Tot in de jaren negentig van de vorige eeuw is er sprake van een gebrek aan aandacht voor de somatische problemen van psychiatrische en verslaafde patiënten in instellingen voor ggz en maatschappelijke opvang. Ook ontbreekt het aan een goede ketensamenwerking met betrekking tot deze problematiek. Binnen een samenwerkingsverband van de gemeente Utrecht, zorginstellingen en huisartsen is deze gebrekkige aandacht in de afgelopen tien jaar een belangrijk thema geweest, uiteindelijk (in 2012) resulterend in de Utrechtse Somatische Screeningslijst. Met deze screening wordt beoogd somatische gezondheidsproblemen vroegtijdig te signaleren. Daarmee kan een beter beeld gevormd worden van de gezondheid van de patiënten en kan de huisarts eerder worden ingeschakeld. De eerste afgenomen screenings laten zien dat veelvoorkomende klachten en aandoeningen bij deze patiënten zijn: ondergewicht, COPD- en andere longklachten, pijnklachten, epileptische aanvallen en huidaandoeningen. Veel patiënten dragen een gebitsprothese. De verpleegkundigen ervaren de screening als een positieve ontwikkeling binnen hun vakgebied. Er zijn echter ook knelpunten aan te merken. Besloten is de USS bij te stellen, op basis van de eerste bevindingen en van een enquête onder degenen die ervaring met het instrument hebben opgedaan. Met de aangepaste lijst wordt een onderzoek uitgevoerd binnen Victas.
DOCUMENT
In Amsterdam kampt een derde van de mensen met meerdere aandoeningen waaronder chronische gewrichtsaandoeningen. Mensen met chronische gewrichtsaandoeningen hebben vaak beperkingen in hun dagelijks functioneren. Leefstijlfactoren zoals overgewicht en inactiviteit spelen een belangrijke rol in het ontstaan van beperkingen in het dagelijks functioneren. Lector chronische gewrichtsaandoeningen dr. Martin van der Esch gaat in zijn rede in op de relatie tussen gewrichtsaandoeningen en beperkingen in dagelijks functionerenen de mogelijkheden om beperkingen te voorkomen of te verminderen. Hij zal hiaten in kennis toelichten en ingaanop de integratie van onderzoek in het onderwijs. Het bijzonder lectoraat chronische gewrichtsaandoeningen isingesteld in samenwerking met Reade, centrum voor revalidatie en reumatologie te Amsterdam
DOCUMENT
Op dit moment is 13% van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder en is 3% 85 jaar of ouder. De gemiddelde levensverwachting voor mannen ligt op 77 jaar en voor vrouwen op 81 jaar. Voorspeld wordt dat de zogeheten vergrijzing rond 2040 zijn hoogtepunt bereikt. In dat jaar hoop ik mijn vijfenzeventigste verjaardag te vieren en zullen velen van u misschien wel tot de 85-plussers behoren. In dat jaar zal naar verwachting 23,5% van de bevolking 65-plus zijn. Daarvan zal het percentage 85-plussers een groter aandeel uitmaken dan nu. Al vanaf de oudheid bestaat er een tweeslachtige houding ten opzichte van ouderen: De ogen van de geest zien pas scherp als de ogen van het lichaam hun scherpte verliezen, schreef Cicero in de vierde eeuw voor Christus. Wanneer de rozen zijn afgevallen, veracht men de doornen, schreef Ovidius rond het begin van de christelijke jaartelling. Is de ouderdom nu een periode van achteruitgang, aftakeling, ziekte en verval? Of is het toch een periode van plezier, inzicht, macht en wijsheid? Hoe in een bepaalde periode naar ouderen wordt gekeken, is ook bepalend voor het Nederlandse overheidsbeleid. Tot de jaren zeventig van de vorige eeuw was dit beleid gericht op bescherming. Ouderen waren bejaarden voor wie gezorgd moest worden. Met het oog op meer samenhang in het zorgstelsel en op kostenbeheersing verschoof de aandacht vervolgens naar preventie en stimulering van zorg in eigen kring. Sinds de jaren negentig staat het beleid in het teken van het bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid van ouderen. Het beeld van ouderen is nu dat van een kritische consument die zelf keuzes en kostenafwegingen kan maken (Huijsman & De Klerk, 1997). De vraag is of dat ook aansluit bij de realiteit van mensen met een chronische ziekte. Binnen het Lectoraat Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met een chronische aandoening richten we ons op oudere chronisch zieken. Niet alleen omdat deze groep, zoals we u zullen laten zien, in kwantitatieve zin het grootste is maar ook omdat de zorg voor deze groep in kwalitatieve zin vaak ernstige hiaten vertoont. In deze openbare les willen wij pleiten voor een herbezinning op de professionele zorg voor chronisch zieke ouderen.
DOCUMENT
Blended behavior change interventions combine therapeutic guidance with online care. This new way of delivering health care is supposed to stimulate patients with chronic somatic disorders in taking an active role in their disease management. However, knowledge about the effectiveness of blended behavior change interventions and how they should be composed is scattered. This comprehensive systematic review aimed to provide an overview of characteristics and effectiveness of blended behavior change interventions for patients with chronic somatic disorders.
