Cliëntgecentreerde zorg vormt binnen de Nederlandse gezondheidszorg een belangrijk thema, dat in de praktijk niet eenvoudig uit te voeren blijkt. Ook het multidisciplinaire pijnteam van Adelante te Hoensbroek wil cliëntgecentreerde zorg verder vorm geven in de dagelijkse praktijk. Bij cliëntgecentreerde zorg bepalen niet de zorgverlener en het beschikbare aanbod de inhoud van de zorg, maar wordt in samenspraak met de cliënt gekeken naar wat de cliënt in zijn situatie en met zijn mogelijkheden nodig heeft. Uit onderzoek in de thuiszorg is naar voren gekomen dat de professionals voor cliëntgecentreerde zorg over een aantal specifieke competenties moeten beschikken, namelijk het zorgproces uitvoeren in dialoog, bevorderen cliëntparticipatie en omgaan met spanningsvelden. Bij de competentie ‘Zorgproces in dialoog’ is samenwerking met de cliënt en gezamenlijke besluitvorming van belang; bij het ‘Bevorderen van cliëntparticipatie’ ondersteunt en motiveert de zorgverlener de cliënt om deel te nemen aan het zorgproces en bij het ‘Omgaan met spanningsvelden’, ten slotte, kan de professional omgaan met organisatorische en persoonlijke grenzen en met ethische dilemma’s.
DOCUMENT
Evidence-based practice (EBP) is tegenwoordig niet meer weg te denken als we praten over de kwaliteit en de status van het beroep. Maar in de dagelijkse praktijk zijn er nog veel vragen: 'Betekent EBP nu dat we alleen maar mogen doen waarvoor voldoende evidence bestaat?' 'Hoe komen we aan die evidence?' 'Hoe verhoudt EBP zich ten opzichte van het binnen de ergotherapie centrale uitgangspunt: clïentgecentreerde zorg?' In dit artikel gaan we in op deze laatste vraag rondom EBP en cliëntgericht werken.
DOCUMENT
In Nederland staat het traditionele aanbod aan hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning onder druk. Onder invloed van maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen in Nederland lijken de hulpverlenings-, welzijns- en zorginstellingen steeds meer naar elkaar toe te groeien. Er ontstaan samenwerkingsverbanden waarin elke participant vanuit eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid zijn eigen bijdrage levert. Dergelijke samenwerkingsverbanden worden “ketens” genoemd. Om het ontstaan van deze ketens goed te kunnen begrijpen worden in dit artikel eerst de belangrijkste maatschappelijke en beleidsmatige ontwikkelingen beschreven, die van invloed zijn op de praktijk van hulpverlening, dienstverlening en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Vervolgens worden verschillende manieren van multiprofessionele samenwerking in Nederland op het gebied zorg, hulp- en dienstverlening met elkaar vergeleken. Tenslotte wordt de ketenbenadering geïllustreerd met een good-practice-voorbeeld: de ketenbenadering van voetbalvandalisme bij SportClub Cambuur te Leeuwarden. Het artikel wordt besloten met enkele kritische kanttekeningen.
DOCUMENT
Evidence based practise (EBP) is de laatste jaren een veel besproken onderwerp in de paramedische beroepsgroepen. Het belang van het evidence based handelen in het dagelijkse methodisch handelen wordt steeds meer onderstreept. Het verwerven van evidence based vaardigheden bij studenten logopedie krijgt dan ook steeds meer een prominentere rol in het competentiegericht opleidingscurriculum. In dit artikel wordt beschreven wat onder EBP wordt verstaan en hoe de implementatie van het evidence based practise denken en handelen in het buitenschoolse leren van de opleiding logopedie Hogeschool Zuyd systematisch wordt aangepakt.
