During the last twenty years, a remarkable new type of service has been developed in the world of sports, which can be described as the indoorisation of outdoor sports. Typical outdoor sports like climbing, skiing, surfing, rowing, and skydiving, which used to be exclusively practiced in a natural environment of mountains, oceans, rivers and the air, are now being offered for consumption in safe, predictable and controlled indoor centers. The present article emphasizes the rise of indoor lifestyle sports, such as rafting, snowboarding, skydiving and surfing. It discusses the conditions under and ways in which commercial entrepreneurs in the Netherlands have created this market, the meanings that they have ascribed to their centers and the dilemmas with which they have been confronted. It is argued that the rise of this economic market cannot be understood if it is solely interpreted as the result of economic, technological or natural developments. These economic activities were also embedded in and influenced by shared understandings and their representations in structured fields of outdoor sports, mainstream sports and leisure experience activities. A better understanding of the indoorisation of outdoor lifestyle sports can be achieved by recognizing how these structures and cultures pervaded the rise of this new market.
The Challenge Me intervention aimed to indirectly involve parents in a school-based intervention, by challenging primary school children to perform physical activity (PA) and nutrition-related activities with their parents. The aim of this study is to gain insight in whether this was a feasible strategy to engage children and parents, especially those of vulnerable populations. An exploratory cross-sectional study design was applied. Four primary schools implemented the intervention. Data consisted of challenges completed (intervention posters) and child and family characteristics (questionnaires and anthropometric measurements). Associations between challenges performed and child and family characteristics were assessed using linear regression analysis. Of the 226 study participants, 100% performed at least one challenge, and 93% performed at least one challenge involving parents. Children who performed more PA challenges were often younger, a sports club member, lived in higher socioeconomic status neighbourhoods, of Western ethnicity and from larger families. Regarding nutrition challenges involving parents, younger children performed more challenges. There was no difference in intervention engagement regarding gender, weight status, PA preference, healthy nutrition preference, or the Family PA and Family Nutrition Climate. Challenge Me has potential in involving parents in a school-based intervention. However, certain characteristics were associated with higher involvement
The Football Workshop Wageningen in The Netherlands originated from a care farm where people with mild intellectual disabilities and challenging behaviour spent time for day activities. Passionate about football, two social workers and a growing number of service users left the care farm to set up sheltered employment at the local football club SKV. Interestingly, this endeavour is at the intersection of sheltered employment, leisure and community. This chapter will be part of a monograph on social inclusion, the interface between leisure and work in relation to people with intellectual disabilities. This current manuscript is yet unpublished. Modifications are reserved for official publication. Please reference this unofficial publication as follows: Knevel, J., Van Ewijk, H., Kolthek, W. (2021). The Football Workshop. Utrecht: Utrecht University of Applied Sciences. Unpublished manuscript.
Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat de rol en bijdrage van de creatieve professional verandert. Niet alleen moet hij met steeds minder financiering toe, tegelijkertijd wordt er maatschappelijk een steeds grote beroep op hem gedaan. Gemeentes hebben hierin een grote rol. Steeds meer sturen zij hun cultuurbeleid vanuit de maatschappelijke meerwaarde van de creatieve industrie voor o.a. de domeinen gezondheid, welzijn en zorg. Juist zij zijn zich ervan bewust dat een weerbare en flexibele samenleving ontstaat wanneer mensen zich verbonden en gehoord voelen in juist die domeinen. Het is daarbij voor gemeentes van groot belang dat organisaties en zelfstandige ondernemers in deze sector inzicht hebben in de impact die ze veroorzaken en dat ze kunnen samenwerken om op die manier slagvaardiger een innovatieve, inclusieve en reflectieve samenleving te laten ontstaan en daarmee bijdragen aan het maatschappelijk verdienvermogen. In het versplinterde landschap in de regio van menig dorp en stad verhinderen goede samenwerking en een gezamenlijke focus op de regionale context vaak de innovatieve slagkracht van de creatieve industrie. Zo ook in de context van gemeente Het Hogeland. In deze aanvraag wordt een traject ontwikkeld waarin mkb cultuurorganisaties, amateurclubs en gesubsidieerde organisaties beter in staat worden gesteld om met elkaar deze rol op zich te nemen. In samenwerking met VRIJDAG Advies wordt in een traject van vier stappen met de deelnemers van dit platform in oprichting een ‘Sociaal Cultureel Waarden Canvas’ ontwikkeld, fungerend als empowerend instrument binnen dit platform. Het canvas kan beschouwd worden als een Key Enabling Methodology (KEM) vanuit een artistieke invalshoek met een academische methodische grondslag. VRIJDAG Advies heeft de intentie om deze aanpak ook in te zetten in andere contexten waarin het net als in Het Hogeland de bedoeling is dat verschillende culturele organisaties vanuit eigenheid en vanuit het appèl van de samenleving gaan samenwerken.
