Stichting MEION (Mens in Ontwikkeling) is een welzijnsorganisatie in de gemeente Den Haag die zich richt op het geven van optimale ontwikkelingskansen aan jeugdigen. Dit doen ze onder andere in buurthuis ‘Ons Pandje’, waar jongeren samenkomen en activiteiten kunnen doen. Om de ondersteuning verder te verbeteren, heeft De Haagse Hogeschool onderzoek gedaan naar hoe jongeren de ondersteuning beleven. De onderzoeksvraag die daarbij centraal stond was: In welke mate draagt het aanbod van het buurthuis van Stichting MEION bij aan het vergroten van de competentiebeleving van jongeren? Om deze vraag te beantwoorden interviewden tweedejaarsstudenten Pedagogiek van De Haagse Hogeschool negentien jongens die in het buurthuis komen. Ze vroegen hen naar hun betrokkenheid bij het buurthuis, naar de verschillende competentiedomeinen en wat het buurthuis kon verbeteren. De studenten transcribeerden de interviews en de onderzoekers analyseerden deze vervolgens kwalitatief. We concluderen dat het buurthuis volgens de jongens een belangrijke bijdrage levert aan hun competentiebeleving. Daarbij zijn de jongerenwerkers de spin in het web, maar ook het contact met de wijkagent, de huiswerkbegeleiding, het contact tussen jongeren onderling en de workshops dragen hieraan bij. In het rapport doen we enkele aanbevelingen om de begeleiding verder te verbeteren.
MULTIFILE
Jeugdformaat biedt residentiële jeugdhulp aan in de regio Haaglanden, bestaande uit logeerhuizen, aanleunwoningen en zelfstandige studio’s (HAT). Jeugdformaat wil weten hoe het met jongeren gaat die de logeerhuizen hebben verlaten. Met dit onderzoek trachten we deze vraag te beantwoorden. In het onderzoek is het sociaal-competentiemodel als kader gebruikt, omdat Jeugdformaat in de logeerhuizen vanuit dit model werkt. Dit model gaat er vanuit dat er voor elke levensfase bepaalde ontwikkelingstaken zijn die een kind dient te volbrengen om zich goed te kunnen ontwikkelen. Jongeren kijken verschillend terug op de begeleiding door Jeugdformaat. De uitdaging voor Jeugdformaat zit vooral in het bieden van maatwerk: wat heeft welke jongere op welk moment aan begeleiding nodig? Jongeren zijn over het algemeen tevreden over de begeleiding bij onderwijs en werk, hun fysieke gezondheid en uiterlijke verzorging. Daarnaast vertellen enkele jongeren spontaan over de aandacht voor hun mentale gezondheid. Daarentegen is er volgens jongeren onvoldoende aandacht voor het onderhouden van vriendschappen en relaties en voor het zinvol invullen van hun vrije tijd. Alle jongeren hadden begeleiding nodig bij het vormgeven van de relaties met hun ouders en familie. Stimulering van het contact, begeleiding bij contactmomenten, reflectie op de contactmomenten en respect voor hun wensen rondom het contact hielpen daarbij. Wat betreft de veiligheid op de groep vinden jongeren het belangrijk dat algemene ruimtes schoon zijn en dat vriendschappen op de groep niet gestimuleerd worden. Daarnaast zeggen ze dat er streng gecontroleerd zou moeten worden op alcohol en drugs op de groep en op (seksuele) relaties tussen groepsgenoten, om zo ongewenste en onveilige situaties te voorkomen. Tenslotte vinden jongeren een goede voorbereiding op zelfstandigheid na hun verblijf bij Jeugdformaat belangrijk. Zij hebben hulp nodig bij het vinden van een geschikte woning, het leren omgaan met hun financiën en bij het vinden van hun weg naar instanties en regelingen die er zijn om hen te ondersteunen.
