Dit rapport beschrijft uitvoerig een onderzoek naar mogelijkheden en opbrengsten van het inzetten van Professionele Simulatie Ontwerpsoftware in de bovenbouw van de basisschool. Deze casestudie is opgebouwd in vijf fasen waarvan de laatste fase antwoord geeft op de kracht van dit instrument voor het onderwijs. De studie mikt zowel op de didactische inzetbaarheid door de leerkracht als de bijdrage aan het ontwikkelen van denkvaardigheden bij leerlingen. De studie past in het onderzoek naar Mindtools en DME's en is grensverleggend in vergelijking tot gangbaar gebruik van ICT. De gebruikte software is van een hoog abstractieniveau maar blijkt door leerlingen al goed te gebruiken om hun talenten aan te spreken. In de eindconclusies worden perspectiefvolle resultaten genoemd. In de rapportage wordt ook geanticipeerd op verdere ontwikkelingen. Tijdens de casestudie zijn immers aanwijzingen gevonden dat leerlingen zeer geboeid kunnen zijn door het gebruik, dat ze sterke cognitieve redenatiepatronen kunnen opbouwen, analytische vaardigheden toepassen, dat ze uitvoerige kritische discussies met elkaar aangaan enz. Met andere woorden een dergelijk pakket zet leerlingen bij de juiste instrumentatie en begeleiding wel aan tot hoger orde denken. De abstracties van een dergelijk pakket gaat sommige leerlingen goed af. Ze vinden uiteindelijk de 3D weergave wel de kers op de appelmoes. Inzetten van dit soort software kan zeker aangemerkt worden als onderwijs inhoudelijk transitief. Het is interessant om t.z.t de diverse video-opnames uitvoeriger te analyseren op zowel de cognitieve als onderwijskundige opbrengsten. In de bijlagen zijn ontwikkelde ondersteunende materialen en resultaten van leerlingen opgenomen.
DOCUMENT
Er komt steeds meer aandacht voor de stem van mensen die leven met dementie of met een milde cognitieve beperking (Het is namelijk onvoldoende bekend hoe het alledaags leven door hen zelf vanuit hun insiders perspectief daadwerkelijk ervaren wordt Het doel van dit onderzoek was om alledaagse ervaringen en wat daar in belemmert of ondersteunt, te verkennen van mensen die leven met dementie of MCI en thuis wonen.
DOCUMENT
There is a central dilemma embedded in the relationship between teachers and researchers. Teachers know the story of the classroom well, but they are seldom asked to tell their stories, nor do they usually have the opportunity. Researchers, on the other hand, are skilled at telling certain things about classrooms, but they often miss the central stories that are there. This divergence can lead to different opinions on what teaching is about and what is important within it. To bridge this gap, we describe an approach which puts the teacher and the student at the centre. With respect to emotional and behavioural problems of students, we underline the notion of student-teacher compatibility, deriving from theories emphasizing the transactional/reciprocal nature of human behaviour. One of the aims of the Lectorship and Knowledge Network Behavioural Problems in School Practice, is to identify at-risk-teachers (i.e. those most vulnerable to the presence of behaviourally challenging students and parents) so that interventions, both in initial teacher training as well as in inservice training can be applied to help them develop adequate attitudes and coping-skills. In clinical supervision, peer coaching or reflective practice, these teachers can be helped to consider in what way student and parental problem behaviour contribute to their loss of satisfaction, their feelings of self doubt, perceived disruption of the teaching process, and their frustration working with parents.
