Juist in tijden waarin we allemaal dag in dag uit achter een schermpje zitten, is een gemeenschapsgevoel belangrijk. Marca Wolfensberger, lector aan de Hanzehogeschool en honourscoördinator van de faculteit Geowetenschappen en UU-bachelorstudent Marte Vroom doen onderzoek naar communityvorming in het hoger onderwijs in coronatijd. Zij raden aan studenten meer te betrekken bij hun eigen onderwijs en komen met vier tips.
MULTIFILE
Sinds de coronapandemie is een transformatie gaande in het hoger onderwijs. Door de coronamaatregelen is een leeromgeving ontstaan die soms geheel online is, blended of hybride. Deze afgedwongen transformatie vraagt om flexibiliteit en inventiviteit. De meeste docenten zijn immers niet geschoold in online lesgeven. Toch krijgen docenten meer voor elkaar dan ooit gedacht. We missen echter de ‘chemie in de klas en het kletsen bij de koffieautomaat’, zo blijkt uit onderzoek. Na tien maanden coronacrisis zitten we met een paradox: er kan meer dan gedacht én dit moet niet zo blijven. In dit essay wordt, gebaseerd op onderzoek, literatuur en gesprekken, gereflecteerd op community, op onze huidige situatie en vooruitgekeken: hoe kunnen we ons voorbereiden op post-corona onderwijs wat betreft het communityaspect.
DOCUMENT
Student-peercoachingsprogramma. Students4Students draagt bij tot...
DOCUMENT
DOCUMENT
De onderzoekslijn Studiesucces heeft verschillende onderzoeken gedaan naar zomercursussen bij Hogeschool Inholland. In deze poster staan de bevindingen van de onderzoeken die we uitvoerden voor de zomercursus Wiskunde bij de opleiding Luchtvaarttechnologie, de zomercursus Rekenen, Taal & Studievaardigheden bij de opleiding Finance & Control en het Kick-Start College van alle opleidingen op de locatie Rotterdam. De studenten waren tevreden en hun prestaties verbeterden daadwerkelijk.
DOCUMENT
Summary (English):Current planning policies place great expectations on citizen participation to resolve complex societal and spatial challenges such as urban renewal and housing development. This essay explores what transitions in citizen participation have taken place on this issue in the Netherlands and to what extent citizen participation in its current form can address the complex socio-spatial challenge of providing affordable housing in cities.The essay introduces a paradox of the transition in participation in housing development in the Netherlands as part of broader transformations in Dutch spatial planning and development: in spite of increased institutionalization of participation, the actual citizens seem to have been served less and less. There is potential for the inclusion of citizen participation in the planning processes to encourage acceptance where resource distribution creates conflicts (i.e. affordable housing markets and lack of supply) for more effective cooperation during implementation. However, giving citizens more say in small parcels of spatial development does not disguise and overrule the structural forces in policy and real estate market trends that have grown in the last decades and push out lower and middle income groups from the city.This essay reviews state-of-the-art literature on the evolution of citizen participation, co-creation, and decision-making structures and processes in spatial planning and housing, and discusses participation trajectories in urban developments with housing functions in Amsterdam (Havenstraatterrein, Marineterrein) and Groningen (Suikerunie, Ebbinge), and Almere (Oosterwold) to showcase the paradoxical transition.__Summary (Dutch):Participatie krijgt een steeds prominentere rol in het oplossen van complexe maatschappelijke en ruimtelijke uitdagingen, zoals stedelijke vernieuwing en de ontwikkeling van woningen. Dit essay verkent welke veranderingen zich hebben voorgedaan in de rol die burgers spelen in woningontwikkeling in Nederland en in hoeverre participatie in de huidige vorm helpt om voldoende betaalbare woonruimte te ontwikkelen in de stad.Het essay schetst een paradoxale transitie op het gebied van participatie in de woningbouw in Nederland. De transitie is onderdeel is van grotere veranderingen in ruimtelijke ordening en ruimtelijke ontwikkeling in Nederland. Ondanks toenemende aandacht voor en institutionalisering van participatie in plan- en ontwikkelingsprocessen, lijkt het erop dat de burger die het meest de hulp van de overheid nodig heeft om passende woonruimte te vinden, steeds meer het nakijken heeft gekregen. Burgers een grotere rol geven in de planprocesen en planuitvoering kan helpen de acceptatie van plannen waarin schaarse middelen worden verdeeld, te vergroten. Tot nu toe echter blijft de inspraak van burgers beperkt tot kleine, specifieke gebieden. Deze uitzonderingen bieden onvoldoende tegenwicht aan de structurele krachten in beleid, grond- en vastgoedmarkten die midden- en lagere inkomens de afgelopen jaren steeds verder de stad uit hebben gedreven.Dit essay schetst op basis van literatuurstudie de grote lijnen in de ontwikkeling van woningontwikkeling en participatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Op basis daarvan beschouwt het essay de ontwikkeling van participatie, co-creatie en besluitvorming in gebiedsontwikkeling in Amsterdam (Havenstraatterrein, Marineterrein), Groningen (Suikerunie, Ebbinge) en Almere (Oosterwold) om de paradoxale transitie die plaatsvindt in participatie in gebiedsontwikkeling en woningbouw te illustreren.
DOCUMENT
Deze handreiking is bedoeld als een hulpmiddel voor het gesprek binnen deopleiding, of bijvoorbeeld een faculteit, school of academie. Het gesprek kannieuwe ideeën opleveren om de cultuur van excellentie te bevorderen. Het kaner ook toe leiden dat er tegenstrijdigheden worden gesignaleerd in de bestaandesituatie die veranderd zouden moeten worden. Het is geen handleiding omstap voor stap tot een cultuur van excellentie te komen. Het kan wel leidentot nieuwe ideeën en verbetermaatregelen. Daarom sluit elk hoofdstuk af metde vraag: wat gaan we doen? Door aandacht te geven aan deze vraag leidt hetgesprek tot verandering.
DOCUMENT
Deze infosheet onderbouwt de meerwaarde van studentparticipatie voor hbo instellingen. Daarnaast schetsen we een theoretisch kader voor studentparticipatie en potentiële richtingen voor vervolgonderzoek.
DOCUMENT