De combinatiefunctionaris heeft als doel meer rendement te halenuit de driehoek buurt, onderwijs en sport. Het Instituut voor Sportstudiesvan de Hanzehogeschool draait op dit moment proeftuinprojectenin samenwerking met de gemeente Groningen. “Om heteffect te vergroten koppelen wij ‘sportteams’ met studenten aanelke combinatiefunctionaris,” geeft projectleider Hiske Wiggershet doel van de proeftuinen aan. Samen met collega Arjan Taaijleidt zij een pilot om te kijken hoe er het beste met de nieuwefunctie omgegaan kan worden. In Groningen wordt op een iets anderemanier invulling gegeven aan de combinatiefunctie, waarbijhet belangrijk is om te onderzoeken en te leren van de proeftuinprojecten.
DOCUMENT
In september 2013 is het project Brabantse Basisscholen in Beweging van start gegaan. Een samenwerking tussen Fontys Sporthogeschool, de provincie Noord-Brabant en de steden Eindhoven, Tilburg, Helmond, Den Bosch en Breda. Doel van het project is het vergroten van beweegkansen vanuit de schoolomgeving voor leerlingen op de basisschool. Tegelijkertijd biedt het project echter ook een groot aantal betekenisvolle en contextrijke stageplekken voor studenten HBO en WO, bijvoorbeeld als combinatiefunctionaris of als onderzoeker.
DOCUMENT
Dit onderzoek naar de Combinatiefunctionarissen Sport in de Gemeente Emmen is uitgevoerd in de periode mei 2009 tot februari 2010. Het oorspronkelijke onderzoeksvoorstel is in overleg met opdrachtgever tussentijds bijgesteld en kende uiteindelijk twee fasen.- Fase 1: Verkennend onderzoek onder beleidsmakers van de gemeente Emmen en Combinatiefunctionarissen Sport uit drie wijken/dorpen. Doel hierbij was om in kaart te brengen hoe de werkwijze van de Combinatiefunctionarissen – gelet op de vijf door de gemeente Emmen aangegeven resultaatgebieden1– in de praktijk is en idealiter zou moeten zijn volgens betrokkenen. Daarnaast moest inzicht worden verschaft in relevante landelijke praktijkvoorbeelden op brede scholen op die vijf resultaatgebieden.- Fase 2: Inventariserend onderzoek onder leerkrachten, kinderen en ouders naar de huidige stand van zaken m.b.t. sport, bewegen en gezondheid in de wijk Emmermeer alsmede de ervaringen en meningen over (de werkwijze van) de Combinatiefunctionaris Sport in deze wijk. Tevens is er onderzoek gedaan naar de mate waarin er sprake is in de wijk Emmermeer van de groep ‘niet-vanzelfsprekende- bewegers’ en hoe deze zich kenmerkt.In dit eindrapport worden de bevindingen uit deze twee fasen gepresenteerd. Het rapport wordt afgesloten met een hoofdstuk ‘ aanbevelingen’ waarin wordt geput uit beide fasen. Daarnaast geldt dit eindrapport als input voor twee bijeenkomsten georganiseerd door de gemeente Emmen, één bijeenkomst voor alle Combinatiefunctionarissen Sport uit de gemeente en één bijeenkomst op wijkniveau Emmermeer met betrokkenen.De onderzoekers bevelen de opdrachtgever Gemeente Emmen aan deze rapportage tevens intern met sleutelfiguren van de afdeling sport en het project bredeschool ontwikkeling te bespreken.
DOCUMENT
Binnen V.V. De Meern is in 2010 een maatschappelijke tak binnen de vereniging in het leven geroepen, V.V. De Meern Betrokken genaamd, met als motto: ‘Ontwikkel jezelf, ontwikkel je club’. Middels deze tak binnen de vereniging levert V.V. De Meern op verschillende manieren een brede maatschappelijke bijdrage. Door een subsidie van het Oranje Fonds zag de vereniging de mogelijkheid om in een pilot een aanpak te ontwikkelen die past bij kwetsbare jongeren en bij de vereniging. Dit project, Trainerskracht genaamd, heeft als doelstelling om jongeren tussen de 16 en 27 jaar die laag op de participatieladder staan de mogelijkheid te bieden om op basis van hun passie (voetbal) hun sociale en maatschappelijke vaardigheden te ontwikkelen. Inzet van het project is het leveren van een bijdrage aan het vergroten van de competenties van de deelnemende jongeren zodat zij op een of meerdere leefgebieden hun situatie verbeteren. Door vaardigheden die de jongeren ontwikkelen binnen het project kunnen ze wellicht ook op andere leefgebieden beter gaan functioneren; bijvoorbeeld doordat zij meer vertrouwen krijgen in eigen kunnen, zetten ze mogelijk de stap om weer naar school te gaan. In het project doen de jongeren als hulptrainer praktische ervaring op in het geven van trainingen aan kinderen die op de wachtlijst staan bij V.V. De Meern, een groeiende vereniging. Ook krijgen zij een trainerscursus aangeboden. Indien nodig is er ondersteuning op andere leefgebieden bijvoorbeeld in de vorm van huiswerkbegeleiding. De werving en de begeleiding van de jongeren wordt gedaan door stagiairs van de Hogeschool Utrecht onder begeleiding van de combinatiefunctionaris van de vereniging.
