Het verslag betreft het vervolgonderzoek naar de stand van zaken van de invoering van de code Goed Onderwijsbestuur per augustus 2010, na afloop van de overgangstermijn.
DOCUMENT
Goed Bestuur staat al enkele jaren volop in de belangstelling binnen het onderwijs. De branche-organisaties spelen een belangrijke rol bij het normeren en invoeren van Goed Bestuur in het onderwijs, elk in hun eigen sector. Met de inwerkingtreding van de wet ‘Goed onderwijs, Goed Bestuur’ (Staatsblad 2010, nr.80 en 282) is in het primair onderwijs de aandacht voor vraagstukken rond Goed Bestuur, intern toezicht en het sturen op kwaliteit nog sterker in het brandpunt van de belangstelling komen te staan. In 2010 stelde de PO-raad de Code Goed Bestuur Primair Onderwijs vast. Deze code geldt voor alle leden van de PO-raad volgens het principe van ‘pas-toe-of-leg-uit’.Deze eindrapportage van de monitor Goed Bestuur die in opdracht van de PO-raad uitgevoerd is, geeft zicht op de stand van zaken ten aanzien van de implementatie van de code Goed Bestuur in het Primair Onderwijstussen oktober2010 en oktober 2011. De gegevens zijn verzameld in 2010 en 2011 bijschoolbesturen en in 2011 ook bij intern toezichtsorganen in het primair onderwijs.
DOCUMENT
In mei 2008 heeft de grootste werkgeversorganisatie in het voortgezet onderwijs de code Goed onderwijsbestuur in het Voortgezet Onderwijs het licht doen zien. De aangesloten schoolbesturen hadden tot augustus 2010 de tijd deze code in te voeren. Uit dit onderzoek naar de ontwikkeling en de stand van zaken wat betreft de implementatie van de code blijkt dat driekwart van de responderende besturen bestuur en toezicht statutair gescheiden heeft. De implementatie van normen over beheersing van risico’s, verantwoording aan belanghebbenden, integriteit en transparantie blijft daar enigszins bij achter.
LINK