MULTIFILE
Bijna 40% van de basisschoolleerlingen voldoet niet aan de beweegrichtlijnen. Beweegplezier is een bekende stimulans voor het verhogen van deelname aan beweeg activiteiten. Vakleerkrachten bewegingsonderwijs geven echter aan niet inzichtelijk te hebben of hun lessen bijdragen aan het ervaren van beweegplezier. Dit project beoogt vakleerkrachten bewegingsonderwijs te ondersteunen door het plezier van kinderen tijdens het bewegingsonderwijs inzichtelijk te maken en te achterhalen welke factoren hieraan bijdragen. In dit vooronderzoek presenteren we de samenhang tussen beweegplezier en competentiebeleving.Methode: 194 kinderen uit groep 3 en 4 beantwoorden een vragenlijst over vier beweegactiviteiten: het bewegingsonderwijs, pauze, naschools buitenspelen en deelname aan een sportvereniging. De kinderen scoorden hun beweegplezier en competentiebeleving op een vijfpunts likertschaal, die visueel gepresenteerd was in de vorm van smileys.Resultaten: Kinderen scoorden het hoogst op plezier en competentiebeleving tijdens het bewegingsonderwijs. De meeste kinderen scoorden de 4e of 5e smiley voor plezier (92%) en competentiebeleving (77%). Plezier en competentiebeleving correleerden significant tijdens het bewegingsonderwijs (r=0.33), de pauze (r=0.45), het buitenspelen (r=0.57) en beweegactiviteiten bij de sportvereniging (r=0.47).Discussie en conclusie: De relatief lage correlatie tussen plezier en competentiebeleving tijdens bewegingsonderwijs wijst erop dat additionele factoren bijdragen aan plezierbeleving in de lessen. In samenwerking met de zes ALO’s gaan we in een vervolgtraject kijken naar dergelijke additionele factoren. We zullen onder andere onderzoek doen naar de relatie tussen plezierbeleving en vier dimensies van het pedagogisch sportkompas: sociale veiligheid, ontwikkelingsgerichtheid, motivatie en een zorgzaam lesklimaat.
DOCUMENT
In dit onderzoek staan de ervaringen van cliënten met jeugdhulp in de regio Haaglanden centraal. Daarbij is specifiek gevraagd naar tevredenheid, samenwerking, aansluiting op de hulpvraag en de alliantie cliënt-professional. De hoofdvraag luidt: "Wat zijn de ervaringen met jeugdhulp van ouders en jongeren die in 2019 en/of 2020 jeugdhulp ontvingen in de regio Haaglanden? In deze rapportage doen we verslag van het onderzoek. Achtereenvolgens bespreken we de opzet en vraagstelling en de resultaten. We ronden af met conclusies en aanbevelingen Met medewerking van Bianca Prins, Judith Zweers van de gemeente Leidschendam-Voorburg en studenten Pedagogiek van de HHs
MULTIFILE
Over de maatschappelijke participatie door (jonge) mensen met een licht verstandelijke beperking, lange problematische gezinssituaties, de outliers van de samenleving. Inaugurele rede lectoraat, In verkorte vorm uitgesproken op 9 februari 2011
DOCUMENT
Intreerede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van de positie van lector Vitale Vakdidactiek aan NHL Stenden Hogeschool op vrijdag 15 november 2019 door dr. Siebrich de Vries
DOCUMENT
Ben jij moedig genoeg om de ruimte van het niet-weten op te zoeken? Te bevragen wat je denkt zeker te weten? Vaak denken we dat "meer weten" houvast biedt in onze complexe wereld vol vragen en onzekerheden. We proberen in onze hbo-opleidingen studenten met onderzoekend vermogen op te leiden zodat ze kunnen bijdragen aan de complexe vraagstukken in hun eigen beroepspraktijken. Daarbij moeten studenten leren kritisch met het "weten" om te gaan en begrijpen dat standaardoplossingen niet geschikt zijn voor iedere persoon en situatie. Ook moeten ze leren om bewust om te gaan met het "niet-weten". Hoe ga je als professional om met situaties waarin het niet zo duidelijk is wat goed is om te doen? Voor dit bewustzijn is onderzoekend vermogen een belangrijke competentie. Maar, is onze gangbare blik op deze competentie wel ruim genoeg? Bereiden we studenten momenteel goed genoeg voor op een wereld waar vaak geen pasklare antwoorden zijn? Leren we ze voldoende om te kunnen handelen vanuit de informatie/kennis/ervaring die voor handen is? En hoe zit het met het onderzoekend vermogen van alle andere betrokkenen, zoals hbo-docenten, praktijkgerichte onderzoekers en praktijkpartners, als we samenwerken aan een vraagstuk? Deze vragen staan centraal in deze openbare les.
DOCUMENT
Dit onderzoek beschrijft een mogelijke match tussen de ictcompetenties van Bedrijfskunde MER-studenten en de wensen en eisen die het werkveld, bank en overheid, aan deze studenten stelt. De aanleiding voor deze studie vormde een recent geformuleerde ict-competentie in het nieuwe opleidingscurriculum, competentie nummer 9, ict-vaardig. De onderzoeksresultaten laten zien dat er vier eisen zijn op ictgebied, waaraan de studenten volgens het werkveld moeten voldoen: (1) kennis van MS-Office, (2) snelle en flexibele houding ten opzichte van bedrijfsspecifieke software, (3) de toepassing en het gebruik van ict als ondersteuning in een specifieke taak of opdracht en (4) inzicht in wat het gebruik van ict betekent voor een organisatie op het gebied van het verbeteren van bedrijfsprocessen. Voor wat betreft de eerste twee eisen is er sprake van een match: studenten kunnen goed met MS-Office omgaan en hebben een flexibele houding tegenover nieuwe, bedrijfsspecifieke software en systemen, maar in relatie tot de laatste twee eisen is dit niet het geval. De opleiding voorziet studenten voornamelijk van theoretische kennis en niet zozeer van praktische ervaring over ERP of SAP-programma’s, hetgeen als effect heeft dat studenten niet voldoende inzicht in de rol van ict hebben in hun professionele taken om bedrijfsprocessen te verbeteren. Toegevoegd is een tweede licht gewijzigde versie van het artikel.
MULTIFILE
Recensie van Smeijsters et al. (2004) Van taak tot competentie: 'leren leren'voor het hoger beroepsonderwijs.
DOCUMENT
De Nederlandse samenleving is multicultureel met burgers, die afkomstig zijn uit meerdere werelddelen. In Deze openbare les zullen wij grondig naar hun onderlinge omgangsvormen kijken. Meer specifiek ga ik zowel in op de vraag of men elkaar als medeburger accepteert als op de vraag hoe wit en zwart tegen elkaar aankijken. Ik maak duidelijk dat diverse blokkades die de onderlinge omgang belemmeren, niet herkend of onderkend worden. Mijn vertrekpunt is dat te verbeteren. Multiculturele competentie vraagt dan wel een visie waarin niet alleen burgers, maar ook etnische groepen gelijkwaardig zijn. Met behulp van zo’n visie kan gezocht worden naar de juiste toon in het multiculturele debat en naar de juiste aanpak van multiculturele vraagstukken. Multiculturele competentie kan dan relaties versoepelen en onderlinge goodwill bevorderen, waardoor de kans op succesvol of resultaatgericht handelen groter wordt. Dit is van groot belang voor de werkvelden waarvoor Hogeschool De Horst haar professionals opleidt. Vanuit dit gezichtspunt wil het lectoraat ‘Diversiteit en de multiculturele competentie’ educatieve activiteiten ontwikkelen om multiculturele competentie te bevorderen. Dit doen wij niet door in leersituaties hapklare brokken te serveren of standaardrecepten aan te reiken, maar wel door vanuit onze visie, in dialoog met deelnemers, te zoeken naar aanknopingspunten en richtlijnen voor multiculturele competentie. Bij competentie spelen altijd de concrete situatie, kennis-, vaardigheden- en houdingsdimensies een rol (Cluitmans, 2002).
DOCUMENT