BACKGROUNDThis systematic review and meta-analysis evaluates the additional effects of exercise to hypocaloric diet on body weight, body composition, glycaemic control, and cardio-respiratory fitness in adults with overweight or obesity and type 2 diabetes.METHODSEmbase, Medline, Web of Science, and Cochrane Central databases were evaluated and 11 studies were included. Random-effects meta-analysis was performed on body weight and measures of body composition and glycaemic control, to compare the effect of hypocaloric diet plus exercise with hypocaloric diet alone.RESULTSExercise interventions consisted of walking or jogging, cycle ergometer training, football training, or resistance training, and duration varied from 2 to 52!weeks. Body weight and measures of body composition and glycemic control decreased during both the combined intervention and hypocaloric diet alone. Mean difference in change of body weight (0.77 kg [95% CI: 2.03; 0.50]), BMI (0.34 kg/m2 [95% CI 0.73; 0.05]), waist circumference (1.42 cm [95% CI: 3.84; 1.00]), fat-free mass (0.18 kg [95% CI 0.52; 0.17]), fat mass (1.61 kg [95% CI 4.42; 1.19]), fasting glucose (+0.14 mmol/l [95% CI 0.02; 0.30]), HbA1c (0.06 % [95% CI 0.25; 0.13]), and HOMA-IR (+0.01 [95% CI: 0.40; 0.42]) was not statistically different between the combined intervention and hypocaloric diet alone. Two studies reported VO2max and showed significant increases upon addition of exercise to hypocaloric diet.CONCLUSIONAdditional effects of exercise to hypocaloric diet in adults with overweight or obesity and type 2 diabetes were not shown for body weight, body composition, or glycaemic control, while cardio-respiratory fitness improves.
MULTIFILE
Op 8 januari 2020 verdedigde ik mijn proef - schrift bij de Rijksuniversiteit Groningen. Het proefschrift richt zich op het vergroten van inzicht in de aard en de omvang van potentiële complicaties na het toepassen van manueeltherapeutische handelingen aan de cervicale wervelkolom bij mensen met nekpijn en/of hoofdpijn. Zowel onder leken als onder zorgprofessionals bestaat de veronderstelling dat manueeltherapeutische handelingen die worden toegepast aan de cervicale wervelkolom, kunnen leiden tot complicaties. Er is tot nu toe geen duidelijk causaal verband gevonden tussen de handelingen en ernstige complicaties. Bovendien wordt slechts sporadisch gepubliceerd over casuïstiek met ernstige complicaties die tijdens of na manuele behandelingen van de cervicale wervelkolom ontstaan zijn. De schattingen van het voorkomen van complicaties variëren enorm. Daarnaast is niet duidelijk welke patiënten een hoger of lager risico lopen op dergelijke complicaties.
Obesitas bij adolescenten geeft naast sociale en emotionele gevolgen ook een groter risico op medische complicaties zoals onder andere glucose-intolerantie. Recent is onderzocht of het multidisciplinaire groepsprogramma Go4it beter werkt dan de reguliere zorg voor obese adolescenten in de leeftijd van 11-18 jaar.