LINK
INLEIDING In deze module worden behandeladviezen gegeven voor de Post-COVID-19 ambulante behandeling in de geriatrische revalidatie gericht op somatische-, functionele- en psychische status. Deze module is een onderdeel van het behandeladvies post-COVID-19 (geriatrische) revalidatie-Verenso. Deze module is in een zeer korte tijd tot stand gekomen en heeft de status van groeidocument. Zorgvuldigheid is betracht om zowel de (beperkte) ervaringskennis, als de actuele stand van de wetenschappelijke literatuur hierin te betrekken. Voor dit behandeladvies is gebruik gemaakt van het door GRZPLUS ontwikkeld ambulant revalidatieprogramma CO FIT+. Bij GRZPLUS is een doorontwikkeling gemaakt op basis van de update behandeladvies post-COVID-19 geriatrische revalidatie van Verenso (Verenso, 19-05-2020) welke is gebaseerd op de principes van longrevalidatie zoals vertaald in het Behandelprogramma geriatrische COPD-revalidatie (van Damvan Isselt et al.) en het Behandelprogramma COVID-19 Post IC, van Revalidatiecentrum de Hoogstraat (Brouwers, de Graaf). Dit is aangevuld met behandeladviezen en leidraden vanuit de beroepsverenigingen en kennis uit wetenschappelijk onderzoek (long-revalidatie) en vanuit het REACH netwerk (REhabilitation After Critical illness and Hospital discharge). De komende maanden zullen zowel de nieuwe wetenschappelijke literatuur als de ervaringen uit de praktijk gebruikt worden om de handreiking te verbeteren en zo nodig aan te vullen. Dat zullen wij doen met specialisten ouderengeneeskunde, revalidatieartsen, klinisch-geriaters, paramedici, longartsen, verpleegkundigen, infectie deskundigen, en andere betrokken beroepsgroepen. De revalidatie van ambulante post-COVID-19 patiënten vereist vooral afstemming binnen de multidisciplinaire zorg. De complexiteit en ernst van de problematiek en de interactie van beperkingen op diverse domeinen maakt dat interdisciplinaire behandeling essentieel is.
DOCUMENT
De publicatielijst bevat alle publicaties waar Wilma Swildens aan bijgedragen heeft
DOCUMENT
De geestelijke gezondheidszorg is op veel vlakken in beweging. Financiële herstructurering heeft grote impact op vorm en inhoud van de zorg. Een groeiend aantal zorgvragers zonder uitbreiding van financiële middelen vraagt om innovatie en effectieve interventies. De visie op psychiatrie verandert waarbij meer aandacht komt voor de gevolgen van psychiatrische symptomen op het functioneren. De focus wordt verlegd van ziekte naar positieve gezondheid waarmee thema’s als bevorderen van zelfmanagement en herstelondersteunende zorg centraal komen te staan. Deze veranderingen hebben grote impact op de zorg voor mensen met een psychische kwetsbaarheid en vraagt daarmee andere competenties van professionals. Het lectoraat Zorg & Innovatie in de Psychiatrie richt zich op het ontwikkelen en onderzoeken van effectieve interventies die bijdragen aan het verbeteren van de zorg voor mensen met een psychische kwetsbaarheid binnen deze veranderende context
DOCUMENT
In Nederland zijn er op dit moment ruim 30 duizend mensen geregistreerd als 'dak- en thuisloos', dat wil zeggen zij hebben geen vaste woon- of verblijfplaats, slapen in de opvang, op straat, in openbare gebouwen of bij familie of vrienden. Die 30.000 betreffen mensen die in bevolkingsregisters staan geregistreerd. In werkelijkheid is de groep dus groter: denk aan de mensen die illegaal in Nederland verblijven en die geen vaste verblijfplaats hebben. Onderzoek laat zien dat mensen die dak- of thuisloos zijn (geweest) een kortere levensverwachting hebben dan de gemiddelde Nederlander. Voor vrouwen geldt dit nog sterker dan voor mannen (Nusselder e.a., 2014). Mannen leven naar schatting 11 jaar korter en vrouwen bijna 16 jaar korter. In de periode voor het overlijden is vaak palliatieve zorg nodig. Zij hebben in die laatste fase meestal wel een dak boven hun hoofd, bijvoorbeeld van een maatschappelijke opvangvoorziening, maar de problematiek blijft desalniettemin vaak complex door het samenkomen van lichamelijke, psychische en sociale problemen. Wat houdt palliatieve zorg voor mensen die dak- of thuisloos zijn (geweest) in? En hoe kan u deze zorg optimaal aan laten sluiten bij de zorgbehoeften en problemen van de doelgroep?
DOCUMENT
Voortschrijdende specialisatie, in combinatie met de toenemende complexiteit van zorgvragen, leidt mede ertoe dat een integrale aanpak vangezondheidsproblemen alleen gerealiseerd kan worden wanneer alle bij de behandeling betrokken zorgverleners onderling goed afstemmen en samenwerken. Onvoldoende communicatie en samenwerking tussen zorgverleners behoren tot de belangrijke oorzaken van medischemissers en incidenten. Zorgverleners zijn zich daarvan bewust maar de praktijkblijft weerbarstig. Lector dr. Stephan Ramaekers gaat in zijn rede in op de factoren en mechanismen die een goede besluitvorming, in samenspraak met depatiënt en in teamverband, verhinderenn hoe die hindernissen kunnen wordenweggenomen. Aan de hand daarvan zal worden belicht waar onderzoeken praktijkinnovatie in dit lectoraatop zijn gericht.
DOCUMENT