DOCUMENT
Een op de vijf entreestudenten en bijna een op de 10 mbo niveau 2 studenten stopt voortijdig met de opleiding (DUO, 2022). Uit eerder onderzoek (Baay, 2015; Slagter & Van Veldhuizen, 2021) blijkt dat studenten op entree- en mbo 2-niveau weinig gebruik maken van de aanwezige hulpbronnen, dat wil zeggen buiten de docenten van hun opleiding. Dat maakt de afhankelijkheid van entree- en mbo-niveau 2 studenten van hun docenten hoog. Om de positieve ontwikkeling van entree- en mbo-niveau 2 studenten te vergroten, lijkt het wenselijk om tijdens de mbo-opleiding meer aandacht te besteden aan het leren van alternatieve oplossingsstrategieën, buiten het vragen van hulp aan de docent. Om scherper in beeld te krijgen wat dit vraagt van mbodocenten, is een verkenning op dit thema gestart door MBO College Centrum (ROC van Amsterdam) in samenwerking met het lectoraat De Pedagogische Opdracht van Hogeschool Inholland.
DOCUMENT
Kernwerkzaamheden van de reclassering zijn advies, toezicht, werkstraf, gedragsinterventies en toe leiden naar zorg. Doel is het verminderen van recidive en het bevorderen van inclusie en maatschappelijke participatie. De reclassering krijgt sinds enige tijd meer ruimte om persoons-gericht maatwerk te leveren en toe te leiden naar innovatieve werkwijzen en projecten (Bosker & Lünnemann, 2016). Onder de noemer Ruim Baan voor Betekenisvol Maatwerken wordt gezocht naar een andere manier van werken met burgers die zijn aangehouden voor een delict, waar ernstige sociale problematiek onder schuil gaat. Reclasseringswerkers worden gestimuleerd om out of the box te denken, aansluiting te vinden bij het sociale domein en context- en herstelgericht te werken. In dit onderzoek wordt een nieuw initiatief onder de loep genomen: Criminal Minded. Een cursus bestaande uit acht workshops, vier individuele contacten en een gezamenlijke afsluiting. Met creatieve werkwijzen en middelen als storytelling, rap, spoken word, poëzie, dans en geïnspireerd door ervaringsdeskundigen, rolmodellen, artiesten en ondernemers worden de deelnemers met reclasseringstoezicht geholpen in de zoektocht naar een nieuwe baan of stageplek. De onderzoeksvraag was: biedt de cursus Criminal Minded aan jong volwassenen met reclasseringstoezicht de mogelijkheid om, middels creatieve middelen, hun sterke punten in kaart te laten brengen en hen aan te laten haken bij opleiding, werk of ander levensdoel? Met een participatief onderzoek is beschrijvend en met visuele middelen in kaart gebracht wie aan de cursus hebben deelgenomen, wat er gedurende workshops is gedaan en wat dit de deelnemers heeft opgeleverd.
DOCUMENT
Ouderen wonen langer zelfstandig en behouden steeds langer hun eigen dentitie. Een slechte mondgezondheid kan een negatieve invloed op de algemene gezondheid hebben. E-health heeft al zijn entree in de gezondheidszorg gemaakt en draagt bij aan de zelfzorg en gedragsverandering van patiënten. Toch wordt e-health in de mondzorgkunde nog beperkt gehanteerd. Artikel over 'Gebruik van informatietechnologie ter ondersteuning van de mondzorg van thuiswonende ouderen' verschenen in Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde. 2018; 125: 461-466
MULTIFILE
Voor ict-opleidingen aan hogescholen en universiteiten valt er bij de meisjes nog veel te winnen. Er kiezen namelijk veel minder meisjes dan jongens voor een ict-vervolgopleiding. De voorlichting ook op meisjes afstemmen is noodzakelijk, maar niet voldoende. Het gaat niet alleen om de 'verpakking'. En het is ook niet zo dat meisjes vaker voor ict kiezen als ze beter geïnformeerd zijn. Juist ook de inhoud, de onderwijskundige vormgeving en de cultuur van ict-opleidingen moeten aantrekkelijk zijn, willen meisjes ervoor kiezen, willen ze de opleiding met succes doorlopen en uiteindelijk hun entree maken op de ict- arbeidsmarkt. Kortom, de instroom van meer meisjes is belangrijk, maar ook de doorstroom en een succesvolle uitstroom naar de arbeidsmarkt. Tips om te zorgen voor meer instroom van meisjes staan in het startdocument van Ict-STER. Dit kennisdocument richt zich op het verbeteren van de doorstroom en het verminderen van tussentijdse uitval van meisjes. Om effectieve strategieën te bedenken is het nodig om de onderliggende problemen te begrijpen. Hoofdstuk 1 beschrijft inzichten uit (recent) onderzoek op het gebied van gender en ict. In hoofdstuk 2 staan strategieën om te zorgen voor meer diversiteit in opleidingen. Per aspect staat beschreven wat instellingen kunnen doen om hun ict-opleiding aantrekkelijker te maken voor een brede doelgroep. Na de beknopte conclusies in hoofdstuk 3 volgt hoofdstuk 4 met een set 'do's' en 'don'ts' in de vorm van aanbevelingen. Voor wie zich verder wil verdiepen in het onderwerp gender en ict, is aan het einde een uitgebreide literatuurlijst opgenomen.
