© 2025 SURF
Onderzoek naar de invoering en uitvoering van MDFT bij Spirit in Amsterdam. De onderzoeksvragen hebben betrekking op het implementatieproces (invoeringsstrategieën), de bereikte doelgroep, de uitvoering van MDFT, de ervaringen met het de ondersteuning van de MDFT-therapeuten (borgingsstrategieën) en de beoordeling van de hulp door cliënten (cliënttevredenheid).
Geen samenvatting beschikbaar
In deze literatuurverkenning worden de gevonden voorwaarden en condities voor het geven van online justitiële interventies1 kritisch besproken.
In de regio Zuid-Kennemerland (bestaande uit de gemeenten Haarlem, Heemstede, Bloemendaal, Zandvoort, Haarlemmerliede/Spaarnwoude en Bennebroek) zijn sinds acht jaar Sociale Teams actief. Sociale Teams zijn multidisciplinaire samenwerkingsverbanden gericht op de signalering en aanpak van multiproblemsituaties. Medewerkers van de GGD, woningcorporaties, politie, GGZ, verslavingszorg, maatschappelijk werk en andere organisaties komen circa tien keer per jaar bijeen om met elkaar complexe probleemsituaties aan te pakken, situaties waarbij veelal problemen als overlast, psychische problemen, schulden, verwaarlozing en verslaving een grote rol spelen. Sturend orgaan is de stuurgroep Sociale Teams. Namens deze stuurgroep heeft de GGD aan het landelijk kennisinstituut MOVISIE gevraagd om de werkwijze en de organisatie van de Sociale Teams te evalueren en te onderzoeken of er herijking nodig is. MOVISIE heeft documenten bestudeerd, sleutelfiguren geïnterviewd, Sociale Teams bezocht en een vragenlijst verspreid. Bovendien heeft MOVISIE een bijeenkomst georganiseerd voor dertig vertegenwoordigers van de verschillende deelnemende organisaties, zowel uitvoerenden als managers. Op deze bijeenkomst werden toekomstscenario’s besproken. Uit de evaluatie is te concluderen dat zo goed als alle respondenten het bestaan van de Sociale Teams een groot goed vinden. In vergelijking met de situatie van tien jaar geleden worden veel meer multiproblemsituaties gesignaleerd, aangepakt en opgelost, zo is de overtuiging van de meeste respondenten
In dit rapport wordt verslag gedaan van een verkennend onderzoek naar de wijze waarop de invoering en borging van drie basismethodieken en drie evidence-based interventies in de Amsterdamse jeugdzorg zijn aangepakt. Het onderzoek is een project van het Lectoraat implementatie in de jeugdzorg, dat per 1 februari 2010 van start is gegaan. Het doel van het onderzoek was drieledig: 1) het in kaart brengen van de strategieën voor invoering en borging van interventies en basismethodieken; 2) het in kaart brengen van de ervaring met de gehanteerde strategieën; 3) het doen van aanbevelingen over de ondersteuningsstructuur in de jeugdzorginstellingen in de stadsregio Amsterdam. De besproken evidence-based interventies in dit onderzoek betreffen Signs of Safety, Positief Pedagogisch Programma (Triple P), Functional Family Parole Service (FFPS), Multidimensional Treatment Foster Care for pre-schoolers (MTFC-P), Parent Management Training Oregon (PMTO), Multi System Therapy (MTS), Multidimensional Family Therapy (MDFT), Incredible Years (Pittige jaren) en Orthopedagogische Gezinsbehandeling (IOG).
Rapport inclusief factsheet en filmpje. In het onderzoek ‘Werken op afstand bij de reclassering’ is gekeken hoe reclasseringswerkers en reclasseringscliënten online (begeleidings)gesprekken ervaren. Een belangrijk onderdeel is de werkalliantie: is het mogelijk om op afstand een goede dynamiek in de samenwerking te creëren en te onderhouden en zo ja, lukt dat bij alle type cliënten en in alle fasen van het reclasseringstraject?
MULTIFILE
Vaak wordt gesproken van de kloof tussen de "systeemwereld" en de "leefwereld". Maatschappelijke instellingen zijn gericht op het leveren van een dienst volgens bepaalde kaders, criteria en procedures, terwijl de bewoners, de burgers redeneren vanuit hun dagelijkse leefwereld en van daaruit bezien wat zij met die diensten en die instellingen aankunnen. Voor veel instellingen, zoals bijvoorbeeld welzijnsinstellingen, ligt dit in het bijzonder gevoelig. Zij hebben immers als doelstelling er voor de burger en diens welzijn te zijn. In Den Haag is een aantal jaren geleden om die reden gestart met informatieshops (kortweg i-Shops) in de buurt. Met een laagdrempelige, buurtgerichte informatievoorziening kan de burger geholpen worden zich een weg te banen in een complexe samenleving met brieven, procedures en dossiers. Voor u ligt een rapport waarin Anja Berkelaar, onderzoeker van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool, de i-Shop in de Haagse wijk Transvaal heeft onderzocht. Hierbij is speciale aandacht uitgegaan naar het verschijnsel van "verkokering", een herkenbaar fenomeen in beleidskringen. In de hoogontwikkelde en complexe samenleving is er een hoge mate van specialisme gegroeid die risico's in zich heeft van fragmentatie van beleid. De i-Shops beogen het voor de burger toegankelijker en minder complex te maken. Dit rapport maakt deel uit van het programma van het lectoraat Grootstedelijke Ontwikkeling van De Haagse Hogeschool. Met praktijkgericht onderzoek wil het lectoraat achterhalen hoe partijen in stadswijken werken aan verbetering van de woon- en leefomstandigheden en wat dit betekent voor de ontwikkeling van de stad en de regio.
In dit artikel wordt eerst beschreven wat het verschil is tussen Evidence Based Practice (EBP) en Practice Based Evidence (PBE). Vervolgens wordt ingegaan op het toepassen van EBP en PBE in de praktijk. Dit gebeurt met behulp van de begrippen normativiteit en contextualiteit. Tot slot worden, in het licht van het voorafgaande, de rollen beschreven die de professional kan innemen ten aanzien van het verbeteren en ontwikkelen van zijn handelen. Aan bod komen de 'reflective practitioner', de 'evidence based practitioner' en de 'scientist practitioner'.
Om goede jeugdhulp te kunnen bieden is professionele ruimte essentieel. Dit onderzoek laat zien dat veel professionals in de regio Haaglanden die ruimte vaak niet ervaren. Met name de ruimte om een goede band op te kunnen bouwen met en te doen wat nodig is voor cliënten en de ruimte voor reflectie staan nu volgens professionals onder druk. We zien hierin verschillen tussen professionals van verschillende aanbieders. Terwijl met name werknemers van GI’s onvoldoende ruimte ervaren om te doen wat nodig is voor cliënten en te investeren in hun relatie met cliënten, ervaren werknemers van de gespecialiseerde jeugdhulp te weinig ruimte voor reflectie.
MULTIFILE