In deze aanvullende publicatie is meer kaartmateriaal over de gebiedsanalyse van de centrumgarage te vinden. Ook zijn een aantal potentiële ruimtelijke concepten voor de gebiedsontwikkeling op het perceel gepresenteerd.
Objectives: The aim of this scoping review was threefold: 1. to identify existing definitions of oral frailty and similar terms in gerodontology literature; 2. to assess the oral frailty definitions and analyze whether these are well formulated on a conceptual level; and 3. in the absence of existing definitions meeting the criteria for good conceptual definitions, a new conceptual definition of oral frailty will be presented. Methods: A search was performed in electronic databases and internet search engines. Studies explaining or defining oral frailty or similar terms were of interest. A software-aided procedure was performed to screen titles and abstracts and identify definitions of oral frailty and similar terms. We used a guide to assess the quality of the oral frailty definitions on methodological, linguistic, and content-related criteria. Results: Of the 1,528 screened articles, 47 full-texts were reviewed. Thirteen of these contained seven definitions of oral frailty and ten definitions of similar terms. We found that all definitions of oral frailty contain the same or equivalent characteristics used to define the concepts of ’oral health’, ’deterioration of oral function’, and ’oral hypofunction’. Between the seven definitions, oral frailty is described with a different number and combination of characteristics, resulting in a lack of conceptual consistency. None of the definitions of oral frailty met all criteria. Conclusion: According to our analysis, the current definitions of oral frailty cannot be considered ’good’ conceptual definitions. Therefore, we proposed a new conceptual definition: Oral frailty is the age-related functional decline of orofacial structures.
We zitten momenteel in een transitie-periode waarin we van een lineaire economie op basis van bestaande business modellen gericht op economische waarde maximalisatie toegaan naar een circulaire economie, waar business modellen streven naar waarde behoud. De volgende stap is de overgang naar een regeneratieve of restauratieve economie, waarin niet alleen economische waarde, maar ook ecologische en sociale waarde wordt gecreëerd (meervoudige waardecreatie). Vanuit accounting perspectief is een parallelle ontwikkeling zichtbaar. Ons huidige accounting systeem is met name gericht op economische waarde. Als gevolg van de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie, zijn er accounting modellen en frameworks in ontwikkeling gericht op meervoudige waardecreatie. De auteurs zijn echter van mening dat in de literatuur een cruciale gap bestaat tussen de ontwikkeling van accounting en meervoudige waardecreatie, en dat huidige modellen en frameworks gericht op meervoudige waarde vooral leiden tot ‘greenwashing’. In deze bijdrage gaan wij na in hoeverre de vigerende concepten van accounting bruikbaar zijn om te sturen op meervoudige waarde. Onder sturen wordt in dit kader bedoeld het bepalen, meten en waarderen. Dit doen wij aan de hand van een conceptuele analyse waarbij we de toepassing van de vigerende accounting concepten ten aanzien van profit vergelijken met mogelijke toepassing van deze concepten in relatie tot people en planet. Wij concluderen dat deze concepten over het algemeen niet toepasbaar zijn voor people en planet. Wij stellen daarom een alternatieve benadering voor, waarbij wij menen dat vigerende accounting concepten grotendeels toepasbaar zijn op people en planet. Dit is gebaseerd op een aanpak waarin het huidige ontologische uitgangspunt van accounting wordt verlaten en waarin we een aangepast ontologisch uitgangspunt verder uitwerken aan de hand van de Triple Depreciation Line (TDL) van Rambaud & Richard (2015). Tenslotte hebben we kritiekpunten geformuleerd op de TDL systematiek en stellen we een alternatieve TDL systematiek voor. Hiermee beoogt dit paper een bijdrage te leveren aan het inzichtelijk maken van de praktische en conceptuele problemen bij de toepassing van vigerende accounting concepten in een circulaire economie, om vervolgens mogelijke oplossingsrichtingen aan te reiken, gericht op bescherming, herstel en regeneratie van natuurlijk en sociaal kapitaal.