DOCUMENT
Vanwege de achterblijvende aantallen lidmaatschappen bij sportverenigingen van Utrechtse jeugdigen in de wijken Zuid, Noordwest, Overvecht en Zuidwest, is de gemeente Utrecht enkele jaren geleden gestart met het opzetten van zogenaamde buurtsportclubs. Buurtsportclubs hebben het doel om meer jeugdigen uit deze wijken naar de sportverenigingen toe te leiden. Buurtsportclubs zijn een tussenstap naar het traditionele sportaanbod op de verenigingen. Kinderen kunnen er tegen gereduceerd tarief aan verschillende sporten in hun buurt deelnemen, waardoor ze op laagdrempelige wijze kennis maken met verschillende sporten en hierdoor de mogelijkheid wordt geboden door te stromen naar een sportvereniging. Op deze wijze kunnen de kinderen dicht bij huis en tegen een klein bedrag sporten uitproberen en kunnen sportverenigingen meer bekendheid genereren in wijken met veel potentiele (jeugd)leden. De gemeente zou graag meer inzicht willen hebben in het bereik en effect van de buurtsportclubs. De opzet en het resultaat van de buurtsportclubs als ‘tussenstation’ naar de reguliere verenigingen lijken nog niet optimaal.
DOCUMENT
Een coalitie van V.V. De Meern, Hogeschool Utrecht en sportwelzijnsorganisatie Harten voor Sport heeft in 2014 het project Trainerskracht opgezet. Per september 2016 zijn omnivereniging Zwaluwen Utrecht 1911 en korfbalvereniging Synergo aangesloten. Bij dit project worden deelnemers met passie voor sport, maar met problemen op andere leefgebieden opgeleid als trainer. Het doel is dat deelnemende jongeren1 een groei doormaken op andere leefgebieden, zoals school of werk. In samenwerking met onder andere jongerenwerk, welzijnsinstellingen en scholen in de gemeente Utrecht bereikt Trainerskracht een brede doelgroep. In de eerste fase van het traject geven ze voetbal- of korfbaltraining aan kinderen. Dit zijn bijvoorbeeld kinderen die op de wachtlijst staan van de sportvereniging. Daarnaast participeren de deelnemers als begeleider in de door Harten voor Sport georganiseerde activiteiten in verschillende wijken van Utrecht.
DOCUMENT
Special Heroes is een sportstimuleringsprogramma die zich richt op kinderen in het speciaal onderwijs. Het doel is om deze kinderen te laten ervaren hoe leuk sport kan zijn en daarbij de sportdeelname van deze doelgroep te verhogen. Om dit te bereiken wordt de stap naar de vereniging verkleind door de sportvereniging clinics te laten geven op speciaal onderwijs scholen. De monitor van dit sportstimuleringsproject in het cluster 4 geeft aan dat de kinderen hebben ervaren hoe leuk sport kan zijn en heeft een aantal aspecten in kaart gebracht die sportdeelname bij deze doelgroep kan verhogen. Publicatie In opdracht van de programmaorganisatie Special Heroes (samenwerkingsverband van Stichting Onbeperkt Sportief, NOC*NSF en PO-raad)
DOCUMENT
Van Jeugdzorg naar oplossingen beschrijft de mogelijkheden om door samenwerking met jeugdzorg en onderwijs het product te verbeteren en tevens de waarde van de sportvereniging te verhogen voor alle belanghebbenden. Sport is een plezierige belevenis door Physieke Prestaties met Partners. Daarnaast bevat sport een groot scala van additionele producten waarmee de persoonlijke ontwikkeling van kinderen kunnen worden verbeterd, alsmede de socialisatie en nog veel maatschappelijke bijproducten. Door de verbetering van deze additionele waardes ontstaat vanzelf een beter hoofdproduct. Onderwijs en Jeugdzorg kunnen hier een belangrijke bijdrage in leveren. Anderzijds kan de sportvereniging een belangrijke tegenprestatie leveren ten gunste van de ontwikkeling en het geluk van kinderen. Hierdoor krijgt de subsidie een draagvlak waarmee verenigingen beoordeeld kunnen worden. Synergie is hierbij het sleutelwoord, door samenwerking ontstaan nieuwe processen of leiden ze tot kostenreductie. De productiviteit en dus de meerwaarde van verenigingen kan toenemen door deze verhoogde effectiviteit en efficiency. Organisatorisch zal er ruimte moeten worden gemaakt voor de pedagogisch- en zorg-coördinator. Met een beter informatiesysteem krijgt jeugd een meer centrale positie die sturend kan worden voor de ontwikkeling. Per regio of zorggebied kan een intensieve samenwerking worden gestimuleerd van zelfsturende teams met doelstellingen op projectbasis. Vanuit het onderwijs en de jeugdzorg kan de participatie bij jeugdverenigingen worden gestimuleerd. Verenigingen krijgen nu veel, volle en vaste leden/ vrijwilligers die vaker komen waarmee de positionering duidelijker wordt.
MULTIFILE
Met medewerking van: Guust van Gennip, Rowan Kuper en Luc van ’t Oever. Studenten CMV, Hogeschool Utrecht. Met dit verslag van het onderzoekstraject naar onze maatschappelijke opbrengsten zetten we een eerste stap naar het beschrijven en onderbouwen van de attributie van Harten voor Sport aan de huidige ontwikkelingen van het sport- en beweeggedrag van Utrechters. Met andere woorden: welk effect heeft het werk van Harten voor Sport op het vergroten van de sport- en beweegparticipatie in Utrecht en welke andere effecten zijn waar te nemen. Daarnaast dient het als ‘horizontale verantwoording’; welke kwaliteiten kennen de partners in de wijk toe aan de programma’s van Harten voor Sport en hoe ervaren zij de samenwerking
DOCUMENT
Onderzoek naar de effectiviteit van verenigingsondersteuning in de provincie Groningen in opdracht van Sportplein Groningen en de provincie. Op basis van focus groepen en interviews is er gekeken in welke mate verenigingsondersteuners de ruimte krijgen en nemen om zichzelf te ontwikkelen, kennis uit te wisselen en inzicht hebben in de effecten van hun interventies bij sportverenigingen.
DOCUMENT