DOCUMENT
Mensen die een hersenletsel hebben opgelopen gaan een herstelproces in dat langdurig is en meestal complex. De vaste mantelzorger vaak de partner, is intensief betrokken bij dit herstelproces. De cliënt met een niet-aangeboren hersenletsel (cliënt met Nah) en de mantelzorger ontmoeten als ‘cliëntkoppel’ de professional in ziekenhuizen, revalidatiecentra, op dagbesteding en in diverse andere instellingen en verbanden. Het cliëntkoppel maakt zijn entree in een (doorgaans) onbekende wereld, namelijk in de wereld van hulp en zorgvragen. Een goede communicatie tussen het cliëntkoppel en de professional kan helpen om het revalidatietraject en daarmee het herstel, te optimaliseren. Een van de kenmerken van een goede communicatie is het vraaggericht werken. Hierbij staat het helder krijgen van de wensen van het cliëntkoppel en eventueel het concreet maken daarvan centraal. De vraaggerichte communicatie wordt echter bemoeilijkt wanneer er sprake is van een niet-aangeboren hersenletsel. De problemen met taal, oriëntatie en geheugen, maar ook een gebrekkig inzicht in het eigen functioneren beperken de mogelijkheden van de communicatie. Dikwijls neemt dan de vaste mantelzorger de rol van de cliënt over. De mantelzorger ‘vertaalt’ de wensen en vragen van de cliënt. De mantelzorger is daarmee een volwaardige partner in de dialoog geworden. Welke patronen zijn te herkennen in deze zogenoemde trialoog? Welke vaardigheden zijn nodig om de communicatie optimaal mogelijk te maken? Hoe kan de communicatie met de professional helpen om het hersteltraject zelf richting te geven? En vooral: helpt dat om ook het eigen leven weer vorm en kwaliteit te geven? Het onderzoek ‘Goeie snap van elkaar’ probeert op bovenstaande vragen een antwoord te vinden. De schrijver van dit artikel is mantelzorger van haar partner met een hersenletsel. Onderstaande casus is het eigen materiaal en aanleiding voor dit onderzoek. Dit artikel gaat in op de uitspraken van de geïnterviewde cliëntkoppels over de vaardigheden van de professionals. Er worden aanbevelingen en adviezen gegeven om de samenwerking met de professionals te verbeteren.
DOCUMENT
Veranderingen in de zorgsector volgen elkaar in rap tempo op. De zorgorganisatie Axion-Continu, gevestigd in de regio Utrecht, bouwt letterlijk en figuurlijk aan een nieuwe vorm van huisvesting. Bij de nieuwbouw en renovatie van woonzorgcentrum De Wartburg komen verschillende woonvormen samen. Een gesprek met Lex Roseboom, Raad van Bestuur en Huub Albreghs, Manager Facilitair Bedrijf en Bouw over woonzorg en welzijn anno 2012.
DOCUMENT