld is en slechter bereikt wordt dan bijvoorbeeld middelbare scholieren en studenten aan hbo of wo instellingen. Doel van dit project is om, in co-creatie met jongeren (16-20 jaar, mbo student), hun voedselkeuzegedrag te onderzoeken en interventies te ontwerpen die op deze doelgroep aansluiten en plantaardig voedselkeuzegedrag stimuleren. We maken gebruik van de expertise van 7 deelnemende hogescholen - zoals psychologie, actieonderzoek, design thinking en challenge-based learning - om het gedrag van mbo-studenten van 8 mbo-instellingen in 4 regio’s in Nederland in kaart te brengen, en hen binnen hun eigen curricula te inspireren tot het creëren van interventies die het eten van plantaardig voedsel voor de eigen doelgroep stimuleren. Hbo studenten en docent-onderzoekers begeleiden dit proces, analyseren de uitkomsten en organiseren de doorwerking naar de praktijk.