Despite several decades of Sport for All policies, opportunities for sports participation are still unequally divided, with certain socially disadvantaged groups having less access to sports. To reduce this gap, structural efforts are needed. A question that arises is what role nonprofit sports clubs can fulfill in this matter. In this study, first, it is explored how nonprofit sports clubs perceive their role and responsibility towards socially disadvantaged groups and how they act on it. Second, it is investigated which factors predict the presence or absence of efforts from nonprofit sports clubs for lowering barriers. For this second question, we focus on people living in poverty. Data are based on a survey among 580 nonprofit sports clubs throughout Flanders (Belgium). The findings indicate that the human resources capacity of the club is not the main barrier. It is argued that local sports authorities and sports federations have an important part to play in supporting and encouraging sports clubs in terms of social inclusionary policies, for example by instilling awareness.
LINK
For twenty years, typical outdoor lifestyle sports like rafting, snowboarding and rock climbing, which used to be exclusively practised in natural environments, are being offered in controlled artificial settings. This process can be described as 'the indoorisation of outdoor sports'. With this development, questions of authenticity arise. Are these new, commercial forms still authentic lifestyle sports? And can we consider the participants in these indoorised lifestyle sports as authentic? There has been a discussion about authenticity in lifestyle sports since its worldwide popularisation and it is worth to reconsider this discussion against the background of new, commercial versions of lifestyle sports. Therefore, in this paper a qualitative analysis is offered about the consumption of a constructed authenticity in a cultural context increasingly characterized by artificialization.
Background: Health-enhancing physical activity (HEPA) promotion programs are implemented in sports clubs. The purpose of this study was to examine the characteristics of the insufficiently active participants that benefit from these programs. Methods: Data of three sporting programs, developed for insufficiently active adults, were used for this study. These sporting programs were implemented in different sports clubs in the Netherlands. Participants completed an online questionnaire at baseline and after six months (n = 458). Of this sample, 35.1% (n = 161) was insufficiently active (i.e. not meeting HEPA levels) at baseline. Accordingly, two groups were compared: participants who were insufficiently active at baseline, but increased their physical activity to HEPA levels after six months (activated group, n = 86) versus participants who were insufficiently active both at baseline and after six months (non-activated group, n = 75). Potential associated characteristics (demographic, social, sport history, physical activity) were included as independent variables in bivariate and multivariate logistic regression analyses.
Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat de rol en bijdrage van de creatieve professional verandert. Niet alleen moet hij met steeds minder financiering toe, tegelijkertijd wordt er maatschappelijk een steeds grote beroep op hem gedaan. Gemeentes hebben hierin een grote rol. Steeds meer sturen zij hun cultuurbeleid vanuit de maatschappelijke meerwaarde van de creatieve industrie voor o.a. de domeinen gezondheid, welzijn en zorg. Juist zij zijn zich ervan bewust dat een weerbare en flexibele samenleving ontstaat wanneer mensen zich verbonden en gehoord voelen in juist die domeinen. Het is daarbij voor gemeentes van groot belang dat organisaties en zelfstandige ondernemers in deze sector inzicht hebben in de impact die ze veroorzaken en dat ze kunnen samenwerken om op die manier slagvaardiger een innovatieve, inclusieve en reflectieve samenleving te laten ontstaan en daarmee bijdragen aan het maatschappelijk verdienvermogen. In het versplinterde landschap in de regio van menig dorp en stad verhinderen goede samenwerking en een gezamenlijke focus op de regionale context vaak de innovatieve slagkracht van de creatieve industrie. Zo ook in de context van gemeente Het Hogeland. In deze aanvraag wordt een traject ontwikkeld waarin mkb cultuurorganisaties, amateurclubs en gesubsidieerde organisaties beter in staat worden gesteld om met elkaar deze rol op zich te nemen. In samenwerking met VRIJDAG Advies wordt in een traject van vier stappen met de deelnemers van dit platform in oprichting een ‘Sociaal Cultureel Waarden Canvas’ ontwikkeld, fungerend als empowerend instrument binnen dit platform. Het canvas kan beschouwd worden als een Key Enabling Methodology (KEM) vanuit een artistieke invalshoek met een academische methodische grondslag. VRIJDAG Advies heeft de intentie om deze aanpak ook in te zetten in andere contexten waarin het net als in Het Hogeland de bedoeling is dat verschillende culturele organisaties vanuit eigenheid en vanuit het appèl van de samenleving gaan samenwerken.
• Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat de rol en bijdrage van de creatieve professional verandert. Niet alleen moet hij met steeds minder financiering toe, tegelijkertijd wordt er maatschappelijk een steeds grote beroep op hem gedaan. Gemeentes hebben hierin een grote rol. Steeds meer sturen zij hun cultuurbeleid vanuit de maatschappelijke meerwaarde van de creatieve industrie voor o.a. de domeinen gezondheid, welzijn en zorg. Juist zij zijn zich ervan bewust dat een weerbare en flexibele samenleving ontstaat wanneer mensen zich verbonden en gehoord voelen in juist die domeinen. Het is daarbij voor gemeentes van groot belang dat organisaties en zelfstandige ondernemers in deze sector inzicht hebben in de impact die ze veroorzaken en dat ze kunnen samenwerken om op die manier slagvaardiger een innovatieve, inclusieve en reflectieve samenleving te laten ontstaan en daarmee bijdragen aan het maatschappelijk verdienvermogen. In het versplinterde landschap in de regio van menig dorp en stad verhinderen goede samenwerking en een gezamenlijke focus op de regionale context vaak de innovatieve slagkracht van de creatieve industrie. Zo ook in de context van gemeente Het Hogeland. In deze aanvraag wordt een traject ontwikkeld waarin mkb cultuurorganisaties, amateurclubs en gesubsidieerde organisaties beter in staat worden gesteld om met elkaar deze rol op zich te nemen. In samenwerking met VRIJDAG Advies wordt in een traject van vier stappen met de deelnemers van dit platform in oprichting een ‘Sociaal Cultureel Waarden Canvas’ ontwikkeld, fungerend als empowerend instrument binnen dit platform. Het canvas kan beschouwd worden als een Key Enabling Methode vanuit een artistieke invalshoek met een academische methodische grondslag. VRIJDAG Advies heeft de intentie om deze aanpak ook in te zetten in andere contexten waarin het net als in Het Hogeland de bedoeling is dat verschillende culturele organisaties vanuit eigenheid en vanuit het appèl van de samenleving gaan samenwerken.
Door verhalen kunnen kinderen leren zich te verplaatsen in andere mensen en ze kunnen andere werelden, culturen en denkbeelden leren kennen. Het begrijpen van verhalen vraagt om inlevingsvermogen in de verschillende perspectieven van de personages. Dit ‘zich verplaatsen in anderen’ laat zich verbinden met de burgerschapsopdracht in de Wet op het primair onderwijs. Volgens de Inspectie van het Onderwijs (2016) geven scholen invulling aan burgerschapsonderwijs, maar weinig plan- en doelmatig. Hier liggen dus kansen voor verbetering. In dit postdoc-onderzoeksvoorstel staat de vraag centraal hoe het werken met verhalen verdieping zou kunnen geven aan zowel het verhaalbegrip als aan burgerschapsvorming, specifiek aan inlevingsvermogen en multiperspectiviteit. Expliciet wordt gekeken hoe dit bij de jongste basisschoolkinderen kan. De onderzoeksvraag is ingebed in het Kenniscentrum Spelend en Onderzoekend Leren en wordt onderzocht door literatuurstudie en gerichte gesprekken met (aankomend) leerkrachten en leesexperts. Samen met (aankomend) leerkrachten worden handvatten en good practices ontworpen voor de inzet van verhalen bij het tegelijkertijd stimuleren van lees- en burgerschapsdoelen. Parallel hieraan wordt onderzocht hoe opleiders verhalen kunnen benutten om te werken aan multiperspectiviteit bij aankomend leerkrachten. Verwacht mag worden dat studenten die zelf hebben ervaren hoe verhalen kunnen bijdragen aan multiperspectiviteit en inlevingsvermogen dit ook gemakkelijker kunnen toepassen in hun eigen (lees)onderwijs. Dit onderdeel van het postdoc-onderzoek zal worden onderzocht door met studenten verhalen te lezen en focusgesprekken te voeren over hun leeservaringen, aangezien gebleken is dat teksten bediscussiëren goede mogelijkheden biedt om de visie van aankomend leerkrachten op cultureel sensitief lesgeven verder vorm te geven (Hall, 2009). Het onderzoek draagt bij aan de (inhoudelijke) verbinding tussen de onderzoekslijnen Diversiteit en Kritisch Burgerschap en Jonge Kind en integratie van doelen voor studenten in de opleiding. Het onderzoek levert diverse wetenschappelijke en publieksartikelen op, alsmede een website voor de onderwijspraktijk met een methodiek en good practices.