• Maatschappelijke ontwikkelingen zorgen ervoor dat de rol en bijdrage van de creatieve professional verandert. Niet alleen moet hij met steeds minder financiering toe, tegelijkertijd wordt er maatschappelijk een steeds grote beroep op hem gedaan. Gemeentes hebben hierin een grote rol. Steeds meer sturen zij hun cultuurbeleid vanuit de maatschappelijke meerwaarde van de creatieve industrie voor o.a. de domeinen gezondheid, welzijn en zorg. Juist zij zijn zich ervan bewust dat een weerbare en flexibele samenleving ontstaat wanneer mensen zich verbonden en gehoord voelen in juist die domeinen. Het is daarbij voor gemeentes van groot belang dat organisaties en zelfstandige ondernemers in deze sector inzicht hebben in de impact die ze veroorzaken en dat ze kunnen samenwerken om op die manier slagvaardiger een innovatieve, inclusieve en reflectieve samenleving te laten ontstaan en daarmee bijdragen aan het maatschappelijk verdienvermogen. In het versplinterde landschap in de regio van menig dorp en stad verhinderen goede samenwerking en een gezamenlijke focus op de regionale context vaak de innovatieve slagkracht van de creatieve industrie. Zo ook in de context van gemeente Het Hogeland. In deze aanvraag wordt een traject ontwikkeld waarin mkb cultuurorganisaties, amateurclubs en gesubsidieerde organisaties beter in staat worden gesteld om met elkaar deze rol op zich te nemen. In samenwerking met VRIJDAG Advies wordt in een traject van vier stappen met de deelnemers van dit platform in oprichting een ‘Sociaal Cultureel Waarden Canvas’ ontwikkeld, fungerend als empowerend instrument binnen dit platform. Het canvas kan beschouwd worden als een Key Enabling Methode vanuit een artistieke invalshoek met een academische methodische grondslag. VRIJDAG Advies heeft de intentie om deze aanpak ook in te zetten in andere contexten waarin het net als in Het Hogeland de bedoeling is dat verschillende culturele organisaties vanuit eigenheid en vanuit het appèl van de samenleving gaan samenwerken.
Door verhalen kunnen kinderen leren zich te verplaatsen in andere mensen en ze kunnen andere werelden, culturen en denkbeelden leren kennen. Het begrijpen van verhalen vraagt om inlevingsvermogen in de verschillende perspectieven van de personages. Dit ‘zich verplaatsen in anderen’ laat zich verbinden met de burgerschapsopdracht in de Wet op het primair onderwijs. Volgens de Inspectie van het Onderwijs (2016) geven scholen invulling aan burgerschapsonderwijs, maar weinig plan- en doelmatig. Hier liggen dus kansen voor verbetering. In dit postdoc-onderzoeksvoorstel staat de vraag centraal hoe het werken met verhalen verdieping zou kunnen geven aan zowel het verhaalbegrip als aan burgerschapsvorming, specifiek aan inlevingsvermogen en multiperspectiviteit. Expliciet wordt gekeken hoe dit bij de jongste basisschoolkinderen kan. De onderzoeksvraag is ingebed in het Kenniscentrum Spelend en Onderzoekend Leren en wordt onderzocht door literatuurstudie en gerichte gesprekken met (aankomend) leerkrachten en leesexperts. Samen met (aankomend) leerkrachten worden handvatten en good practices ontworpen voor de inzet van verhalen bij het tegelijkertijd stimuleren van lees- en burgerschapsdoelen. Parallel hieraan wordt onderzocht hoe opleiders verhalen kunnen benutten om te werken aan multiperspectiviteit bij aankomend leerkrachten. Verwacht mag worden dat studenten die zelf hebben ervaren hoe verhalen kunnen bijdragen aan multiperspectiviteit en inlevingsvermogen dit ook gemakkelijker kunnen toepassen in hun eigen (lees)onderwijs. Dit onderdeel van het postdoc-onderzoek zal worden onderzocht door met studenten verhalen te lezen en focusgesprekken te voeren over hun leeservaringen, aangezien gebleken is dat teksten bediscussiëren goede mogelijkheden biedt om de visie van aankomend leerkrachten op cultureel sensitief lesgeven verder vorm te geven (Hall, 2009). Het onderzoek draagt bij aan de (inhoudelijke) verbinding tussen de onderzoekslijnen Diversiteit en Kritisch Burgerschap en Jonge Kind en integratie van doelen voor studenten in de opleiding. Het onderzoek levert diverse wetenschappelijke en publieksartikelen op, alsmede een website voor de onderwijspraktijk met een methodiek en good practices.