DOCUMENT
Anne4Care is een virtuele assistent ontwikkeld door Virtual Assistant BV. Zij biedt ondersteuning aan mensen met cognitieve problemen bij het behouden van dagstructuur, het onderhouden van sociale contacten en uitvoeren van betekenisvolle dagactiviteiten. De instructiematerialen zijn in de Nederlandse taal beschikbaar en gericht op gebruikers met een Nederlandse achtergrond. Anne4Care wordt op dit moment geïmplementeerd bij een dagbesteding van IMEAN Care in Almelo voor migrantenouderen. IT-professionals van Anne4Care en de zorgprofessionals van de dagbesteding van IMEAN hebben behoefte aan instructiematerialen en leermethoden die aansluiten op de behoeften van de groep migrantenouderen. Met als doel de introductie, acceptatie en het gebruik van Anne4Care zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Dit zal resulteren in een betere ondersteuning van migrantenouderen en daarmee sociale inclusie en zinvolle dagbesteding bevorderen. Het consortium bestaat uit mbk-partners IMEAN Care (praktijk) en Virtual Assistant BV (technologieontwikkelaar) en de lectoraten Technology, Health & Care en Verpleegkunde van hogeschool Saxion. Samen met eindgebruikers (migrantenouderenouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals) worden instructiematerialen en leermethoden ontwikkeld voor het gebruik van Anne4Care. Op basis van (1) observationeel en (2) literatuuronderzoek wordt een programma van eisen opgesteld. Vervolgens worden in co-creatie met eindgebruikers de instructiematerialen en leermethoden ontwikkeld en geëvalueerd. Tot slot zal virtuele assistent Anne4Care zelf een rol krijgen als instructrice waarbij een onboarding faciliteit wordt gecreëerd. De resultaten van dit project zijn: - Programma van eisen waaraan de instructiematerialen en leermethoden aan moeten voldoen - Instructiematerialen en leermethoden passend bij de wensen en behoeften van migrantenouderen, hun mantelzorgers en zorgprofessionals - Onboarding faciliteit op de tablet: Anne4Care als ‘instructrice’ in eigen (Turkse) taal - Inzicht in het gebruik en het gemak van Anne4Care en de instructiematerialen - Inzicht in de invloed van de instructiematerialen en leermethoden op het gebruik van Anne4Care.
In dit project ga ik met conservatoriumstudenten onderzoeken hoe zij kunnen leren om muzieklessen te geven waarin zij meer cognitieve autonomie verlenen aan hun leerlingen. De theoretische basis ligt in de Curious Minds benadering waarin talent niet gezien wordt als een eigenschap van een persoon maar als een dynamisch, emergent fenomeen dat je als docent kunt ontlokken door ruimte te geven, structuur te bieden, flexibel te ondersteunen en door talentgerichte taken te ontwerpen. Studenten en docenten leren in dit project door het samen analyseren van videomateriaal van door studenten gegeven muzieklessen.
Iedereen wil lekker slapen, maar voor mensen met cognitieve klachten is dit een uitdaging. Het doel van dit project is om (migranten)ouderen met cognitieve uitdagingen te ondersteunen bij het zo lang mogelijk thuis wonen, met oog voor de belasting van de mantelzorger(s). De veranderingen in de zorg en samenleving zorgen ervoor dat zo lang mogelijk thuis wonen het uitgangspunt is. Dit legt een grotere druk op het sociale netwerk van (migranten)ouderen. Zeker wanneer er sprake is van cognitieve problemen, zoals dementie, is de druk op de mantelzorg erg hoog. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat er bij problemen met de cognitie verstoring van het nachtritme kan ontstaan. Dat zorgt bijvoorbeeld voor het ’s nachts of heel vroeg ontwaken, waarna er sprake kan zijn van dwalen. Vanzelfsprekend kan dit leiden tot onveilige situaties en onrustige nachten voor de mantelzorger(s). De nachtelijke onrust is een belangrijke factor voor een verhoogde zorglast en vaak een omslagpunt waarop de mantelzorgers het niet langer aankunnen. In dit project wordt middels een participatief design samen met de doelgroep in verschillende werkpakketten gewerkt aan het vinden, optimaliseren, integreren, implementeren en testen van (bestaande) technologische oplossingen en daaraan gerelateerde diensten. Ouderen, migranten en mensen met een lage sociaal economische status hebben een groter risico op het hebben van gezondheidsvaardigheden, daarom is voor deze groep speciale aandacht in dit project. Het hebben van onvoldoende gezondheidsvaardigheden is een belangrijke oorzaak van gezondheidsverschillen. In dit project wordt bijgedragen aan het verkleinen van gezondheidsverschillen. Opgehaalde ervaringen, kennis en resultaten zullen middels verschillende kennisdragers worden verspreid. Hiervoor wordt ook gewerkt aan materiaal dat geschikt is voor mensen die laaggeletterd zijn of de Nederlandse taal niet volledig machtig zijn.