Voetproblemen komen frequent voor bij mensen met diabetes mellitus. De verstoorde stofwisseling bij diabetes mellitus kan in de voeten schade aan zenuwen en bloedvaten, en beperkte gewrichtsbeweeglijkheid veroorzaken. Hierdoor ontstaat een afwijkend gangpatroon met hoge lokale druk onder de voeten en een verminderde sensorische terugkoppeling. Dit geeft een verhoogd risico op het ontstaan van een voetwond. Een diabetische voetwond behoort tot de ernstigste complicaties bij diabetes mellitus vanwege de slechte genezingstendens, de intensieve behandeling, het verlies van mobiliteit en kwaliteit van leven, en het grote risico op een amputatie. Preventie van diabetische voetwonden is van groot belang om de impact op de mensen die het ondergaan en het zorgsysteem te beperken. Podotherapeuten spelen, in de eerstelijnszorg, een belangrijke rol in de preventie van voetwonden bij mensen met diabetes mellitus. Voor de organisatie en globale inhoud van deze preventieve voetzorg is de Zorgmodule Preventie Diabetische Voetulcera leidend. Deze zorgmodule is ontwikkeld op initiatief van de Nederlandse Vereniging van Podotherapeuten en is breed geïmplementeerd. Er ontbreekt echter een verdiepende inhoudelijke handreiking voor podotherapeuten ter bevordering van evidence-based handelen. Vanuit het podotherapieveld, en dit consortium in het bijzonder, bestaat er een breed gedragen behoefte aan het beter toerusten van de podotherapeut voor het evidence based en methodisch handelen bij mensen met diabetes mellitus en een verhoogd risico op een voetwond, alsmede het op grote schaal evalueren van de resultaten van dit handelen. Het doel van dit RAAK-MKB project is het ontwikkelen van een methode om podotherapeuten te ondersteunen in het (i) methodisch systematisch uitvoeren en registreren van de preventieve voetzorg bij DM op basis van de beschikbare evidence, en (ii) evalueren van de uitkomsten van de geleverde preventieve voetzorg om daarmee optimalisatiemogelijkheden te identificeren. De resultaten van dit project zullen worden geïmplementeerd in de curricula van de opleidingen podotherapie en in de beroepspraktijk.
Verpleegkundigen bevinden zich dagelijks in complexe beroepssituaties waarin zij medicatie moeten voorbereiden en toedienen. Dit vraagt concentratie; een simpele fout kan tot grote complicaties leiden. Er zijn een aantal maatregelen genomen om medicatieveiligheid te borgen, zoals de ‘niet storen hesjes’ en de ‘controlemaatregel’, waarbij de collega verpleegkunde een controle uitvoert op de voorbereide medicatie. Deze maatregelen zijn niet altijd afdoende om medicatiefouten te voorkomen: drukte, en afwezigheid van collega’s in de nabijheid maken dat het uitvoeren van controles niet altijd mogelijk is. Uiteindelijk is het de verpleegkundige zelf die haar rekenkennis up-to-date moet houden om beslissingen te kunnen nemen die leiden tot een juiste toepassing en gebruik van medicatie. Om rekenkennis flexibel (herhalend), beroepsspecifiek en op een motiverende wijze te trainen, zou het gebruik van een Virtuele Leer Omgeving (VLE) een antwoord kunnen zijn. De technologie biedt de mogelijkheid om plaats- en tijd onafhankelijk te kunnen trainen, en het spelelement kan bijdragen aan motivatie. Het biedt de mogelijkheid om taken en elementen uit een complexe beroepssituatie te simuleren. In deze studie wordt een verkennend onderzoek uitgevoerd onder verpleegkundigen. Een prototype VLE (uit promotieonderzoek D. Zwart) wordt getoond aan verpleegkundigen (om het zich kunnen voorstellen). Vervolgens worden interviews afgenomen om hen te bevragen op complexe beroepssituaties die getraind zouden moeten worden, zoals de informatie die moet worden nageslagen, patiëntgegevens die moeten worden opgezocht of gecontroleerd, berekenen van dosis, oplossing, verdunning of toedieningssnelheid, instellen van apparatuur nodig voor toediening, gebeurtenissen op zaal, alarmen die afgaan etc., etc. Daarnaast wordt er een enquête afgenomen onder verpleegkundigen gericht op de vraag welke elementen motiveren in beroepstrainingen. De uitkomsten worden gedeeld in een creatieve sessie met de samenwerkende partners die als leergemeenschap de uitkomsten vertalen naar functionele eisen en ontwerpaspecten voor een simulatie-training.
Levinvents heeft een nieuw reanimatie tool ontwikkelt voor én door hulpverleners; de ERA. ERA staat voor efficiënt resuscitation aid. Het doel van de ERA is om de huidige drempels tot en tijdens de reanimatie te verlagen of zelfs te elimineren. Men kan nu vertrouwen op technologie tijdens de reanimatie waardoor mogelijke onzekerheden en complicaties voor hulpverleners wegvallen