Onderzoek in opdracht van het Kenniscentrum NoorderRuimte. Het praktijkdoel is het opzetten van een kennisnetwerk en het onderzoeken naar het huidige onderwijsaanbod op het gebied van gebiedsontwikkeling en te onderzoeken in hoeverre dit aansluit op het vak van gebiedsontwikkelaar. Met dit onderzoek wordt het fundament gelegd om met vervolgonderzoek verder aan het praktijkdoel te kunnen werken. De centrale vraag van dit onderzoek luidt: Wat zijn de kenmerken van de sociale en de fysieke taken van de gebiedsontwikkelaar?
OBJECTIVES: To study (i) the association of general self-efficacy (GSE) on the course of subjective (i.e. basic and instrumental activities of daily living (ADLs and IADLs) and objective physical performance outcomes (short physical performance battery (SPPB)) among older persons from discharge up to 3 months post-discharge and (ii) the extent to whether motivational factors such as depressive symptoms, apathy and fatigue mediate this association.METHODS: Prospective multi-centre cohort of acutely hospitalised patients aged ≥70 (Hospital-ADL study). Structural equation modelling was used to analyse the structural relationships.RESULTS: The analytic sample included 236 acutely hospitalised patients. GSE had a significant total effect on the course of subjective and objective performance outcomes (ADLs: β = -0.21, P < 0.001, IADLs: β = -0.24, P < 0.001 and SPPB: β = 0.17, P < 0.001). However, when motivational factors as mediator were included into the same model, motivational factors (IADLs: β = 0.51, P < 0.001; SPPB: β = 0.49, P < 0.001) but not GSE remained significantly associated with IADLs (β = -0.06, P = 0.16) and SPPB (β = 0.002, P = 0.97). Motivational factors partially mediated the relationship between GSE and ADLs (β = -0.09, P = 0.04). The percentage of mediation was 55, 74 and 99% for ADLs, IADLs and SPPB, respectively.CONCLUSIONS: Motivational factors and GSE are both associated with subjective and objective performance outcomes. However, the relationship between GSE and subjective and objective performance outcomes was highly mediated by motivational factors. Taken together, this suggests that GSE is important to being physically active but not sufficient to becoming more physical active in acutely hospitalised older patients; motivation is important to improving both subjective and objective performance.
Cliëntgecentreerde zorg vormt binnen de Nederlandse gezondheidszorg een belangrijk thema, dat in de praktijk niet eenvoudig uit te voeren blijkt. Ook het multidisciplinaire pijnteam van Adelante te Hoensbroek wil cliëntgecentreerde zorg verder vorm geven in de dagelijkse praktijk. Bij cliëntgecentreerde zorg bepalen niet de zorgverlener en het beschikbare aanbod de inhoud van de zorg, maar wordt in samenspraak met de cliënt gekeken naar wat de cliënt in zijn situatie en met zijn mogelijkheden nodig heeft. Uit onderzoek in de thuiszorg is naar voren gekomen dat de professionals voor cliëntgecentreerde zorg over een aantal specifieke competenties moeten beschikken, namelijk het zorgproces uitvoeren in dialoog, bevorderen cliëntparticipatie en omgaan met spanningsvelden. Bij de competentie ‘Zorgproces in dialoog’ is samenwerking met de cliënt en gezamenlijke besluitvorming van belang; bij het ‘Bevorderen van cliëntparticipatie’ ondersteunt en motiveert de zorgverlener de cliënt om deel te nemen aan het zorgproces en bij het ‘Omgaan met spanningsvelden’, ten slotte, kan de professional omgaan met organisatorische en persoonlijke grenzen en met ethische dilemma’s.