Tekst van de rede die in verkorte vorm is uitgesproken door Cees Reezigt bij de aanvaarding van het ambt van Lector Organisatieontwerp en -verandering aande Hanzehogeschool Groningen.
Om veranderingen succesvoller en duurzamer te maken, om het werklezier en de draagkracht van teams te bewaken en om alle lerenden optimale ontwikkelkansen te bieden, is het belangrijk dat er veranderkeuzes gemaakt worden die gestoeld zijn op evidentie, ingebed in een helder beleid. Minder veranderen, maar doordacht en onderbouwd. Daar zijn praktisch bruikbare veranderkennis, opleiding en professionalisering voor nodig. Daar zetten we met het lectoraat Organiseren van Verandering in Onderwijs (OVO) op in. Het doel is om inzichten, instrumentarium en modellen te ontwikkelen die helpen complexe veranderingen in onderwijs meer evidenceinformed te organiseren, te monitoren en evalueren en hiervoor capaciteit te ontwikkelen bij de organisatie en het team van onderwijsprofessionals.
We zitten momenteel in een transitie-periode waarin we van een lineaire economie op basis van bestaande business modellen gericht op economische waarde maximalisatie toegaan naar een circulaire economie, waar business modellen streven naar waarde behoud. De volgende stap is de overgang naar een regeneratieve of restauratieve economie, waarin niet alleen economische waarde, maar ook ecologische en sociale waarde wordt gecreëerd (meervoudige waardecreatie). Vanuit accounting perspectief is een parallelle ontwikkeling zichtbaar. Ons huidige accounting systeem is met name gericht op economische waarde. Als gevolg van de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie, zijn er accounting modellen en frameworks in ontwikkeling gericht op meervoudige waardecreatie. De auteurs zijn echter van mening dat in de literatuur een cruciale gap bestaat tussen de ontwikkeling van accounting en meervoudige waardecreatie, en dat huidige modellen en frameworks gericht op meervoudige waarde vooral leiden tot ‘greenwashing’. In deze bijdrage gaan wij na in hoeverre de vigerende concepten van accounting bruikbaar zijn om te sturen op meervoudige waarde. Onder sturen wordt in dit kader bedoeld het bepalen, meten en waarderen. Dit doen wij aan de hand van een conceptuele analyse waarbij we de toepassing van de vigerende accounting concepten ten aanzien van profit vergelijken met mogelijke toepassing van deze concepten in relatie tot people en planet. Wij concluderen dat deze concepten over het algemeen niet toepasbaar zijn voor people en planet. Wij stellen daarom een alternatieve benadering voor, waarbij wij menen dat vigerende accounting concepten grotendeels toepasbaar zijn op people en planet. Dit is gebaseerd op een aanpak waarin het huidige ontologische uitgangspunt van accounting wordt verlaten en waarin we een aangepast ontologisch uitgangspunt verder uitwerken aan de hand van de Triple Depreciation Line (TDL) van Rambaud & Richard (2015). Tenslotte hebben we kritiekpunten geformuleerd op de TDL systematiek en stellen we een alternatieve TDL systematiek voor. Hiermee beoogt dit paper een bijdrage te leveren aan het inzichtelijk maken van de praktische en conceptuele problemen bij de toepassing van vigerende accounting concepten in een circulaire economie, om vervolgens mogelijke oplossingsrichtingen aan te reiken, gericht op bescherming, herstel en regeneratie van natuurlijk en sociaal kapitaal.
Profiel/competentie van een bruggenbouwerBruggenbouwers spelen een cruciale rol bij het bevorderen van samenwerking, innovatie en systeemverandering over organisatorische, disciplinaire en culturele grenzen heen. Dit artikel integreert toonaangevende theoretische inzichten, waaronder Systems Thinking (Jesiek et al., 2018), Social Capital Theory (Putnam, 2000) en Adaptive Leadership (Heifetz, 1994; Zhang & Guo, 2020, 2021), om een omvattend competentiegerichte kader te ontwikkelen. Gebaseerd op empirische bevindingen uit focusgroepen met praktijkprofessionals belicht deze studie essentiële competenties, gegroepeerd in strategische, relationele en adaptieve domeinen. De resultaten tonen significante overeenkomsten en discrepanties tussen theorie en praktijk en bieden concrete aanbevelingen ter versterking van de ontwikkeling en toepassing van competenties van bruggenbouwers binnen organisatorische en educatieve contexten. Door conceptuele en empirische inzichten te overbruggen, draagt dit onderzoek bij aan zowel wetenschappelijke kennis als praktische strategieën om complexe, multidimensionale uitdagingen aan te pakken via grensoverstijgende samenwerking.
Er bestaat groeiende belangstelling bij musea, goede doelen en grote festivals voor Virtual Reality. Deze instellingen hebben vaak interesse voor complexere interactieve VR-installaties met een duidelijke persuasieve intentie, zoals attitude- of gedragsverandering bij het publiek. Dit onderzoeksvoorstel richt zich op de ontwikkeling van een ‘grammatica’ voor het ontwerpen van interactieve VR installaties die zich richten op ‘reflection’ en ‘persuasion’. Uitgangspunt daarvoor is het ‘model for dimensions of interaction in VR’ dat in een eerder Raak MKB project is ontwikkeld. Het model beschrijft vier verschillende vormen van interactie in VR. Met dit onderzoek wordt een belangrijke nieuwe stap gezet door het conceptuele model te concretiseren en te onderzoeken in hoeverre deze ingezet kunnen worden voor de doelen persuasion en reflection. In hoeverre kunnen interactieve design elementen bijdragen aan het effect van VR als ‘perspective shifter’? In Fase 1 wordt het conceptuele model ingekleurd door een analyse van interactie strategieën in bestaande VR-installaties. De analyse van de installaties wordt vergezeld door interviews met de makers waarbij gevraagd wordt naar hun motief voor de implementatie van deze interactieve elementen en hun reflectie daarop. In Fase 2 worden de aldus verkregen inzichten en hypothesen gekoppeld aan theorie over media effecten, toewerkend naar een format voor VR als perspective shifter. Dit format vormt de basis voor Fase 3, waarin in samenwerking met kennispartners een concept voor een VR installatie met het thema VR for Diversity wordt ontwikkeld. Deze installatie wordt geproduceerd door één van de consortiumpartners en zal ingezet worden voor een serie experimenten waarmee wordt nagegaan hoe VR als perspective shifter kan dienen en welke rol interactieve (verhaal)elementen daarbij kunnen spelen. Parallel aan het onderzoekstraject worden experts meetings en workshops georganiseerd en zal de verkregen kennis worden bestendigd binnen onderwijsafdelingen aan de Hogeschool van Amsterdam en Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht.