Kindheid van denken is speels maar ook ernstig. Ze gaat uit van diepgaande ontvankelijkheid voor dat wat niet ‘gehoord’ wordt. Daarmee betreft ze iets ‘onbestemds’, iets dat niet alleen in de kindertijd maar ook in de volwassenheid schuilgaat. ‘Kindheid’, in het Frans enfance, komt van het Latijn in-fantia, letterlijk: ‘niet-sprekendheid’. Onze manier van denken en spreken, al onze tweedelingen en ordeningen, worden altijd ook bestookt door die kindheid. Door wat slechts gevoeld, maar niet gezegd of gehoord kan worden. De sprakeloosheid. Van het gevoel zelf, dat slechts gevoeld kan worden. Vanuit het differentiefilosofische perspectief schiet de mens met zijn tweedelingen en ordeningen altijd te kort. En ‘kindheid van denken’, te beginnen met ons besef ervan, creëert ruimte voor het aanvoelen van en inspelen op nieuwe mogelijkheden. Een dergelijke ontvankelijkheid voor het nieuwe, buiten allerlei bestaande kaders, of er dwars doorheen, is in de kunsten cruciaal. Een pleidooi voor meer ‘kindheid van denken’, voorbij alle denken in tweedelingen, betekent daarom ook altijd een pleidooi voor de veelheid en het experiment.
Dit is de onderzoeksrapportage van 4,5 jaar onderwijsonderzoek naar kritisch burgerschapsonderwijs in het mbo. In dit rapport wordt gereflecteerd op het onderzoeksproces en de onderzoeksresultaten. Dit bestaat uit theoretisch onderzoek, praktijkonderzoek naar formatieve toetsing en de werkwijze van de werkplaats. In de eerste twee jaar lag de focus op visieontwikkeling (doel 1), kennisontwikkeling over didactiek en integratie van kritisch denken in de praktijk (doel 3 en 4) en is de benadering geëvalueerd op de genoemde criteria. Op grond van de opbrengsten en evaluatie van de eerste twee jaar, ontstond behoefte aan meer kennis over formatieve assessment taken (doel 4) en professionalisering van docenten hierin, binnen en buiten de werkplaats (doel 2 en doel 5). We reflecteren op deze doelen en laten zien hoe we tot onze bevindingen zijn gekomen.
In onze binnensteden zijn de gevolgen van Corona fysiek misschien wel het meest zichtbaar: in het voorjaar lege straten, veilige looproutes, afzettingen en vergrote terrassen. Ook de gedeeltelijke lockdown van dit najaar raakt binnensteden hard. Daarmee is een al langer lopende transitie in de retailsector zich versneld aan het doorzetten. De vraag hoe binnensteden zich kunnen ontwikkelen van ‘place to buy’ naar ‘place to be’ heeft daarmee aan urgentie gewonnen. De centrale vraag in onze challenge is hoe we snel en adequaat kunnen inspelen op deze versnelde transitie. We willen zorgen dat de binnenstad ook na Corona aantrekkelijk blijft om te bezoeken. Grootschalige leegstand zou desastreus zijn voor de uitstraling en beleving. Een neerwaartse spiraal willen we voorblijven. Een aantrekkelijke en vitale binnenstad is bovendien noodzakelijk om jong talent in onze stad te behouden en aan te trekken. We gaan studenten uitdagen concrete maar flexibele invullingen te bedenken voor het geval er een groot en beeldbepalend pand leeg komt te staan. Toerisme-studenten (HBS ) focussen zich daarbij op de food- en beverage-sector. StadsLAB-studenten (ABR&R ) gaan na welke ruimtelijke functiecombinaties hiermee mogelijk zijn incl. de mogelijke impact op de directe omgeving van een pand. We bouwen daarbij voort op lopende studentprojecten die zich n.a.v. Corona op een meer conceptueel niveau bezighouden met de toekomst van de binnenstad, bijv. gericht op smart routings waarbij veiligheid en gastvrijheid hand- in hand gaan. Uiteraard nemen we ook de opgedane ervaringen met Corona-maatregelen mee: wat werkte best goed en wat was noodzakelijk kwaad.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe dynamische systemen (klimaat, voedselvoorziening, natuurbeheer, recessie, etc.). Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen effectief ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in kritisch systeemdenken? Veel onderwerpen die aan bod komen in het voortgezet onderwijs zijn dynamische systemen (hormoonsystemen, varkenscyclus, faseovergangen, etc.). Het probleem is echter dat leerlingen de onderliggende structuur en het dynamische gedrag onvoldoende leren begrijpen. Er is geen sprake van een systematische aanpak om leerlingen kritisch systeemdenken aan te leren. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook zijn docenten beperkt in het achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Hoe kan dit worden opgelost? Interactieve software kan een doorbraak genereren, mits deze leerlingen zelfstandig en op eigen niveau laat werken, passende hulp geeft, en de docent informeert over de voortgang van leerlingen. Wij stellen voor om een methodiek te onderzoeken en ontwikkelen, gebaseerd op een digitaal instrument, dat hierin voorziet. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Omdat het software betreft, kan het niveau en de hulp geautomatiseerd worden en krijgt de docent informatie over voortgang en eventuele problemen. Het project sluit nauw aan bij de praktijkvraag, geeft invulling aan moderne onderwijsvormen en zorgt dat vaardigheden in systeemdenken expliciet worden getraind. De kern van het project betreft een PhD promotieonderzoek.
Systeemdenken is een belangrijke vaardigheid voor het begrijpen en oplossen van problemen m.b.t. complexe systemen. Echter, systeemdenken wordt niet structureel onderwezen in het voortgezet onderwijs en het is bekend dat leerlingen een dergelijke denkwijze niet vanzelf ontwikkelen. Daarnaast zijn diagrammen die deze systemen in lesboeken beschrijven statisch. Ze lenen zich slecht voor actieve werkvormen die leerlingen cognitief uitdagen tot kritisch systeemdenken. Ook hebben docenten beperkte middelen om te achterhalen of leerlingen complexe systemen begrijpen en om gedifferentieerde ondersteuning te kunnen geven. Daardoor blijven leerlingen beperkt vaardig en onvoldoende toegerust voor de uitdagingen van de moderne samenleving. Een belangrijke vraag is derhalve: Hoe kunnen leerlingen ondersteund worden in het ontwikkelen van hun vaardigheid in systeemdenken? Het project Denker (https://denker.nu) ontwikkelt en onderzoekt een methodiek die deze problematiek aanpakt. Hierbij worden technieken uit de Kunstmatige Intelligentie ingezet. Het basisidee is om leerlingen in een leerlijn middels conceptueel modelleren te laten werken met interactieve systeemdiagrammen. Naast het ontwikkelen van een gevarieerde en effectieve verzameling leeractiviteiten (onderzoeksvraag 1), onderzoekt het project de inzet van geautomatiseerde hulp bij conceptueel modelleren teneinde het leerproces te optimaliseren (onderzoeksvraag 2), en hoe de docent ondersteunt kan worden tijdens het geven van lessen met conceptueel modelleren middels Learning Analytics (onderzoeksvraag 3). Denker werkt samen met vijf scholen in het voortgezet onderwijs, en per school met meerdere docenten en met meerdere vakken, waaronder biologie, natuurkunde, economie, aardrijkskunde en NLT (natuur, leven en technologie). Elk projectjaar wordt met deze docenten per vak de onderwerpen gekozen, de benodigdheden ontwikkeld en verbeterd, de evaluatiestudies uitgevoerd, de gegevens geanalyseerd en verwerkt. In het eerste projectjaar zijn 12 unieke leeractiviteiten ontwikkeld, waarvan 2 in het Engels. Op deze manier wordt over een periode van 4 jaar de methodiek ontwikkeld en beschikbaar gesteld voor respectievelijk leerjaar 2, 3, 4, en 5 van het voortgezet onderwijs.